Clive Cusser met Jack Du Brul Het goud van Kamtsjatka

Hoofdstuk 1

De oude zakenjet van het type Dassault Falcondaalde traag uit de hemel neer en landde op de baan van Sunan International Airfield, achttien kilometer noordelijk van Pyongyang. De MiG-straaljager, die de Falcon op korte afstand geëscorteerd had nadat het toestel het luchtruim van Noord-Korea was binnengevlogen, zwenkte weg twee vuurkegels achter de motoren sneden door de nacht. Een truck met in de laadbak een schutter achter een machinegeweer, waarvan de loop steeds op de raampjes van de cockpit gericht bleef, loodste de Falcon naar het platform. Het vliegtuig taxiede naar een betonnen opstelplaats aan de rand van het vliegveld, en nog voordat er blokken voor de wielen waren gelegd had een peloton zwaarbewapende militairen al een kring om het toestel gevormd, met hun AK-47's in de aanslag, en klaar om meteen te reageren op de geringste provocatie. En toch waren de passagiers aan boord welkom als hoogwaardigheidsbekleders en belangrijke zakenrelaties in het van de buitenwereld afgesloten communistische land.

Enkele minuten nadat het janken van de straalmotoren verstomd was ging de deur op een kier open. De twee militairen die het dichtst bij de deur stonden bewogen even instinctief, in gespannen afwachting. Toen werd de deur naar beneden gekanteld, zodat de treden aan de binnenkant zichtbaar werden. Een man in een olijfkleurig uniform en met een baret op zijn hoofd verscheen in de deuropening. Zijn gelaatstrekken waren hard en onverbiddelijk. Zijn ogen bijna zwart en hij had een haakneus, Zijn huid had de kleur van slappe thee. Hij streek met zijn vinger langs zijn grote zwarte snor en hij leek niet onder de indruk van de kring gewapende soldaten. Met kwieke passen daalde hij de vliegtuigtrap af. Hij werd gevolgd door twee andere mannen: de ene was gekleed in het traditionele gewaad van het Midden-Oosten met een hoofddoek, de ander droeg een duur kostuum.

Een drietal Noord-Koreaanse officieren marcheerde door het kordon naar het toestel. De officier met de hoogste rang salueerde stram en wachtte tot een ander, die tolk was, zijn begroeting in het Arabisch had vertaald.

'Generaal Kim Don II heet u welkom in de Democratische Volksrepubliek Korea, kolonel Hourani, en hoopt dat u een plezierige vliegreis uit Damascus had.'

Kolonel Hazni Hourani, de chef van de strategische rakettenmacht in Syrië, reageerde met een hoofdknik en richtte zich naar de tolk. 'Bedank de generaal dat hij ons persoonlijk op dit late uur komt begroeten. En zeg hem dat onze reis inderdaad aangenaam was, vooral omdat we over Afghanistan vlogen en daar de inhoud van de wc-tanks konden dumpen boven de Amerikaanse bezetters.'

De Koreanen lachten toen ze de vertaling hoorden. Hourani sprak verder tegen de tolk. 'Ik bewonder uw kennis van onze taal, maar het lijkt me handig als we verder Engels spreken.' Hourani schakelde over op Engels. 'Generaal Kim, ik heb begrepen dat wij allebei de taal van onze gemeenschappelijke vijand spreken?'

De generaal knipoogde. 'Ja, ik vind het een voordeel dat ik de manieren van de imperialisten beter ken dan omgekeerd,' antwoordde hij. 'Ik spreek ook een beetje Japans,' voegde hij eraan toe, in een poging indruk te maken.

'En ik een beetje Hebreeuws,' antwoordde Hourani snel.

'Kennelijk zijn we allebei toegewijd aan ons vaderland en de goede zaak.'

'De vernietiging van Amerika.'

'De vernietiging van Amerika,' echode generaal Kim, en in de felle blik van de Arabier herkende hij zijn eigen innerlijk vuur.

'Al veel te lang hebben de Amerikanen hun invloed opgedrongen in alle uithoeken van de wereld. Ze verstikken onze planeet door eerst soldaten te sturen, en daarna het volk te vergiftigen met hun decadentie.'

'Ze hebben legers bij de grenzen van uw land en het mijne. Maar ze durven mijn vaderland niet aan te vallen, want ze beseffen dat we snel en afdoende wraak kunnen nemen.'

'En het duurt niet lang meer,' vulde Hourani met een olieachtige grijns aan, 'voordat ze onze vergelding ook zullen vrezen. Met uw hulp, uiteraard.'

Kim glimlachte even glad als de Syriër. Deze twee mannen, uit heel verschillende werelddelen, haatten alles wat westers is. Ze waren gevormd door die haat, na jaren van indoctrinatie. Het maakte niet uit dat de een een verwrongen versie van een nobele religie beleed, terwijl de ander een even verwrongen geloof had in de onfeilbaarheid van de staat: het resultaat was gelijk. Ze zagen schoonheid in barbarij en ze vonden inspiratie in chaos.

'We hebben vervoer geregeld voor uw delegatie naar de marinebasis Munch'on, bij Wosan aan de oostkust,' zei generaal Kim tegen Hourani. 'Kunnen wij de piloten onderdak aanbieden in Pyongyang?'

'Dat is heel vriendelijk, generaal.' Hourani streek weer over zijn snor. 'Maar ons vliegtuig moet zo snel mogelijk terug naar Damascus. Een van de piloten sliep tijdens het grootste deel van de heenreis, dus hij kan het toestel terugvliegen naar Syrië. Als u kunt regelen dat de brandstoftanks gevuld worden, dan wil ik graag dat ze zo snel mogelijk weer vertrekken.'

'Geen probleem,' zei de generaal. Hij sprak tegen een ondergeschikte die de opdracht doorgaf aan het hoofd van de beveiliging. Terwijl de twee assistenten van Hourani de bagage van boord haalden, kwam een tankauto aanrijden en twee mecaniciens rolden de slangen uit. De auto was een limousine van Chinese makelij, met minstens driehonderdtwintigduizend kilometer op de teller. De stoelen waren zo doorgezakt dat de tengere Noord-Koreaanse generaal er bijna in verdween. Het interieur rook naar sigaretten en ingemaakte kool. De Kumgang Mountain-snelweg tussen Pyongyang en Wosan was een van de beste in het land, maar het onderstel van de limousine werd tot het uiterste op de proef gesteld, als de auto haarspeldbochten nam langs de duizelingwekkende afgronden. Er waren maar weinig vangrails langs de weg en de koplampen van de auto straalden nauwelijks feller dan zwakke zaklantaarns. Zonder het koele schijnsel van de maan zou deze rit onmogelijk zijn.

'Enkele jaren geleden,' zei Kim terwijl ze steeds hoger reden naar de bergkam die als een ruggengraat door het land loopt, 'gaven we een bedrijf in het zuiden toestemming om toeristische trips naar deze bergen te organiseren. Dit gebergte beschouwen sommigen als heilig. We eisten dat het bedrijf zelf de wegen en paden aanlegde, en hotels en restaurants bouwde. Ze moesten ook eigen havenfaciliteiten maken voor het afmeren van hun cruiseschepen. Een tijd lang was er veel belangstelling voor die excursies, maar het bedrijf moest wel vijfhonderd dollar per persoon vragen om uit de kosten te komen. Het aantal nostalgietoeristen bleek tegen te vallen en de zaken gingen slechter — vooral toen we controleposten langs de weg bouwden en de toeristen het zo lastig mogelijk maakten. Nu komen er geen toeristen meer, maar het zuiden betaalt nog steeds de garantiesom van een miljard dollar, zoals contractueel vastgelegd met onze regering.'

De laatste woorden wekten een glimlach op het gezicht van kolonel Hourani, de enige Syriër die Engels verstond.

'En het mooiste,' vervolgde Kim, 'is dat hun hotel nu een militaire kazerne is, en hun haven is de marinebasis voor een korvet van de Najin-klasse.'

Nu lachte Hourani hardop.

Twee uur na het vertrek van het vliegveld daalde de limousine eindelijk de hellingen van de Kumgang-bergen af, kruiste daarna de kustvlakte aan de noordkant van Wosan, en bereikte de afrastering rond de marinebasis Munch'on.

Wachtposten salueerden terwijl de limousine de poort passeerde en de auto reed stapvoets langs enkele indrukwekkende gebouwen en over de honderden meters lange kade. Er lagen vier grijze patrouilleboten afgemeerd en een torpedojager lag voor anker in het havenbekken. Witte rook kringelde boven de schoorsteen naar de nachtelijke hemel. De chauffeur manoeuvreerde de limousine om een rijdende hijskraan en parkeerde naast een 120 meter lang vrachtschip aan het einde van de kade.

'Dat is de Asia Star' kondigde generaal Kim aan.

Kolonel Hourani keek op zijn horloge. Het was één uur in de nacht. 'En wanneer vertrekken we?'

'De getijstromen zijn hier in de Yonghung-Manbaai niet erg sterk, dus u kunt elk moment uitvaren. Het schip is geladen, er is gebunkerd en proviand aan boord.'

Hourani wendde zich naar een van zijn mensen en vroeg in het Arabisch: 'Wat denk jij?' Hij luisterde naar het lange antwoord, knikte enkele keren en keerde zich weer naar de generaal, die tegenover hem in de limousine zat. 'Assad Muhammad is onze technische expert wat de Nodong-1-raket betreft. Hij wil die eerst zien, voor we vertrekken.'

De uitdrukking op Kims gezicht veranderde niet, maar het was duidelijk dat de gedachte aan uitstel hem niet beviel. 'U kunt de inspectie gerust op zee doen. Ik garandeer u dat alle tien de raketten die uw land aangeschaft heeft aan boord zijn.'

'Ik vrees dat Assad zich niet fit voelt op zee. Hij wil de raketten liever meteen inspecteren, omdat hij tijdens de reis waarschijnlijk zeeziek in zijn hut blijft.'

'Wel vreemd dat u zo iemand de raketten naar Syrië laat vergezellen,' merkte Kim koeltjes op.

Hourani kneep zijn ogen tot spleetjes. Zijn land betaalde bijna honderdvijftig miljoen dollar voor de strategische middellange afstandsraketten. Kim had het recht niet kritiek te leveren. 'Hij is hier omdat hij alles van die raketten weet. Hij werkte met de Iraniërs, toen die Nodongs van u kochten. Dat hij last van zeeziekte heeft is niet uw probleem. Hij zal de tien raketten allemaal inspecteren en wij vertrekken bij het aanbreken van de dag.'

Generaal Kim had opdracht bij de Syriërs te blijven tot het schip wegvoer. Hij had tegen zijn vrouw gezegd dat hij pas in de ochtend naar Pyongyang zou terugkeren, maar als hij nu bij de heren uit het Midden-Oosten moest blijven, dan miste hij enkele uren bij zijn nieuwe maïtresse. Hij zuchtte bij de gedachte aan de opofferingen in het landsbelang. 'Uitstekend, kolonel. Ik zal de havenmeester informeren dat de Asia Star niet voor het aanbreken van de dag vertrekt. Zullen we aan boord gaan? Ik wijs u de hutten waar uw bagage naartoe kan en daarna kan meneer Muhammad uw nieuwe speelgoed inspecteren.'

De chauffeur opende het achterportier en toen Kim wilde uitstappen legde kolonel Hourani zijn hand op de uniformmouw. Ze keken elkaar aan. 'Dank u, generaal.'

Kims glimlach was oprecht. Ondanks de culturele verschillen, de argwaan en de geheimzinnigheid bij deze missie vond hij de kolonel sympathiek. 'Geen dank.'

De drie Syriërs hadden elk een eigen hut, maar amper een minuut nadat ze naar hun accommodatie geleid waren kwamen ze bij elkaar in de hut van kolonel Hourani. Assad Muhammad zat op de kooi met een aktetas naast zich, terwijl Hourani aan het bureau onder de enige patrijspoort in de hut ging zitten. De oudste van het drietal, professor Walid Khalidi, leunde tegen een wand, met zijn armen gekruist voor de borst. Hourani deed toen iets heel vreemds. Hij raakte zijn ooghoek aan en schudde zijn hoofd. Daarna wees hij naar zijn oor en knikte bevestigend. Hij wees eerst naar de lamp aan het plafond en vervolgens naar de goedkope koperkleurige lamp die aan het bureau was bevestigd.

'Hoe lang gaat de inspectie duren, Assad?' vroeg hij.

Assad had een miniatuurbandrecorder uit de zak van zijn colbert gehaald en hij drukte op de afspeeltoets. Een digitaal veranderde stem, in werkelijkheid de stem van Hourani zelf, omdat hij de enige van het team was die Arabisch sprak, gaf antwoord. 'Een paar uur, niet langer, denk ik. Het verwijderen van de inspectieluiken kost veel tijd. De elektronische circuits testen is simpel.'

Hourani had ook een bandrecorder uit een binnenzak gehaald en hij legde het apparaat op het bureau. Zodra Assad uitgesproken was drukte hij ook op de afspeeltoets. Het gesprek ging verder, terwijl de mannen zwegen. Op een van te voren bepaald moment voegde Walid Khalidi zijn eigen bandrecorder toe aan de lijst. Zodra de drie recorders met verschillende stemmen van Hourani een gesprek voerden, bewoog het trio 'Syriërs' geluidloos naar de verste hoek van de hut.

'Slechts twee microfoontjes,' fluisterde Max Hanley glimlachend. 'Die Koreanen vertrouwen hun Syrische klanten kennelijk.'

Juan Cabrillo, de voorzitter van de Corporatie en gezagvoerder van het koopvaardijschip Oregon , trok de valse snor van zijn bovenlip. De huid onder de snor was lichter dan de rest van zijn gezicht dat hij met bruiningscrème donkerder had gemaakt. 'Help me herinneren tegen Kevin van de Magie Shop te zeggen dat zijn lijm waardeloos is.' Hij had een flesje van de afgekeurde lijm bij zich en bracht weer een laagje aan op de valse snor.

'Je lijkt op Snidely Whiplash als je probeert die snor op zijn plaats te houden.' Dat werd gezegd door Hali Kasim, een derdegeneratie-Amerikaan van Libanese afkomst, die onlangs gepromoveerd was tot chef Veiligheid en Bewaking van de Oregon. Hij was de enige van het gezelschap die geen schmink nodig had om voor iemand uit het Midden-Oosten door te gaan. Het enige probleem was dat hij nog te weinig Arabisch sprak om in een restaurant een maaltijd te bestellen.

'Wees maar blij dat de Koreanen hun tolk achterlieten op het vliegveld,' merkte Cabrillo minzaam op. 'Je verhaspelde de tekst die je uit het hoofd had geleerd in de auto. Jouw uitleg over de inspectie van de raketten klonk eerder als een medisch verhaal over anaal onderzoek dan militair wetenschappelijk.'

'Sorry, chef,' zei Kasim. 'Ik heb geen talenknobbel en hoeveel ik ook oefen, het klinkt altijd als gebrabbel in mijn oren.'

'Ook voor lieden die Arabisch spreken,' plaagde Juan Cabrillo.

'Zijn we nog op schema?' vroeg Max Hanley. Hij was de directeur van de Corporatie en verantwoordelijk voor alles wat het schip betreft, vooral de glanzende magnetohydrodynamische scheepsmotoren. Terwijl Cabrillo de onderhandelingen over de contracten met de Corporatie voerde en verantwoordelijk was voor de planning, rustte op Max' schouders de taak de Oregon en haar bemanning in vorm te houden. De bemanning van de Oregon bestond in feite uit ingehuurde zeelieden, maar de hele organisatie leek op een bedrijf met vast personeel. Naast zijn taken als hoofd technische zaken aan boord, voerde Hanley de administratie en hij was tegelijk directeur personeelszaken.

Onder zijn wijde gewaad en hoofddoek was Hanley langer dan gemiddeld en hij had ook een buikje. Zijn ogen waren helderbruin en het weinige haar op zijn rossige schedel was kastanjebruin. Hij werkte al met Juan samen sinds de Corporatie was opgericht en Cabrillo wist wel zeker dat hij zonder de steun van zijn tweede man al jaren geleden met dit werk gestopt zou zijn.

'We moeten maar aannemen dat Tiny Gunderson zo snel mogelijk is opgestegen met die Dassault. Hij is nu waarschijnlijk al in Seoel,' veronderstelde Cabrillo. 'Eddie Seng had twee weken om ter plaatse te komen, dus als hij nu nog niet in de onderzeeboot zit dan komt hij daar nooit. Hij komt pas naar de oppervlakte als wij uitvaren, en dan is het laat om de hele operatie af te breken. Aangezien de Koreanen niets hebben gezegd over het onderscheppen van een mini-onderzeeboot in de haven mogen we ervan uitgaan dat hij paraat is.'

'En als we dat explosief geplaatst hebben?'

'We hebben vijftien minuten om Eddie te ontmoeten en weg te komen.'

'Dit gaat pijn doen,' merkte Hali grimmig op.

Cabrillo's ogen werden hard. 'Ja, zeg dat wel.'

Dit contract, zoals veel contracten die de Corporatie afsloot, was via schimmige kanalen van de Amerikaanse overheid tot stand gekomen. De Corporatie was een onderneming die winst wilde maken, maar de mannen en vrouwen die aan boord van de Oregon werkten waren voor het merendeel ex-militairen van het Amerikaanse leger en ze deden liever een klus die gunstig was voor de Verenigde Staten en hun bondgenoten, althans geen operaties die de Amerikaanse belangen schaadden.

In de onafgebroken strijd tegen terreur was er een voortdurende stroom opdrachten voor het team dat Cabrillo had gevormd: specialisten voor duistere operaties, niet gebonden aan de Conventie van Genève of onder toezicht van het Congres. Daarmee was niet gezegd dat de bemanning uit een bende gewelddadige piraten bestond die elke tegenstander afslachtte. Ze waren zich goed bewust van wat ze deden, maar ze beseften ook dat de regels van de strijd vager werden in de eenentwintigste eeuw.

Deze missie was daar een perfect voorbeeld van.

Noord-Korea had het volste recht om tien tactische raketten aan Syrië te verkopen, en de Verenigde Staten moesten die verkoop wel tandenknarsend accepteren. Maar uit onderschepte berichten was duidelijk geworden dat de echte kolonel Hazni Hourani het plan had de koers van de Asia Star te verleggen, zodat twee van de tien Nodongs en een paar mobiele lanceerinrichtingen in Somalië uitgeladen konden worden. Daar werd het wapentuig aan Al-Qaeda gegeven, en die terreurorganisatie zou de raketten enkele uren later afvuren op doelen in Saudi-Arabië, en wel op de heilige steden Mekka en Medina. Dat was onderdeel van een listig plan om de Saudische koninklijke familie uit te schakelen. Het scheen ook dat, al was dat niet te controleren, dat Hourani handelde met stilzwijgende goedkeuring van de Syrische regering.

De Verenigde Staten konden een oorlogsschip naar de Asia Star sturen, maar dan zou de kapitein van het vrachtschip beweren dat ze wegens reparaties naar een andere haven voeren, en de raketten zouden dan in Damascus terechtkomen. Een beter alternatief was de Asia Star op zee tot zinken te brengen, maar als de waarheid aan het licht kwam zou dat een internationaal schandaal veroorzaken, en vergeldingsacties van de terroristische cellen die door Damascus gecontroleerd werden. Het was Langston Overholt IV, een hoge medewerker van de CIA, die met het beste alternatief kwam: de Corporatie erbij betrekken.

Cabrillo kreeg amper vier weken tijd om een oplossing voor het probleem te bedenken, en wel zo onopvallend mogelijk. Cabrillo begreep meteen dat voorkomen dat de raketten bij de afnemers terechtkwamen, legaal of niet, het beste kon gebeuren door te verhinderen dat het wapentuig uit Noord-Korea verdween.

Zodra de Oregon in de buurt van de Yonghung-Manbaai was, gingen Cabrillo, Hanley en Hali Kasim naar de luchtmachtbasis Bagram bij Kaboel, Afghanistan, en ze vertrokken met een Dassault Falcon die identiek was aan het vliegtuig dat kolonel Hourani gebruikte.

CIA-handlangers in Damascus bevestigden het vluchtschema van Hourani naar Pyongyang en een speciaal AWACS-toestel had de zakenjet het lange traject gevolgd. Toen het toestel het Afghaanse luchtruim bereikte, steeg een F-22 Raptor straaljager op van Bagram. De eigen jet van de Corporatie steeg kort daarna op, in zuidelijke richting vliegend, weg van de Syriërs. Hoewel de Amerikanen alle radarinstallaties controleren die konden waarnemen wat er ging gebeuren mocht de verwisseling absoluut niet opgemerkt worden.

In een van de zones waar geen radarbereik is zwenkte Tiny Gunderson, de chef-piloot van de Corporatie, naar een noordelijker koers. Maar nu was de Dassault Falcon niet alleen. Het toestel werd geëscorteerd door een B-2 stealth-bommenwerper, afkomstig van de luchtmachtbasis Whiteman in Missouri. Omdat de bommenwerper veel groter is dan de Falcon, maar onzichtbaar voor de radar, vloog Tiny dertig meter recht boven de stealth. Geen enkele radarpost op aarde kan een B-2 waarnemen, en door de Falcon af te schermen bleef het vliegtuig van de Corporatie verborgen terwijl ze het toestel van Hourani naderden.

Op een hoogte van veertigduizend voet was de Syrische Falcon aan haar plafond, terwijl de Raptor die snel dichterbij kwam nog wel zes kilometer hoger kon stijgen voor de onderschepping. De timing was van cruciaal belang. Toen de B-2 amper een halve mijl achter Hourani's toestel vloog, werden de wapenluiken van de Raptor geopend om een paar AIM-120C AMRAAM-raketten af te vuren.

Als de Syrische jet over een waarschuwingsradar beschikte, dan zouden de twee raketten uit het niets zijn opgedoken. Maar het al oudere Franse toestel had zo'n systeem niet, en dus raakten de twee raketten zonder enige waarschuwing de Garrett TFE-731 turbofans. Zodra de Dassault in de lucht explodeerde dook de piloot van de B-2 bij Tiny Gundersons Falcon vandaan. Op die hoogte zou iedere waarnemer vanaf de aarde menen dat de kort oplichtende vuurbal een meteoriet was. En wie naar een radarscherm keek zag dat het Syrische vliegtuig opeens van de monitor verdween, om enkele seconden later weer te verschijnen, een halve mijl westelijker, om dan normaal op koers te blijven. De technicus zou denken dat het systeem even haperde, als er al enige aandacht aan werd geschonken.

Nu Cabrillo, Hanley en Kasim veilig op de Asia Star waren, moest alleen de bom geplaatst worden, om daarna onopgemerkt van boord te gaan, en contact maken met Eddie Seng in de mini-onderzeeboot. Dan moesten ze ongezien wegkomen uit de best beveiligde haven van Noord-Korea en de Oregon bereiken, nog voordat iemand besefte dat de Star gesaboteerd was.

Het was geen normale dag voor de mannen van de Corporatie. Maar ook niet heel bijzonder.


Hoofdstuk 2


Een kreet wekte Victoria Ballinger.

En die redde haar leven.

Tory was de enige vrouw aan boord van de Avalon, het onderzoeksvaartuig van de Royal Geographic Society, omdat haar hutgenote een week geleden naar een ziekenhuis in Japan was overgebracht vanwege een acute blindedarmontsteking. En dat ze de hut nu alleen gebruikte was ook haar redding.

Het schip was al een maand op zee, als onderdeel van een internationale missie om de stromingen in de Japanse Zee in kaart te brengen. Het gebied was niet goed onderzocht omdat Japan en Korea hun visserijrechten beschermden en elke samenwerking als een bedreiging beschouwden.

Anders dan haar hutgenote die koffers vol kleding en persoonlijke zaken meebracht leidde Tory een spartaans bestaan aan boord. Afgezien van haar beddengoed en wat jeans en rugby shirts voor een week was de hut leeg.

De kreet klonk uit de gang voor haar deur, een mannelijke schreeuw in doodsnood, waardoor ze wakker schrok. Ze opende haar ogen en hoorde doffe knallen van vuurwapens. Meteen werd ze alert en ze hoorde het ratelen van automatische wapens en gekrijs.

Iedereen aan boord van de Avalon was gewaarschuwd dat een bende moderne zeerovers loerde op de schepen in de Japanse Zee. Ze hadden de afgelopen twee maanden al vier schepen overvallen en tot zinken gebracht. De passagiers en elk bemanningslid dat levend ontsnapte moest maar proberen in een reddingsboot weg te komen. Slechts vijftien van 172 zeevarenden hadden de aanvallen overleefd. De vorige dag nog hadden ze gehoord dat een containerschip spoorloos verdwenen was. Vanwege de dreiging van de piraten was een wapenkast geplaatst op de brug, maar de paar geweren en een enkel pistool waren geen partij tegen de automatische geweren waarmee de wetenschappers en bemanningsleden werden neergemaaid.

Haar vecht-of-vluchtinstinct volgend, stapte Tory snel uit haar kooi. Ze verspilde twee kostbare seconden om een keus te maken die ze niet had. Ze kon nergens heen. De piraten waren in de gang voor haar hut. Ze vuurden ook in de hutten, zo te horen. Tory zou meteen neergeschoten worden als ze de deur opende. Ze kon niet vluchten en in de hut was niets wat ze als wapen kon gebruiken.

Het licht van de volle maan scheen door de patrijspoort op de lege kooi tegenover die van Tory. Dat bracht haar op een idee. Ze griste de lakens en dekens van haar kooi en propte alles onder het bed. Daarna haalde ze haar kleren uit de kast, en liet het deurtje open, net als de kast van haar afwezige hutgenote. Ze had geen tijd om de toiletspullen uit de badcel weg te halen. Ze kroop onder haar kooi, zo ver mogelijk weg en trok haar kleren dicht tegen zich aan.

Ze vocht om haar ademhaling in bedwang te houden, toen de eerste golf paniek op kwam. Tranen rolden uit haar ooghoeken. Ze hield een snik binnen, juist op het moment dat de deur van de hut ruw werd geopend. Ze zag een bundel licht uit een zaklantaarn door de hut bewegen, eerst over de kale matras op Judy's kooi, dan over haar bed en even aarzelend bij de lege kasten.

De voeten van de piraat werden zichtbaar. De man droeg soldatenkistjes en Tory zag dat hij zijn broekspijpen in de hoge schoenen had gestopt. De piraat liep naar de kleine badcel en scheen overal met zijn zaklantaarn. Ze hoorde het douchegordijn ritselen toen hij daar achter keek. Hij zag Tory's zeep,

shampoo en haarversteviger niet, of hij vond het niet belangrijk. Even later smeet hij de hutdeur achter zich dicht, kennelijk overtuigd dat er niemand in de hut was.

Tory bleef roerloos liggen en ze hoorde het rumoer van de schermutselingen afnemen in de gang. Er waren slechts dertig personen aan boord. De meesten lagen te slapen in hun hut, omdat de machinekamer 's nachts automatisch werd geregeld. Twee mannen liepen wacht op de brug. Omdat Tory's hut aan het einde van de gang was, wist ze bijna zeker dat de piraten de hele bemanning al hadden uitgeschakeld.

De bemanning. Haar vrienden.

Als ze dit wilde overleven, dan moest ze daar niet aan denken. Hoe lang zou het duren voordat de zeerovers het schip geplunderd hadden? Er was maar weinig van waarde voor deze piraten. De kostbare wetenschappelijke apparatuur was te zwaar om mee te nemen. En de onderwatersensoren hadden alleen waarde voor wetenschappers. Er waren enkele televisies en computers aan boord, maar het leek nauwelijks de moeite waard die apparaten mee te nemen.

Tory schatte dat de piraten ongeveer een half uur nodig hadden om de veertig meter langeAvalonte doorzoeken, voordat ze de afsluiters openden om het schip te laten zinken. Ze telde de minuten aan de oplichtende punten op de wijzerplaat van het Rolex-herenhorloge dat ze droeg. Ze concentreerde zich op het kleine universum van fosforescerende puntjes om niet in paniek te raken.

Vijftien minuten verstreken, en toen voelde ze dat de bewegingen van het schip veranderden. Het was een rustige nacht en deAvalonrolde op de lange deining, een gewoonlijk kalmerende beweging die haar elke avond in slaap wiegde. Nu merkte Tory dat het schip anders wiegde, trager, alsof het zwaarder werd.

De piraten hadden de afsluiters al geopend. Ze lieten het onderzoeksschip zinken. Tory probeerde te begrijpen waarom ze dat deden, maar ze wist het niet. De zeerovers konden het schip nooit in zo korte tijd geplunderd hebben. Ze brachten deAvalontot zinken, zonder het eerst leeg te roven.

Tory kon niet langer wachten. Ze kroop onder de kooi vandaan en was met een sprong bij de patrijspoort. Aan de horizon zag ze iets wat eerst een laag eiland leek, maar even later herkende ze het hoekige silhouet van een groot vaartuig. Daarnaast was nog een kleiner schip te zien. Het leek even of beide schepen met elkaar in aanvaring zouden komen, maar dat was een illusie in het maanlicht. Dichterbij zag ze de achter spiegel en het kielzog van een grote rubberboot. Het geluid van de buitenboordmotoren stierf weg toen de boot bij het zinkende oceanografische schip vandaan raasde. Tory voelde woede opvlammen terwijl ze de verdwijnende rubberboot nakeek.

Met een snelle beweging keerde ze zich af van de patrijspoort en ze stormde de hut uit. Op de gang lagen geen doden, maar op de vloer lagen overal patroonhulzen en er hing een scherpe geur van kruitdamp. Ze probeerde niet naar de bloedspatten op de lange wand te kijken. Bij de rondleiding over het schip had Tory gezien dat er overlevingspakken waren in de Zodiac-reddingsboot op de voorplecht van deAvalon,en daarom deerde het haar niet dat ze alleen een lang T-shirt droeg. Op blote voeten draafde ze over de metalen dekken, met een arm tegen zich aangedrukt zodat haar borsten niet heen en weer zwaaiden.

Ze beklom een trap naar het bovendek. Aan het einde van weer een gang was een deur naar buiten. Voor haar lag een lichaam op de vloer. Tory hapte naar adem toen ze dichterbij kwam. De man lag met zijn gezicht naar beneden, bloed doordrenkte zijn donkere shirt en vloeide traag glanzend over het dek. Ze herkende de gestalte. Het was de tweede boordwerktuigkundige, een opgewekte Brit, en zijn geflirt met haar had ze de laatste tijd niet onbeantwoord gelaten. Ze durfde hem niet aan te raken. De grote plas bloed was duidelijk genoeg. Tory drukte zich tegen de kille wand van de gang en stapte langs de dode man. Toen ze aan het einde van de gang was keek ze door de kleine ruit naar buiten, turend of er iemand op het schimmige voordek was. Ze zag niemand en legde haar hand voorzichtig op de deurkruk. Maar de kruk bewoog niet.

Ze zette meer kracht en probeerde nog eens de deur te openen, maar tevergeefs. Het slot zat muurvast.

Tory bleef kalm. Ze hield zich voor dat er vier andere uitgangen naar het dek waren, en dat ze desnoods een ruit kon inslaan als alle deuren geblokkeerd waren. Eerst probeerde ze de andere deuren, en toen die ook vergrendeld bleken klom ze nog een trap op naar de brug. Ze wist dat ze kon uitbreken, maar toen ze bij de toegangsdeur van de brug kwam voelde ze een diepe angst opkomen. Hoewel de piraten de hele bemanning hadden vermoord, hadden ze toch de tijd genomen het schip te verzegelen als een doodskist. Ze lieten geen gemakkelijke kans op ontsnappen bestaan. Haar lange vingers beefden toen ze de deurkruk aanraakten. De kruk draaide.

Tory duwde tegen de stevige stalen deur, maar die ging niet open. De deur kraakte niet eens. Hier waren geen grote ramen waar ze doorheen kon kruipen, zelfs geen patrijspoort om zich door te wringen. Ze zat in de val, en door dat besef verloor ze haar zelfbeheersing. Ze wierp zich tegen de deur, beukte met haar schouder tegen het metaal, telkens weer, tot blauwe plekken op haar arm verschenen. Ze krijste haar keel schor en zakte langs de deur naar het dek. Ze snikte in haar handen, haar donkere haar viel in slierten rond haar gezicht.

DeAvalonmaakte opeens een hellende beweging en de lichten flikkerden. Het water dat onderin naar binnen stroomde vulde een nieuw compartiment. De beweging van het schip deed Tory opschrikken. Ze was nog niet dood, en als ze kon verhinderen dat het schip zonk dan had ze tijd om een ontsnappingplan te bedenken. Ze had een snijbrander in de werkplaats gezien. Als ze dat apparaat vond, dan kon ze zich een weg naar buiten branden.

Tory had weer evenveel energie als in de eerste seconden toen ze de kreet gehoord had. Ze wist nu wel zeker dat dr. Halverson had geschreeuwd. Hij was een vriendelijke oceanograaf, en al bijna zeventig jaar. Tory kwam overeind van de vloer en rende terug. Ze passeerde de bemanningsverblijven en kwam bij een trap die naar de machinekamers leidde. Ze voelde een kille luchtstroom toen ze op het onderdek kwam. Het binnenstromende zeewater ruiste als een waterval.

Ze stond in een kleine ruimte, met een waterdichte deur naar de machinekamer. Ze legde haar hand op het metaal. Dat was nog warm van de grote dieselmotoren. Maar toen ze haar hand naar beneden bewoog voelde ze dat het metaal ijskoud was. Ze was nooit in de machinekamer geweest en ze kende de indeling niet. Toch moest ze het proberen.

'Kom op,' vermande ze zich met bevende stem. Ze bewoog de grendel. Water gutste over haar blote voeten en na enkele seconden stond ze tot haar knieën in het water dat duidelijk snel steeg. Een aantal treden leidde naar de vloer van de helder verlichte machinekamer. Achter een woud van pijpen, leidingen en kabels zag ze dat de reusachtige scheepsmotoren, elk zo groot als een bestelbus, al half onder water verdwenen waren. Het water klotste ook tegen de behuizing van een generator.

Ze stapte over de drempel en daalde de treden af. Ze hapte naar adem toen het water tot haar borst reikte. Het zeewater was 18 graden, maar toch rilde ze. Onder aan de treden moest ze op haar tenen lopen om het hoofd boven water te houden. Half wadend, half zwemmend bewoog ze door de grote machinekamer op zoek naar de plek waar het zeewater naar binnen drong.

DeAvalonzonk langzaam recht naar beneden, maar het schip bewoog traag mee met de deining. Die bewegingen maakten het voor Tory onmogelijk te voelen waar het water vandaan stroomde en waar die stroming het sterkst was. Ze zocht naar geopende afsluiters in de scheepswand. Het water in de volgestroomde machinekamer leek wel te koken. Na enkele minuten vruchteloos zoeken verloren haar voeten het contact met de vloer. Tory zwom tevergeefs nog een minuut rond. Ze kon niets doen. Zelfs al zou ze de afsluiters vinden, dan wist ze niet hoe die te bedienen.

De lichten flikkerden weer, en bleven daarna veel zwakker branden. Dat was het sein voor Tory om hier weg te gaan. In het donker kon ze nooit de uitgang van dit labyrint vinden.

Met snelle slagen zwom ze terug naar de deur. Toen ze weer kon staan zag ze dat het waterpeil gestegen was tot haar middel. Ze had al haar kracht nodig om de deur naar de machinekamer weer dicht te krijgen. Ze hoopte maar dat het schip lang genoeg bleef drijven tot een ander schip passeerde.

Koud en rillend klom Tory weer naar het bovendek en ze liep naar haar hut. Ze droogde zich af in de badcel, bond haar schouderlange haar in een paardenstaart en trok haar warmste kleren aan. De lucht was merkbaar kouder geworden. Ze had het niet eens gemerkt, maar ergens in de machinekamer had ze een snijwondje bij haar mondhoek opgelopen. Ze veegde de waterige bloeddruppels van haar lip. Onder normale omstandigheden had Tory een knap en aantrekkelijk gezicht met stralend blauwe ogen. Maar het spiegelbeeld boven de wastafel leek eerder een ontredderd persoon die naar de galg wordt geleid.

Ze wendde zich snel af van de spiegel en liep naar de patrijspoort. Ze zag de maan niet meer, en de boot van de piraten en het grote schip dat ze eerder aan de horizon had gezien waren ook verdwenen. De nacht was aardedonker, maar toch wilde ze door het kleine ronde venster naar de buitenwereld blijven kijken.

Misschien kon ze zich met vet insmeren en zich door de patrijspoort naar buiten wringen. Ze dacht dat de patrijspoorten in de mess wat groter waren. Het was de moeite van het proberen waard. Ze wilde zich juist omdraaien, toen buiten een donkere schim voorbijkwam. Ze tuurde ingespannen, tot haar ogen waterig werden.

Ze dacht dat ze weer iets zag, op drie meter afstand van het schip. Een vogel? De beweging leek er wel op, maar ze wist het niet zeker. Toen doemde de schim plotseling recht voor de patrijspoort op. Tory wankelde met een kreet naar achteren. Achter het glas staarde een grote grauwe vis haar met open bek aan, pompend met zijn kieuwen. De enorme snoekbaars keek haar met zijn gelige ogen nog even aan, gelokt door het licht in de scheepshut, en verdween toen weer in de diepte.

Wat Tory Ballinger niet kon zien vanuit haar hut in de scheepsromp, was dat het dek van deAvalonal onder water stond. Golven sloegen over het achterdek en de luiken op het voordek. Binnen enkele minuten zou het water tot de brug stijgen, zodat het schip onder de golven verdween en alleen de kraan op het achterdek nog boven water uitstak, als een arm die wenkt om hulp. En niet lang daarna zou de oceaan zich boven de enkele schoorsteen sluiten, als deAvalonlangzaam naar de zeebodem op bijna drie kilometer diepte zonk.


Hoofdstuk 3


Toen twee agenten van de geduchte Noord-Koreaanse veiligheidsdienst de Syrische bezoekers kwamen halen, zaten twee van hen zwijgend in hun Koran te lezen, terwijl de derde technische beschrijvingen van de Nodong-raket bestudeerde. Een bewaker gebaarde dat het drietal moest volgen en daarbij was te zien dat hij een pistool in een schouderholster droeg. Cabrillo en Hali Kasim stopten hun Korans weg en Hanley deed de schema's in zijn dikke aktetas voordat hij de sloten dichtklikte.

Ze liepen door de gangen van deAsia Star,een tot containerschip verbouwde bulkcarrier die in Panama geregistreerd stond. Hoewel wat sleets was het interieur goed onderhouden en alle wanden glansden van een nieuwe laag verf. Het schip leek verlaten, afgezien van de twee agenten die hier moesten escorteren.

Een van de bewakers maakte een luik op het hoofddek open. Daaronder was een donkere metalen ruimte, en het rook vaag naar bilgewater en roestend ijzer. De man deed de tl-verlichting aan, zodat de tien Nodong-raketten in speciale kratten zichtbaar werden. De vormen waren onscherp omdat er dik plastic folie om de raketten was gewikkeld. Elke raket was twintig meter lang en ruim een meter in doorsnee. Geladen met vloeibare brandstof woog elke raket vijftien ton, en een Nodong, afgeleid van de betrouwbare Russische Scud-D, kon een nuttige lading van een ton vervoeren over bijna duizend kilometer.

In het schemerige ruim van het vrachtschip hadden de raketten ondanks de verpakking nog steeds een uitstraling van dreiging en verderf. En de wetenschap wat de plannen met twee van deze raketten waren, maakte de mannen van de Corporatie nog meer vastberaden.

De drie mannen daalden een metalen trapje af naar de vloer van het scheepsruim. Max Hanley, vermomd als raketexpert, liep resoluut naar de eerste raket. Hij commandeerde naar de agenten bij het luik dat het plastic van de Nodong verwijderd moest worden.

Generaal Kim kwam aanlopen, juist toen Max een inspectiepaneel van de raket had geopend en zich met een meetinstrument over de opening boog. 'Ik zie dat u niet kon wachten met de inspectie van uw nieuwste wapens.'

'Ze zijn prachtig,' zei Cabrillo, die niets anders wist te zeggen.

'Ónze wetenschappers hebben het oude Sovjetontwerp aanmerkelijk verbeterd. En de explosieve lading is ook veel krachtiger.'

'Welke twee stuks worden in Somalië uitgeladen?'

De Noord-Koreaan herhaalde de vraag en een van de bewakers wees naar een paar raketten achter in het ruim. 'Die twee daar, onder dat rode plastic. Omdat de havenfaciliteiten in Monrovia zo primitief zijn, hebben we de lading al aangebracht. Brandstof voor die twee raketten kan overgepompt worden uit de tanks in het voorste ruim, in verband met het strakke tijdschema voor de lancering. Maar die brandstof mag niet te vroeg getankt worden. Drie dagen voor aankomst in Somalië is vroeg genoeg.'

'Eén dag voor aankomst lijkt mij veiliger,' wierp Juan tegen. Hij wist dat Kims voorstel bedoeld was om zijn kennis van raketten te testen. De brandstof drie dagen voor aankomst in de raketten laden zou de dunne aluminiumwanden van de tanks aanvreten, en de kans was groot dat deAsia Stardan explodeerde.

'Ach ja, wat dom van mij. Langer dan één dag kan catastrofaal zijn.' De verontschuldiging van Kim klonk niet erg welgemeend.

Cabrillo hoopte in stilte dat de generaal aan boord zou zijn als die raketten explodeerden. Max Hanley riep hem om naar iets in het elektronische brein van de raket te kijken. Hali Ka- sim stond aan de andere kant naast hem, en een kwartier lang staarden de drie mannen naar de wirwar van bedrading en elektronica. Zoals hun bedoeling was begon Kim ongeduldig te worden en in zichzelf te mompelen. 'Is er iets niet in orde?' vroeg de generaal uiteindelijk.

'Nee, alles ziet er prima uit,' antwoordde Cabrillo, zonder zich om te draaien.

Ze herhaalden het spelletje nog een kwartier lang. Af en toe keek Max op de technische tekeningen die hij bij zich had, maar verder bleven de mannen roerloos staan.

'Is dit echt noodzakelijk, kolonel Hourani?' vroeg Kim met nauwelijks verholen ergernis.

Cabrillo streek met een vinger over zijn aangeplakte snor, om te controleren of die wel goed zat, voor hij zich omdraaide. 'Neem me niet kwalijk, generaal, maar de heer Muhammad en professor Khalidi controleren alles zeer grondig. Maar als de eerste raket helemaal in orde blijkt, dan zal de inspectie van de andere sneller gebeuren.'

Kim keek op zijn horloge. 'Ik kan mijn tijd beter gebruiken, en wat administratie in de kapiteinshut afhandelen. Komt u maar naar boven als u klaar bent. Deze heren blijven bij u, ter assistentie.'

Juan moest een grijns onderdrukken. 'Dat is prima, generaal Kim.'

De drie mannen van de Corporatie liepen tien minuten later naar de tweede raket. De twee bewakers zaten op de trap en keken voor zich uit door het vrachtruim. Een van hen rookte aan een stuk door sigaretten, terwijl de ander de Arabieren scherp in de gaten hield. Allebei hadden ze hun jasje zo ver losgeknoopt dat ze snel hun wapens konden trekken. Kim verveelde zich al spoedig tijdens de langdurige inspectie, maar de twee agenten bleven uiterst waakzaam.

Er was geen tijd afgesproken voor de ontmoeting met Eddie Seng. Als alles volgens plan was verlopen, dan zou de mini- onderzeeboot nu dicht bij de achtersteven van deStarzijn. Zo dichtbij dat de gevoelige sonarapparatuur het geluid van drie mannen die in het water springen werd opgevangen. Juan voelde de tijdsdruk, want hij wilde deOregonliefst voor het eerste daglicht weer in internationale wateren hebben.

Over drie uur zou het licht worden. Hij berekende hoeveel tijd het zou kosten aan boord van de mini-onderzeeboot te komen, te ontsnappen uit de Yonghing-Manbaai en contact te maken met deOregon.Daarna hing alles af van de magnetohydrodynamische motoren van het schip, maar daar had Cabrillo alle vertrouwen in. De techniek om vrije elektronen te gebruiken uit zeewater om het schip voor te stuwen was nog in een experimenteel stadium, maar het ingewikkelde systeem met cryogekoelde magneten waarmee het vermogen voor de pompen werd opgewekt werd nu al twee jaar gebruikt en had nog nooit gehaperd.

Het was tijd. Cabrillo voelde zijn maag even ineenkrimpen, niet van angst, maar eerder van spanning omdat hij de Wet van Murphy kende. Dat was bijna een religie voor hem. Hij was een superieure tacticus en strateeg, en ook een behendige planner. Maar hij besefte tegelijk dat het toeval altijd een rol speelt en nooit helemaal uitgesloten kan worden. De operatie was tot nu toe soepel verlopen, en dat vergrootte juist de mogelijkheid dat er nu iets misging.

Hij twijfelde niet dat hun list niet doorzien werd voordat het schip Somalië bereikte, en daar konden ze gemakkelijk wegkomen. Maar als dat gebeurde, dan hadden ze gefaald, en falen was een van Cabrillo's oude tegenstanders, iets wat hij nog meer haatte dan de beroemde stelling van meneer Murphy. Hij wist dal er geen weg terug was. Als de dobbelsteen verkeerd rolde, dan zouden hij, Max en Hali sterven. Eddie Seng had een kans te ontsnappen, al was dat niet waarschijnlijk. Maar als Vrouwe Fortuna hen welgezind bleef, dan zouden over enkele uren tien miljoen dollar van Uncle Sams zwarte kas bijgeschreven worden op de bankrekening van de Corporatie, ergens op de Kaaiman Eilanden.

Cabrillo tikte op zijn horloge, het afgesproken teken, en meteen verdween de spanning. Juan vertrouwde op zijn deskundigheid, eerst geleerd bij de reservisten, later opgedaan in het CIA-trainingskamp in Virginia, en aangevuld met vijftien jaar ervaring in de praktijk.

Hali nam een andere positie in, zodat de bewakers Hanley niet konden zien. Max morrelde aan twee verborgen sloten in zijn koffertje. Juan keerde zich af van de raket en keek naar de bewaker die aan nicotine verslaafd was. Hij wenkte met het universele gebaar dat hij een sigaret wilde bietsen. Hij liep door het ruim en de Noord-Koreaan haalde een bijna leeg pakje sigaretten uit zijn jaszak.

Buiten het zicht van de afgeleide bewakers haalde Max de bom uit het geheime vak in zijn koffertje. Het explosief was kleiner dan een cd-hoesje, een wonder van miniaturisering, maar met de vernietigende kracht van een landmijn.

De roker bij de trap kwam overeind en daalde af naar het ruim. Juan had er op gerekend dat de man naast zijn collega zou blijven zitten. Altijd weer Murphy. Hij pakte de aangeboden sigaret aan en hield die bij het vlammetje van de Zippo van de bewaker. Juan inhaleerde diep, hield de rook even in en explodeerde toen in een vreselijke hoestbui, alsof de tabak veel scherper was dan hij verwacht had. De bewaker grinnikte om Cabrillo en hij keerde zich naar zijn collega om een opmerking te maken.

De bewaker zag niet dat Cabrillo de hoestaanval gebruikte om zijn lichaam te spannen als een veer, dus toen Juan met zijn vuist uithaalde naar de bewaker deed hij dat met alle kracht in zijn gespierde lijf. De bewaker werd geraakt op zijn kaak, zodat de man tollend op het dek viel, alsof hij neergeschoten was. Juan werd verrast door de reflexen van de andere bewaker. Hij had verwacht dat de man zich minstens twee seconden moest herstellen, voordat hij besefte wat er gebeurde.

Maar de man stond al boven aan de trap en tastte naar zijn schouderholster. Cabrillo dook naar hem, graaiend naar zijn enkels. De loop van het automatische pistool was al uit de holster toen Cabrillo's handen zich sloten om de schenen van de Noord-Koreaan. Cabrillo sloeg met zijn kin hard tegen de scherpe rand van de stalen trede, maar door de beweging verloor de Noord-Koreaan zijn evenwicht en hij tuimelde achterover. Het wapen viel kletterend op het bovendek.

Cabrillo krabbelde overeind, bloed droop langs zijn kin en de adrenaline kolkte door zijn aderen. Zelfs al kon de Koreaan niet richten, een enkel schot zou Kim alarmeren en een legertje beveiligers zou naar het ruim stormen. Achter de drie schermutselende mannen was Max Hanley naar de raket gerend die bestemd was om in de heilige stad Mekka te exploderen. Hij moest de bom dicht bij de explosieve lading aanbrengen, zodat die ook zou ontploffen. Hali Kasim haalde een stiletto tevoorschijn die verstopt was in de band van zijn Koran. Hij snelde uit voorzorg naar de trap, wetend dat de strijd al beslist zou zijn voordat hij zijn chef bereikte.

Juan probeerde met zijn elleboog in het kruis van de Koreaan te beuken, en tegelijk de trap op te klauteren. Maar de klap miste doel, omdat de tengere bewaker hem ontweek. Juan merkte dat zijn rechterarm vanaf de elleboog gevoelloos werd toen die hard tegen het dek sloeg. Hij vloekte en slaagde erin de rechterpols van de Koreaan te grijpen, juist voordat diens vingers zich om het wapen konden sluiten. Hoewel veel groter en sterker was Cabrillo in een ongunstige positie en hij voelde dat de Koreaan dichterbij het wapen kwam.

Hali was drie meter voor de trap, toen de bewaker een uitval deed naar het pistool. Juan liet zich meesleuren met de wanhopige poging, terwijl zijn verdoofde arm als een slinger tegen de zijkant van het hoofd van de Koreaan sloeg. Daardoor was de man even verdwaasd. De bewaker herstelde zich en trapte naar Juans been, zodat het tegen de leuning werd gebeukt. Een geluid als van krakend bot echode boven de hijgend worstelende mannen. De bewaker was ervan overtuigd dat de

Syriër uitgeschakeld was en probeerde zijn wapen weer te grijpen. Maar Cabrillo was niet verslagen. Toen de Koreaan de loop van zijn pistool pakte, greep Cabrillo zijn pols en sloeg die herhaaldelijk tegen de vloer. Bij de eerste klap vloog het wapen uit zijn hand en viel ratelend langs de treden naar beneden. Hali raapte het op, stormde met drie treden tegelijk de trap op, en sloeg met de kolf tegen het hoofd van de bewaker. De Koreaan knipperde even met zijn ogen en raakte bewusteloos.

'Alles oké, chef?' vroeg Kasim, en hij hielp Cabrillo overeind.

Max kwam de trap op, zo snel als iemand die half zo oud was als hij. 'Vraag dat later. De bom tikt, we hebben nog vijftien minuten.'

Bekend met de indeling van zeeschepen renden de drie mannen zonder te verdwalen naar het bovendek, waar ze even pauzeerden om zeker te weten dat er geen bewakers patrouilleerden. Ze zagen de slanke torpedojager in het midden van de baai, met de lopen van het lOOmm-geschut naar de buitenhaven gericht. Er was niemand aan dek, en de drie mannen renden naar de reling, om zonder aarzelen over boord te springen.

Het water was koud en smaakte naar petroleumsoep. Max spuwde een mondvol zeewater uit terwijl hij zijn lange gewaad uittrok. Hij droeg een zwembroek en een strak neopreen vest. Juan werkte zich uit zijn laarzen, maar hield zijn uniform aan. Hij was opgegroeid met de branding van Zuid-Californië en voelde zich in het water evenzeer op zijn gemak als op het land. Hali, de jongste van het team, trok zijn jasje uit en schopte zijn schoenen uit. Ze zwommen zwijgend naar de achtersteven van het schip, dicht langs de romp om niet gezien te worden vanaf het dek.

Ze moesten snelheid en onopgemerkt blijven tegen elkaar afwegen. Eddie kon de tien meter lange Discovery 1000 onder water houden, en de mannen konden dan via de luchtsluis aan boord komen, maar dat was zelfs onder gunstige omstandigheden een tijdrovende procedure. Juan had besloten dat Eddie juist aan de oppervlakte moest blijven, zodat de mannen door het dekluik aan boord konden komen. Ze zouden niet langer

dan dertig seconden zichtbaar zijn en dicht bij het gekabbel van de golven tegen het roer en de scheepsschroef van deAsia Stardat de geluiden zou maskeren voor de Koreaanse detectieapparatuur.

Ze hoefden niet langer dan een minuut te wachten voordat luchtbellen recht achter deAsia Staropborrelden. Ze waren al in beweging toen de platte bovenkant van de mini-onderzeeboot aan de oppervlakte kwam. Hali was als eerste bij het vaartuig en hij klom aan boord. Hij maakte het dekluik open, terwijl het water nog over het matzwarte dek spoelde. Met een sissend geluid ging het luik open en Hali verdween naar binnen, op de voet gevolgd door Max en Juan. Cabrillo en Max maakten het luik boven hen weer hermetisch dicht, op de tast werkend in het donker, want het enige licht in de Discovery 1000 was de zwakke gloed van het instrumentenpaneel in de voorste cockpit.

Juan haalde een schakelaar over, en twee rode lampjes lichtten op. De Discovery was niet ontworpen om veel dieper dan dertig meter te duiken, en het vaartuig kon niet langer dan vierentwintig uur onder water blijven: dan moesten de batterijen opgeladen en de C02-fïlters vervangen worden. Voor deze missie was een aantal stoelen verwijderd, om plaats te maken voor extra accu's en een wirwar van kabels. Kratten met filters waren in andere bergruimten gestouwd naast de proviand voor Eddie Seng. Een chemisch toilet stond tussen lege kartonnen verpakkingen van etenswaren. Het was binnen erg klam en de lucht was bedompt.

Eddie was alleen aan boord sinds het vaartuig vijftien dagen eerder vanaf deOregonin zee was getakeld. Omdat de haven omringd was door afluisterapparatuur en met sonar bewaakt werd, had het zo lang geduurd voordat Seng tot diep in het havenbekken was doorgedrongen. Tijdens de eb liet hij de Discovery op de zeebodem rusten, om met de vloedstroom weer een stukje verder naar binnen te drijven. Hij liet de elektromotoren alleen draaien als er dekking was van een binnenvarend vrachtschip of een passerende patrouilleboot. Er was geen andere manier om onopgemerkt de marinebasis binnen te dringen.

De bemanning van deOregontelde meer duikbootkapiteins, maar Eddie, als directeur van Kustoperaties, liet niemand anders het risico nemen. Seng was een veteraan van de CIA, hoewel Juan hem niet kende toen ze allebei voor die dienst werkten. Het grootste deel van zijn carrière had Juan gewerkt in het Midden-Oosten, terwijl Eddie actief was bij de Amerikaanse ambassade in Peking, waar hij leiding gaf aan een aantal spionagenetwerken. Door veranderingen in het beleid en budget na 11 september was Eddie overgeplaatst naar een bureaubaan in het vaderland, maar omdat hij 'liever het echte werk deed' was hij overgestapt naar de Corporatie, en hij had zich daar al spoedig onmisbaar gemaakt.

Cabrillo kroop over de accu's en lege kratten, naar de stoel van de copiloot naast Eddie. Het zwarte haar van Eddie was sluik omdat het zo lang niet gewassen was, en een stoppelbaard maakte zijn gelaatstrekken minder scherp. De spanning van de laatste twee weken maakte zijn ogen minder helder dan gewoonlijk.

'Hallo, chef,' grijnsde Eddie. Niets kon zijn laconieke aard verstoren. 'Welkom aan boord.'

'Dank je,' antwoordde Juan, en hij zag dat de onderzeeboot al naar tien meter diepte was gedaald. 'De klok tikt, dus zo snel mogelijk de haven uit. We hebben nog elf minuten.'

De motoren van de Discovery kwamen tot leven en de enkele scheepsschroef beet in het water. Ze konden niets doen om het geluid te dempen. Ze moesten ze ver mogelijk weg van deAsia Star,want water laat zich niet samendrukken en de schokgolf van de explosie zou daardoor nog verwoestender zijn.

Cabrillo keek strak naar de sonar en na amper een minuut sinds ze wegvoeren van de gedoemde vrachtboot was er contact.

'Meneer Murphy steekt zijn lelijke kop op.'

'Wat zie je?' Hanley stond vlak achter Juan en leunde over zijn schouder.

De computer analyseerde het akoestische signaal en Cabrillo begreep de grimmige feiten. 'Een patrouilleboot van de Sinpo-klasse. Twaalf man aan boord. Bewapend met een paar 37mm- automatische kanonnen en rekken met dieptebommen. Topsnelheid is veertig knopen. Ons contact heeft al een snelheid van twintig mijl en koerst recht in onze richting.'

Eddie keek naar Juan. 'Dat is routine. Ze doen niet anders sinds ik in deze haven ben. Om de paar uur scheurt een enkele patrouilleboot hier heen en weer. Ik denk dat ze zoeken naar zeelieden die van boord springen.'

'Met deze koers vaart die boot precies over ons heen.'

'Heeft dat type schip sonar aan boord?' vroeg Max.

Juan keek weer op het computerscherm. 'Onbekend.'

'Wat wil je dat ik doe?' vroeg Eddie. Zijn stem bleef kalm en zakelijk. 'Doorvaren, of naar de bodem en wachten tot hij voorbij is?'

Cabrillo keek weer op zijn horloge. Ze hadden weinig meer dan een kwart mijl afgelegd. Te dichtbij. 'Doorvaren. Als hij ons hoort, of ons kielzog ziet, dan moet hij vaart minderen en omdraaien om ons spoor op te pikken. We hebben maar zes minuten nodig.'

Een ogenblik later hoorden de vier mannen in de kleine onderzeeboot het geraas van de schroeven van de patrouilleboot. Een boosaardig geluid dat hoger klonk naarmate het vaartuig naderde. Toen de patrouilleboot recht boven hen was resoneerde de hele romp van de Discovery. En de mannen luisterden afwachtend of de boot nog een keer terug zou komen. Het leek veel langer te duren, maar Max en Hali konden opgelucht ademhalen toen de patrouilleboot verder voer. Cabrillo bleef strak naar de monitor van de sonar turen.

'Ze keren om,' zei hij een seconde later. Hij komt terug om nog een kijkje te nemen. Hali, controleer met de marifoon of hij zendt.' Hali Kasim had de leiding over de telecommunicatie van deOregonen hij bespeelde de knoppen van alle apparatuur als een concertpianist.

De radiotelegrafieapparatuur aan boord van deOregonwas heel uitgebreid en kon wel duizend frequenties per seconde scannen. Er was vertaalsoftware aan gekoppeld die zo snel werkte dat een marconist gewoon een gesprek in allerlei talen kon voeren, zonder dat de luisteraar het merkte. Maar met de beperkte apparatuur aan boord van de Discovery 1000 zouden ze al blij moeten zijn als ze een gesprek konden opvangen, en aangezien niemand Koreaans sprak zouden ze niet weten of de bemanning van de patrouilleboot toestemming vroeg om een dieptebom af te werpen, of commentaar leverde op het weerbericht.

'Ik hoor niets,' zei Kasim na enkele ogenblikken.

De Noord-Koreaanse patrouilleboot passeerde weer boven de mini-onderzeeboot, en de mannen hoorden dat het toerental van de motoren lager werd.

'Ze volgen ons,' begreep Eddie.

De krachtige sonar pikte twee plonsgeluiden op, maar zo zwak dat het geen zware dieptebommen konden zijn. Juan begreep meteen wat er ging gebeuren. 'Zet je schrap!'

De granaten waren versies van de Russische RGD-5, en al was de springlading maar vier ons, in het water werd het effect van de explosie veel sterker. De twee granaten ontploften bijna tegelijk, enkele meters achter de Discovery. De achtersteven schoot omhoog, waardoor Hali Kasim tegen een rij batterijen werd gesmeten. Eddie vocht met de stuurhendels om de neus weer omhoog te krijgen toen de modderige zeebodem plotseling voor de grote acryl koepel opdoemde. Omdat hun oren nog gonsden hoorden ze niet dat een tweede stel granaten in het water werd gegooid. Die explodeerden recht boven de onderzeeboot, zodat de Discovery in de modder werd gedrukt, juist toen Eddie het vaartuig weer horizontaal had. Het zicht verdween door de wolken zand en slib die opwarrelden. Er waren vonken van een losgeraakte kabel en heldere flitsen waar kortsluiting ontstond, zodat de mannen even verblind waren.

Eddie schakelde meteen de stroom uit, zodat Max de losse kabel weer vast kon maken. Bij het schijnsel van een miniatuurzaklantaarn die hij tussen zijn tanden geklemd hield werkte Max aan een omleiding langs de getroffen rij batterijen, maar

de schade was al aangericht. De lichtflitsen waren aan de oppervlakte zichtbaar achter de patrijspoorten van de onderzeeboot, als een naargeestig blauw schijnsel in de diepte.

'Nu weten ze waar we zitten,' zei Hali. 'Ze zenden een bericht uit. Een korte melding, maar ik denk dat we de klos zijn.'

'Lukt het een beetje, Max?' vroeg Cabrillo, op een toon alsof hij informeerde of de koffie al gezet was.

'Bijna klaar.'

'Hoor je iets van de kust, Hali?'

'Nee. De militaire staf zal wel piekeren over de melding van die patrouilleboot.'

'Klaar,' zei Max. 'Eddie, je kunt weer varen.'

Eddie Seng drukte op een knop en de verlichting van het instrumenten gloeide weer op.

'Oké, Eddie. Ballasttanks blazen en zo snel mogelijk naar boven.'

'Die patrouilleboot is recht boven ons, chef.'

Cabrillo reageerde met een grimmige grijns.

'Daar gaat onze garantie,' bromde Eddie, en hij drukte op de knoppen om de Ballasttanks van de Discovery met perslucht leeg te blazen. De kleine onderzeeboot leek zichzelf te lanceren van de zeebodem. Eddie keek naar de dieptemeter en noemde de getallen hardop. Toen hij meldde dat ze nog anderhalve meter onder water waren, doken de vier mannen instinctief dieper in hun stoelen.

De stalen romp knalde tegen de onderkant van de Noord- Koreaanse patrouilleboot met een oorverdovend schurend geraas. De onderzeeboot was tonnen lichter dan het andere vaartuig, maar door de snelle beweging omhoog kapseisde dat tot de reling aan stuurboord het water raakte. De benen van een bemanningslid werden verbrijzeld door een wegrollend olievat. Juan reikte voor Eddie naar een knop om de duikboot extreem snel te laten dalen, voordat het bovendek aan de oppervlakte kwam.

Snelle pompen vulden de ballasttanks binnen vijftien seconden met water en de Discovery zonk als een baksteen.

'Daar zullen ze wel een paar minuten mee zoet zijn,' merkte Max op.

'Meer tijd hebben we ook niet nodig. Oké, iedereen hoofdtelefoons op en maak je riemen vast.'

De mannen zetten grote hoofdtelefoons op die aangesloten werden op elektronica die speciaal voor de missie aan boord geïnstalleerd was. Sound Answers had het experimentele apparaat gebouwd, waarmee geluidsgolven worden opgevangen, daarna werden frequentie en amplitude geanalyseerd, en omgekeerd weer afgespeeld, waardoor 99 procent van de decibels gedempt werd. Als deze apparaten verbeterd en geminiaturiseerd werden, dan kunnen stofzuigers geruisloos worden en hoeft niemand meer het akelige geluid van een tandartsboor te horen.

Aan boord van deAsia Starkwam een van de Noord-Koreaanse spionnen die de Syriërs moest bewaken weer bij bewustzijn. Hij verspilde kostbare seconden door bij zijn maat te kijken. Die had een enorme buil op de plek waar hij geraakt was met de kolf van het pistool. De man zou voorlopig niet wakker worden. De bewaker wist wat hij moest doen. Hij rende weg, schreeuwend zo hard hij kon. Even later was hij op het hoofddek en rende door de gang achter de brug tot hij bij de kapiteinshut was. Zonder kloppen gooide hij de deur open. Generaal Kim was aan de telefoon.

'En wat doe je dan, mijn lieve kleine lotus?' Kim sprong overeind toen de deur van de hut krakend tegen de wand sloeg. 'Wat heeft dit te betekenen?' bulderde hij.

'Generaal,' hijgde de bewaker. 'Die Syriërs… Ze hebben ons neergeslagen. Ik zag ze niet meer in het ruim. Ik denk dat ze proberen te ontsnappen…'

'Ontsnappen? Wat bedoel je?' Kim had de vraag amper gesteld, of hij wist het antwoord al. Hij verbrak de verbinding met zijn maitresse en trommelde op de haak om de operator in de telefooncentrale te waarschuwen. 'Kom op, verdomme!' vloekte hij en wendde zich naar de bewaker. 'Dus het waren geen Syriërs, maar Amerikaanse saboteurs. Zoek in het ruim naar een bom!'

Eindelijk klonk een stem in de telefoonhoorn. Kim wist dat de Amerikanen zouden boeten voor hun verraad, als hij een waarschuwing kon doorgeven. Ook al zou hij zelf sterven. 'Dit is generaal Kim, aan boord van deAsia Star…'

Onder in het scheepsruim tikte de ontsteker van Max' bom de laatste seconde af.

De verborgen bom scheurde exploderend door de raket, een ogenblik later volgde een tweede ontploffing van de springlading. Overdruk bouwde zich in het scheepsruim op, tot de vier ton zware dekluiken naar de nachtelijke hemel werden geblazen, alsof een vulkaan uitbarstte. De oude platen scheepshuid van deStarspleten open als stukken sinaasappelschil, toen de tonnen raketbrandstof in het voorste ruim explodeerden.

Het schip spatte uit elkaar.

Een tweehonderd meter lange strook betonnen kademuur werd weggeslagen en brokstukken belandden tot ver in het achterland. De twee zware hijskranen op de kade tuimelden in het water en alle ramen in het havengebied sloegen aan gruzelementen. Toen verspreidde de schokgolf zich. Pakhuizen dichtbij werden met de grond gelijkgemaakt, en van loodsen die verder stonden werden de gevelplaten weggeblazen, alleen het stalen skelet bleef staan. De zware schokgolf stuwde het water in de baai op tot een twee meter hoge vloedgolf die met geweldige kracht tegen de voor anker liggende torpedojager sloeg. De kiel van het schip brak door de klap en het vaartuig kapseisde nog voor dat iemand van de wacht aan boord kon reageren.

De nacht veranderde in dag, toen een vuurbal naar een hoogte van vierhonderd meter opsteeg, met vlagen verzengende raketbrandstof die overal op de oever nieuwe branden veroorzaakten. Delen van de scheepsromp van deAsia Starvlogen als stukken schroot in het rond, overal gebouwen en voertuigen verwoestend.

De schokgolf raakte de patrouilleboot in de haven en smeet het vaartuig rollend als een boomstam van een berghelling over het water. Bij elke omwenteling raakten meer delen van de opbouw los. Eerst de voorste kanonnen, dan de twee .50-mitrail- leurs op het achterdek, en als laatste werd de kleine stuurhut losgeslagen, zodat alleen de kale romp nog over de golven rolde.

De geluiddemping deed zijn werk, maar toch galmde een dreunende slag door de Discovery 1000, alsof het schip een kerkklok was. De hele romp sidderde toen de schokgolf voorbij trok en de kleine onderzeeboot schoot eerst snel naar voren, om dan meteen weer teruggerukt te worden, zodat de mannen strak in de veiligheidsriemen werden getrokken. Alles wat loszat vloog door het interieur. De dreun teisterde de trommelvliezen, en zonder de geavanceerde geluiddempingsapparatuur zouden de vier mannen voorgoed doof zijn geworden.

Cabrillo schreeuwde zo hard hij kon vragend naar de anderen. Eddie en Hali waren ongedeerd, maar Max had een grote buil op zijn hoofd, waar hij door een rondvliegende batterij was geraakt. Maar hij bloedde niet en raakte ook niet buiten bewustzijn. Hij zou een tijd lang hoofdpijn hebben, en het zou dagen duren voordat de buil weer minder groot werd.

'Oké, Eddie, breng ons naar huis.'

De miniduikboot glipte onopgemerkt uit de havenkom en op twee mijl buiten de kust hoorden ze het geluid van helikopters die naar Wonsan koersten. De toestellen vlogen te hoog en te snel om op onderzeeboten te jagen. Waarschijnlijk waren het reddingshelikopters, met medisch personeel en hulpgoederen op weg naar de verwoeste marinebasis.

Zoals alle landen aan zee had ook Noord-Korea een strook zeegebied van twaalf mijl als territoriale wateren. Voor de zekerheid had Juan Cabrillo een rendez-vous afgesproken op twintig mijl uit de kust. Dat betekende een lange tocht in de bedompte Discovery: drie uur langer dan gepland. De Discovery moest onder water blijven, omdat het al bijna licht werd en de kans bestond dat de Koreanen met luchtverkenning jacht op haar maakten.

Eindelijk kwamen ze op de afgesproken plek in de oceaan, en Eddie liet het vaartuig opstijgen van tachtig voet diepte. De onderkant van de romp van deOregonwas geschilderd met rode anti-fouling. Het grote schip rees hoog op boven de kleine onderzeeboot. Juan zag tevreden dat het onderwaterschip nog nergens aangroei had en er even nieuw uitzag als toen hij het schip aanschafte. Om goed gebruik te maken van de enorme stuwkracht die met de revolutionaire motoren werd opgewekt, had deOregoneen MDV-vorm, zoals de snelle Europese veerboten. De romp had een scherpe Y-vorm, waardoor het schip met grote vaart door de golven kon klieven. De stabiliteit werd verzekerd door draagvleugels en intrekbare, verstelbare vinnen. Zo planerend kon het schip veertig mijl per uur afleggen. Als de snelheid nog verder werd opgevoerd, dan veroorzaakte dat te veel weerstand. Dan werden de draagvleugels ingetrokken. De bemanning moest zich dan stevig vastsnoeren, alsof ze aan een snelle racebootwedstrijd meededen.

Eddie pakte een apparaat zo groot als een afstandsbediening, wees ermee naar deOregonen drukte op een knop.

Een dubbele deur, wel vijfentwintig meter breed, scharnierde langzaam open in de scheepsromp. Helder licht uit het ruim straalde door het water, zodat het onderschip in een groen schijnsel baadde. Eddie manoeuvreerde met de straaljets en hij veranderde de ballast, zodat de Discovery recht voor de opening kwam. Twee mannen in duikerpakken sprongen uit het ruim in het water en maakten hijskabels voor en achter aan de duikboot vast. De miniduikboot en haar grotere zuster, een Nomad 1000 die ook aan boord van deOregonwas, konden ook zelfstandig het ruim invaren, maar dat was een riskante manoeuvre die alleen in noodgevallen gedaan werd.

De kikvorsman zwom voor de cockpit en wuifde naar Eddie en Juan. Hij maakte een snijdende beweging voor zijn nek. liddie stopte de motoren. Een seconde later was er een ruk aan de Discovery en het vaartuig steeg langzaam omhoog. Zodra het aan de oppervlakte in het ruim kwam, opende Seng de afsluiters van de ballasttanks om die leeg te laten lopen.

Juan zag Julia Huxley, de scheepsarts van deOregon.Ze stond met een paar ziekenbroeders aan de rand van het bassin. Hij stak zijn duim omhoog naar haar, en haar bezorgde blik veranderde in een glimlach. Ze was bij de Corporatie gaan werken na een carrière bij de marine, waar ze de laatste vier jaar leidinggevend arts op de marinebasis van San Diego was. Onder haar laboratoriumjas was Julia welgevormd en stevig, maar niet echt dik. Juan zag maar zelden dat haar donkere haren niet in een paardenstaart waren gebonden, en ze gebruikte alleen wat make-up om haar donkere zachte ogen wat te accentueren.

De kraan liet de miniduikboot zakken op de steunen en een matroos klauterde op het vaartuig om het dekluik te openen. Toen het luik openzwaaide hoorden de mannen in de cockpit hem kreunen van afschuw.

'Ik zat hier twee weken hermetisch opgesloten,' riep Eddie, overeind komend uit zijn stoel. Hij had de rits van zijn overall al opengetrokken als voorbereiding op de eerste douche sinds vijftien dagen. Zijn borst en buik waren zo mager dat de spieren goed zichtbaar waren. Eddie had het postuur van Bruce Lee en evenals Lee beheerste hij verschillende oosterse vechtsporten.

Juan liet zijn mannen eerst uitstappen, maar zodra hij zelf door het luik was en een paar keer diep ademhaalde riep hij een matroos in de buurt. 'Sluit die deuren en zeg tegen Eric op de brug dat hij pal naar het oosten moet koersen, met twintig knopen snelheid. Zolang er geen gevaar dreigt moeten we ook niet de aandacht trekken.' Eric Stone was de beste navigator aan boord, en de enige die Juan aan het roer wilde hebben tijdens riskante missies.

'Begrepen,' antwoordde de matroos.

Zodra de deuren in de scheepsromp weer gesloten waren werd het bassin leeggepompt en er werden roosters over de bovenkant gelegd. Monteurs waren al bezig de schade op te nemen, veroorzaakt door de aanvaring van de Discovery met de patrouilleboot, en andere matrozen kwamen met grote flacons schoonmaakmiddel om het interieur te ontsmetten.

Julia kwam naar Juan toe toen hij de ladder afdaalde. 'We hoorden die explosie hier, dus ik hoef niet te vragen of het gelukt is.'

'Je klinkt niet erg blij, zo te horen,' zei Juan terwijl hij zijn kolonel Hourani-uniformjas uittrok.

'Alleen verveeld. Afgezien van wat verrekte spieren behandelen had ik hier niets te doen.'

Juan glimlachte. 'Ik dacht dat een arts daar juist blij om zou zijn?'

'Een arts wel, maar voor een werknemer is het saai.'

'Ach, Julia, je kent ons toch. Over een paar dagen, hoogstens een week, komen we wel weer in de problemen.'

Cabrillo zou al spoedig spijt krijgen van die opmerking. Over vier etmalen zou dr. Julia Huxley letterlijk tot haar ellebogen in het werk zitten.


Hoofdstuk 4


'Binnen!' riep Cabrillo, toen er kort op de deur van zijn hut werd geklopt.

DeOregonwas veilig buiten het bereik van de Noord-Koreanen, afgezien van hun beste straaljagers, maar het leek onwaarschijnlijk dat die het schip zouden bereiken voordat het ook buiten hun bereik was. Cabrillo had zichzelf getrakteerd op een uur in de koperen jacuzzi, en hij was bijna klaar met zich weer aankleden. Hij hield niet van formaliteiten aan boord en droeg een katoenen broek en een poloshirt.

Anders dan in zijn vermomming als kolonel Hourani, en ondanks zijn Spaanse naam en achtergrond, waren de ogen van Juan Cabrillo blauw, zijn piekerige haar was helblond, een herinnering aan de jeugd die hij in de zon en de branding had doorgebracht. Zijn gelaatstrekken waren ook meer Engels dan Latijns, met zijn aristocratische neus en een mond die altijd leek te glimlachen om een grap die hij alleen kende. Maar er was ook een harde kant aan Cabrillo, gevormd door de jaren van gevaar onder ogen zien. Hoewel hij die eigenschap maskeerde voelden mensen die hem voor het eerst ontmoetten toch iets wat onmiddellijk respect afdwong.

Linda Ross, onlangs gepromoveerd tot de nieuwe adjunctdirecteur Operaties, stapte de hut in. Ze hield een klembord tegen haar borst gedrukt. Linda was ook een marineveteraan: ze had gediend als inlichtingenofficier aan boord van een Aegis- kruiser, gevolgd door een functie in het Pentagon. Slank en atletisch had Linda een zachte uitstraling, maar een vlijmscherpe geest. Toen Richard Truitt, de vorige adjunct-directeur, onverwacht ontslag nam na de Sacred Stone-zaak, wisten Cabrillo en Hanley allebei dat Linda de enige was die hem kon opvolgen.

Ze bleef bij de deuropening staan, als gehypnotiseerd door de aanblik van Juan die zijn prothese verstelde en daarna zijn broekspijp omlaag rolde. Hij stapte in een paar Italiaanse bootschoenen. Linda wist wel dat Cabrillo een kunstbeen had, maar toch was het altijd weer een schok voor haar, omdat Cabrillo het kennelijk niets kon schelen dat hij een onderbeen miste.

Cabrillo sprak zonder op te kijken. 'Aan boord van deAsia Starknalde een Noord-Koreaan mijn been tegen de reling, en het plastic kraakte. Hij was nogal verbaasd dat ik doorvocht, met een kennelijk gebroken scheenbeen.'

'Daarmee heb je bewezen dat de Noord-Koreaanse propaganda toch waar is,' zei Linda met een lachje.

'Wat bedoel je?'

'Nou, dat wij Amerikanen gewoon robots van een imperialistische regering zijn.'

Ze lachten allebei. 'En, wat is er gebeurd sinds wij naar Afghanistan vertrokken?'vroeg hij.

'Herinner jij je Hiroshi Katsui nog?'

Cabrillo moest even nadenken om die naam te plaatsen. 'Hiro? Aan hem heb ik nooit meer gedacht sinds we op de universiteit zaten. Zijn vader was de eerste miljardair die ik ooit ontmoette. Een grote redersfamilie. Hiro was de enige knaap op de campus die een Lamborghini had. Maar ik moet zeggen dat die rijkdom hem nooit naar het hoofd steeg. Hij was heel gewoon en heel vrijgevig.'

'Via enkele tussenpersonen heeft hij ons benaderd namens een aantal scheepseigenaren in dit zeegebied. De afgelopen tien maanden heeft de piraterij zich uitgebreid van de Japanse Zee tot in de Zuid-Chinese Zee.'

'Maar dat probleem beperkt zich toch tot kustwateren van de Straat van Malakka?' onderbrak Cabrillo haar.

'Waar inlanders met kleine bootjes jachten en kustvaarders aanvallen en roven wat ze gemakkelijk mee kunnen nemen,' beaamde Linda. 'Het is inmiddels een miljardenindustrie en elk jaar groeiend. Maar wat bij Maleisië en Indonesië gebeurt is niet meer dan tasjesroof, vergeleken bij wat er verder naar het noorden gebeurt.'

Cabrillo liep naar zijn bureau en pakte een sigaar uit een ingelegd doosje. Hij luisterde naar Ross, terwijl hij de Cubaanse sigaar opstak met een Dunhill-aansteker van goud en onyx.

'Wat jouw vriend Hiro vertelt lijkt eerder op maffiapraktijken van vroeger, toen hele trucks werden gekaapt bij Kennedy Airport. Deze zeerovers zijn zwaarbewapend, goed getraind en zeer gemotiveerd. Ze zijn ook zo wreed als de hel. Vier schepen zijn helemaal verdwenen. Ook geen spoor van de bemanning. Het meest recent is de verdwijning van een tanker, deToya Maru,eigendom van de onderneming van jouw vriend. Enkele andere schepen zijn getroffen door een aanzienlijk en onnodig verlies aan mensenlevens. Nergens wordt gerapporteerd dat de bemanning zich verzet heeft.'

'En wat nemen die piraten mee?'

'Soms de kas met de gage van de bemanning.' Het is gebruikelijk dat vrachtschepen genoeg contant geld aan boord hebben om de bemanning uit te betalen, voor het geval die aan het einde van een reis willen afmonsteren. Cabrillo vond dit nogal overdreven voor een buit van vijftien- of twintigduizend dollar. 'En soms stelen ze zeecontainers, die ze naar hun eigen schip overladen. Die schepen zijn kennelijk omgebouwde vissersschepen, voorzien van dekkranen. Dat blijkt uit de summiere beschrijvingen die we kregen. En zoals ik al zei, soms verdwijnen die overvallen schepen helemaal.'

Juan liet dat bezinken, kijkend naar de rookslierten die opstegen naar het met teak betimmerde plafond. 'En Hiro en zijn consortium willen dat wij daar een eind aan maken?'

Linda keek naar haar klembord. 'Hij zei letterlijk: "Laat ze boeten als een quarterback die aangevallen wordt door de verdediging van de Raiders".'

Cabrillo glimlachte bij de herinnering aan Hiro's enthousiasme voor rugby en vooral voor de Raiders, toen die in Los Angeles speelden. Maar zijn glimlach verdween weer. De organisatie van de Corporatie was zodanig dat elk lid voor een deel eigenaar was met een percentage afhankelijk van de rang en het aantal dienstjaren. Het onverwachte vertrek van Dick Truitt had een gat geslagen in de financiële reserves van de Corporatie. Dat gebeurde op een heel ongelukkig moment, want de Corporatie investeerde juist veel geld in een transactie met onroerend goed in Rio de Janeiro. En die zaak zou pas over twee maanden winst opleveren. Hij kon de koop afblazen, maar de verwachte winst was te groot om te negeren. De onlangs voltooide klus voor Langston Overholt leverde genoeg op om Dick uit te betalen, maar dan bleef er nauwelijks genoeg over om de kosten voor deOregon,de verzekeringspremie voor zijn mensen en alle andere maandelijkse uitgaven te dekken. Hoewel ze buiten de wet opereerden kon hij toch niet de financiële werkelijkheid van de kapitalistische wereld ontwijken.

'En wat bieden ze?'

Linda keek weer naar haar aantekeningen. 'Honderdduizend per week, minimaal acht weken, maximaal zestien weken. Plus een miljoen dollar voor elk piratenschip dat wij vernietigen.'

De frons van Cabrillo werd dieper. De betalingen zouden de lopende kosten amper dekken. Wat hem meer dwarszat was dat ze twee maanden bezet waren, zonder dat hij dat kon afbreken als zich een lucratiever karwei aandiende. Maar hij kreeg dan wel de tijd die nodig was tot de investering in Brazilië geld opleverde. En als dat eenmaal gebeurde, dan stond de Corporatie weer goed in de zwarte cijfers. Bovendien had Juan, zoals elke zeeman, een grondige afkeer van piraterij, en wilde hij niets liever dan helpen een eind te maken aan die misdaden.

In rapporten had hij gelezen dat de moderne zeerovers in niets meer leken op de legendarische piraten uit het verleden. Er waren geen bebaarde kapiteins meer met een ooglap over hun gezicht en een papegaai op hun schouder. Moderne piraten, althans de lieden die opereerden in de Straat van Malakka, waren meestal arme vissers en bewapend met wat ze maar aan wapens konden vinden. Ze vielen 's nachts aan en verdwenen weer even snel naar hun schuilplaatsen met alles wat ze aan buit konden dragen. Er werden ook wel moorden gepleegd, maar niet op de schaal die Linda had beschreven.

Juan was altijd bezorgd dat op een dag een leider zou opstaan die de piraten organiseerde, zoals Lucky Luciano ooit Murder Inc. had opgericht. Daardoor was een losse verzameling misdadigers veranderd in een goed geoliede machine. Was die dag nu gekomen? Was er een meesterbrein op het toneel verschenen die anderen wist te overtuigen dat ze de buit konden verdubbelen of verdrievoudigen door zich te organiseren, en door zeeroverij te verheffen tot iets met evenveel invloed als terrorisme? Dat was zeker niet ondenkbaar. Terwijl hij achter zijn bureau zat vroeg Cabrillo zich af of die twee geen verband met elkaar hielden. In de jaren na 11 september waren de geldstromen naar terroristen in veel delen van de wereld opgedroogd. Het was mogelijk, nee, het was zelf waarschijnlijk dat groeperingen als Al-Qaeda zich tot zeeroverij en andere illegale ondernemingen zouden wenden om hun oorlogskas weer te vullen.

Dat gaf de doorslag voor Cabrillo. Hij en zijn mensen deden veel geheim werk voor de Amerikaanse regering. Deze particuliere opdracht was iets waarmee de Amerikaanse belangen ook gediend werden, zonder dat de regering het initiatief moest nemen. Hij keek Linda weer aan. 'Heeft hij ook gezegd hoeveel van die piratenschepen daar vermoedelijk actief zijn?'

'Zeker weten ze het niet, maar ze denken dat er minstens vier omgebouwde trawlers zijn, gezien de afstanden en het tijdstip van sommige aanvallen.'

Dat betekende vier miljoen dollar. Het leek een groot bedrag, maar Cabrillo wist hoe snel dat geld weer uitgegeven werd door de Corporatie. Als de schade aan de Disco mini- duikboot ernstig was, dan kostte een vervangend vaartuig al twee miljoen dollar. Hij dacht even na over een tegenvoorstel. 'Neem contact op met Hiroshi en zeg hem dat we het karwei aannemen, maar op twee voorwaarden. De eerste is dat we een bonus van twee miljoen krijgen voor elk gezonken piraten- schip. En de tweede voorwaarde is dat we het recht voorbehouden op elk moment te stoppen, met één dag opzegtermijn.' Een enkele raket die gelanceerd werd van deOregonkostte al bijna een miljoen dollar. 'Daarna neem je contact op met Overholt in Langley en zeg hem wat we gaan doen. Zeg hem ook dat ik over een paar dagen verslag doe van deze operatie.'

'En wat zeg ik tegen Eddie Seng?' Eddie was beloofd dat hij twee weken vakantie kreeg, omdat hij ook zo lang opgesloten had gezeten in de kleine duikboot.

Cabrillo schakelde een flatscreenmonitor op zijn bureau aan en met de muis bladerde hij tot de locatie van deOregonin beeld kwam. Hij berekende afstanden en het vliegbereik van de Robinson R-44 helikopter die in een verborgen hangar onder het achterdek aan boord was. 'We kunnen hem morgen naar Seoel vliegen. Daar kan hij over stappen op een lijnvliegtuig.'

'Dat is het probleem niet. Hij heeft tegen Julia gezegd dat hij niet van boord wil.'

Juan was niet verbaasd. 'Je kunt een man naar zijn vakantieadres brengen, maar je kunt hem niet dwingen zich te ontspannen.'

'Ik ben alleen bezorgd dat hij te veel van zijn krachten vergt. Hij heeft het vreselijk zwaar gehad, sinds we hem twee weken geleden op weg stuurden.'

Als voorzitter was Juan Cabrillo het enige lid van de Corporatie die elk detail in de dossiers van zijn personeel kende. Hij vroeg zich af of hij een geheim verklapte als hij Linda vertelde dat Eddie tijdens zijn werk voor de CIA twee maanden lang als dubbelspion had gewerkt: eerst als Taiwanese verrader die gretig probeerde aan communistisch China geheime informatie over de militaire situatie langs de Straat van Formosa te verkopen, en later probeerde een groep Chinese generaals in diskrediet te brengen nadat ze die informatie van hem hadden gekocht. Hij had die operatie briljant uitgevoerd, en vier van China's beste veldheren waren naar een buitenpost in de Gobi-woestijn overgeplaatst, terwijl de regering miljoenen dollars verspilde aan de bouw van een verdedigingslinie op de kust voor een invasie die nooit zou komen. Dat was de laatste missie van Eddie, voordat hij werd overgeplaatst naar Washington. Juan besloot het verhaal niet aan Linda te vertellen. Hij zei alleen: 'Als Eddie aan boord wil blijven, dan ga ik niet protesteren.'

'Oké.'

'Heeft Hiro nog details van de overvallen verteld?'

'In zijn bericht staat dat we die krijgen als we de opdracht aannemen.'

'Zodra die gegevens er zijn moet je aan Mark Murphy en Eric Stone vragen of ze een computermodel willen maken om in te schatten waar de piraten de volgende keer zullen toeslaan. En ze moeten een verhaal verzinnen dat ons tot een aantrekkelijk doelwit maakt.' Murphy was de wapenspecialist van deOregonen hij was ook een vasthoudende onderzoeker met een scherp oog voor patroonherkenning.

Linda maakte aantekeningen. 'Verder nog iets?'

'Dat is het wel. Zodra Mark en Eric hun positie weten, dan koersen we die kant op.'

Cabrillo rookte zijn sigaar op, terwijl hij verder werkte aan zijn rapport voor Langston Overholt. Hij wilde het nu zonder aarzelen afmaken. Terwijl de havanna tot een stompje opbrandde haalde hij het rapport door een vercijferprogramma dat even krachtig was als de software die gebruikt wordt bij de NSA, en hij stuurde het via e-mail naar zijn oude kameraad in het hoofdkwartier van de CIA. Omdat hij de adrenaline nog in zijn lijf voelde besloot hij een ronde over het schip te maken, voor de lunch geserveerd werd in de grote mess.

Juan liep door de glimmend schone machinekamer, waar de magnetohydrodynamische motoren bromden, naar het commandocentrum onder de brug, waar de wanden bijna helemaal bedekt waren met plasma schermen, dan door de wapenruimen, de Magic Shop, de hangar en de gerieflijke bemanningsverblijven. Hij begroette de mannen die hij op zijn ronde trof. Hij ging ook naar de roestvrijstalen kombuis, waar een team koks maaltijden bereidde die in de beste restaurants van New York en Parijs geserveerd konden worden. Hij keek even in de fitnessruimte, met trainingsapparaten en gewichten, en de veelgebruikte sauna's. Hij streek met zijn hand over een van de vier zwarte Sun/Microsystem-supercomputers, en voelde bijna de brute rekenkracht. Hij wist dat geen enkel probleem te ingewikkeld was voor deze machines en de programmeurs.

Hij besefte heel goed dat elk detail, elke stroomdraad en leiding, de indeling van de dekken en zelfs de kleurstelling van het interieur in zijn geest was bedacht en daarna uitgevoerd in staal, plastic en hout. DeOregonwas tegelijk zijn kasteel en zijn veilige schuilplaats. Maar hij voelde zich vooral trots als hij aan dek stapte. Want de buitenkant van deOregonmaakte haar tot het beste spionagevaartuig dat ooit bedacht was. De Russen vermomden hun spionageschepen als visserijtrawlers, en dat was bijna een cliché als ze ergens voor een kust opdoemden. De Amerikaanse marine gebruikte onderzeeboten die niet opgespoord konden worden voor geheime operaties, maar dat was onmogelijk bij de missies die Cabrillo met zijn mannen uitvoerde. Nee, de Corporatie wilde anoniem blijven, en desnoods een meewarige indruk wekken.

Om die reden leek de buitenkant van deOregonnog het meest op een afgedankte vrachtschuit die rijp was voor de sloop.

Juan gebruikte de lift in het commandocentrum recht onder de brug om naar boven te gaan. Daar stapte hij aan stuurboordzijde naar buiten en overzag zijn schip. DeOregonwas 180 meter lang, 25 meter breed en mat 11.585 ton. De opbouw was wat meer naar achter dan midscheeps, zodat er drie kranen op het voorste deel stonden, en een paar dekkranen op het achterschip. Die kranen waren roestig en versleten, met rafelige kabels en slechts twee konden werkelijk gebruikt worden. Het dek was overal bijgeschilderd met verschillende kleuren en ver- loonde overal roestige plekken. De reling boog hier en daar gevaarlijk door, en enkele dekluiken waren duidelijk niet in orde. Olie was gelekt uit de vaten voor het stuurhuis en vormde een laag smurrie, terwijl overal roestende machineonderdelen rondslingerden, zoals afgebroken delen van lieren en zelfs een fiets zonder banden. Kijkend langs de romp zag Cabrillo roestige strepen en stukken staalplaat die kennelijk op scheuren in de romp waren gelast. De kleur van de romp was vaalgroen, maar er waren ook plekken bruin, zwart en donkerblauw.

Hij salueerde met een vinger naar de Iraanse vlag die boven de achtersteven was gehesen, voordat hij de brug bekeek. Het ooit glanzend gepoetste dek was bezaaid met brandplekken van sigaretten. De ramen waren smoezelig van aanslag en zout, en het was overal stoffig. Het koper van de telegraaf was zo aangetast dat het wel zwart leek. Eén van de wijzers ontbrak. Sommige instrumenten voor de navigatie waren oud genoeg voor een museum. Achter de brug was een kaartenkamer, bezaaid met slordig opgevouwen zeekaarten en daar was de marifoon met een bereik van slechts enkele mijlen.

Het bemanningsverblijf in het dekhuis was ook rommelig. In de hutten was geen enkel bed opgemaakt, en in de smoezelige kombuis was een allegaartje aan bestek en serviesgoed. Cabrillo was vooral trots op de kapiteinshut. Het rook er naar goedkope sigaretten en aan de wanden hingen kitscherige schilderijtjes van clowns met droevige ogen. Op het bureau stond een fles Zuid-Amerikaanse whisky en daarnaast twee glazen die nog nooit omgespoeld waren. De aangrenzende badruimte was smeriger dan het herentoilet in een Texaans wegrestaurant.

Al deze details waren bedacht om inspecteurs, havenautoriteiten en loodsen aan te sporen zo snel mogelijk weer van boord te laten stappen, en zo min mogelijk vragen te laten stellen. Het record voor het kortste bezoek aan deOregonstond op naam van een douaneambtenaar in Kaapstad, die zelfs weigerde een voet op de gammele loopplank te zetten. Het stuurwiel en de telegraaf van de machinekamer konden met hulp van computers het schip besturen en de motoren bedienen. Dat was een voordeel voor de havenloodsen en tijdens de vaart door het Panamakanaal, maar deOregonwerd feitelijk bestuurd met een digitaal systeem in de hypermoderne commandoruimte.

Met het haveloze uiterlijk kon deOregonelke haven ter wereld binnenvaren zonder aandacht te trekken. Het schip werd gezien als een gewone, aftandse vrachtvaarder die langzaam wegroestte omdat containerschepen het vervoer hadden overgenomen. Iedereen die iets van schepen weet zou meteen begrijpen dat deOregondoor de eigenaren was afgeschreven en dat daarom geen versleten onderdelen werden vervangen. En als het nodig was kon de bemanning een even sjofele indruk maken als het schip zelf.

Een geluid verstoorde Cabrillo's inspectieronde. Max Hanley kwam met de lift uit de commandoruimte naar boven en ging buiten naast Cabrillo staan. Max had de make-up van zijn gezicht geschrobd, zodat zijn gezicht met de grote neus weer een blozende kleur had. Hij droeg een overall, en Juan vermoedde dat Hanley meteen na het douchen de machinekamer had bezocht. De wind speelde door het schaarse kastanjebruine haar van Hanley, terwijl de mannen zwijgend naast elkaar stonden.

'Denk je aan Truitt?' vroeg Max na een tijdje. Juan had weinig gezegd over het vertrek van de mededirecteur.

Juan keerde zijn rug naar de zee en liet beide ellebogen op de reling steunen. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes omdat het daglicht fel weerkaatste op de golven. 'Ik kuierde wat rond door het schip,' zei hij na een korte stilte. 'En ik ben heel tevreden met wat we gedaan hebben.'

'Maar?'

'Maar deOregonis een middel om een doel te bereiken. Dick wist dat en een paar jaar meende ik dat hij er net zoals wij over dacht.'

'En nu twijfel je daaraan, en je twijfelt aan Dick Truitt, omdat hij vertrokken is.'

'Dat dacht ik eerst, maar nu twijfel ik aan mezelf en aan onze missie.'

Max stopte langzaam een pijp en stak op. Hij beschermde het vlammetje tegen de wind, terwijl hij nadacht over het antwoord van zijn vriend. 'Ik zal je vertellen wat er volgens mij aan de hand is. We hebben nu een paar jaar samengewerkt, en geld bij elkaar gescharreld met elke opdracht. We wisten allemaal dat er een pot goud aan het eind van de regenboog staat, maar nu Dick met pensioen is zien we wat de waarde is. Hij incasseert zo'n vijfenveertig miljoen dollar, belastingvrij. Ik ben nog meer waard, en jij hebt een nog groter bedrag tegoed. Zulke bedragen kun je niet negeren, als je je nek uitsteekt voor een ideaal en een maandsalaris.'

'Een heel behoorlijk maandsalaris,' merkte Juan op.

Max knikte. 'Dat is waar. Maar als ik je vraag: toen jij voor de CIA werkte in oorden als Amman en Nicaragua, deed je dat voor een mager GS-17-salaris en een overheidspensioen?'

'Nee,' antwoordde Cabrillo stellig. 'Ik had het ook voor niets gedaan.'

'Waarom voel jij je dan schuldig dat we nu flink verdienen, als je vroeger voor een aalmoes werkte. En nu kun je beslissen een klus niet aan te nemen, als die ons niet bevalt. Dat kon niet toen je voor Langley werkte, of als de E-ring van het Pentagon druk uitoefende. Als de heren zeiden dat je moest springen, dan viel je in de drek.' De buitenste ring van het gebouw waarin het ministerie van Defensie was ondergebracht, was het domein van de hoogste legerleiding en hun ambtenaren.

Cabrillo opende zijn mond om iets te zeggen, maar Max was hem voor. 'Dat wij genoeg geld hebben om op een privé-eiland te gaan rentenieren doet jou beseffen hoeveel risico we elke dag nemen. Jij en ik hebben ons leven altijd in de waagschaal gesteld. Zo zijn we nu eenmaal. Alleen weten we nu dat we wat meer waard zijn dan we dachten.'

'En onze missie?'

'Moet jij dat vragen? Wij zijn de laatste verdedigingslinie, beste jongen. Wij doen het vuile werk dat volgens Langley en E-ringers gedaan moet worden, maar dat ze zelf niet kunnen doen. De handschoenen zijn uitgetrokken in de eenentwintigste eeuw en wij zijn de ijzeren vuist.'

Cabrillo liet de woorden bezinken, voordat hij met een grijns vroeg: 'Sinds wanneer ben jij zo dichterlijk geworden?'

Hanley grinnikte betrapt. 'Ach, dat flapte ik er zomaar uit.

En het klonk behoorlijk indrukwekkend.' Hij werd weer ernstig. 'Hoor eens, Juan, wat wij doen is belangrijk. En ik wil me niet schuldig voelen omdat we er rijk van worden. Winst maken is geen schande, een mislukking is dat wel.

En wat Dick Truitt betreft, aan hem hoef je niet te twijfelen. Dick heeft heel veel voor de Corporatie gedaan, met bloed en zweet. Hij was er vanaf het begin bij, en hij geloofde er even sterk in als jij en ik. Maar hij had de grens bereikt. Hij had er genoeg van. Dick verdween niet vanwege het geld, maar hij luisterde naar dat stemmetje in zijn hoofd, zoals we allemaal hebben. Dat stemmetje zei dat het voorbij was. Maar het zou mij niet verbazen als Dick de strijd nog niet opgegeven heeft en zijn geld in een beveiligingsbedrijf steekt of in een spionageteam. Ik wil wedden dat…'

Max maakte zijn zin niet af. Hij zag de twinkeling in Cabrillo's ogen en de scheve glimlach om zijn lippen. Zoals altijd was Juan Cabrillo hem een stap voor. Juan had Max op de proef gesteld, om te peilen hoe die over het vertrek van Truitt dacht. Cabrillo had geen moment aan zichzelf of aan zijn missie getwijfeld, maar dit was een cruciale periode voor de Corporatie en Juan moest zeker weten dat Hanley nog voor honderd procent achter hun doelen stond. Juan had de val perfect opgesteld met zijn onzekere houding, en Max was er blindelings in gelopen.

'Jij bent een sluwe vos,' zei Max met een schor lachje.

Op dat moment klonk een sissend geluid bij de waterlijn van deOregon.Ze bogen zich over de reling. Speciale tanks aan de romp vulden zich met zeewater om de aftandse vrachtvaarder dieper te laten zakken zodat het leek of het schip geladen was. Juan keek naar het kielzog en zag een kleine koerswijziging. Het lange witte schuimspoor op de verlaten zee week iets af naar het oosten.

'Murphy en Stone hebben kennelijk de plek gevonden waar wij als lokaas moeten zijn,' zei Max nonchalant en hij keek op zijn oude zakhorloge dat met een ketting aan zijn overall was bevestigd.

Cabrillo dacht aan de indrukwekkende hoeveelheid wapens die aan boord van deOregonverstopt was en aan de mannen en vrouwen die getraind waren om die te gebruiken. 'De jacht is geopend, vriend. We zoeken de prooi.'

Een dag later bereikte deOregonde plek die Mark Murphy en Eric Stone hadden berekend om de piraten te lokken. Hiro Katsui ging akkoord met de voorwaarden die Cabrillo had gesteld: 'Boeven moet je met boeven vangen. Goede jacht,' antwoordde hij. En hij had alle informatie die over de recente aanvallen bekend was doorgegeven. Murphy en Stone hadden die feiten bestudeerd en ze vonden overeenkomsten in de aanvallen die eerst niet opgemerkt waren. Ze gebruikten weersomstandigheden, maanstanden, de omvang van de schepen, lading- brieven, aantallen opvarenden en tientallen andere factoren om een plek in de Japanse Zee te vinden waar de kans het grootst was dat deOregondoor de piraten werd aangevallen.

Er werden valse gegevens over het schip en de lading opgesteld en in computerbestanden ingevoerd, voor het geval de piraten daar naar een nieuwe buit zochten. Zogenaamd vervoerde deOregoneen gemengde lading van hout en elektronica van Pusan naar Nigata, in Japan. Maar het echte lokaas was de aanwezigheid van een passagier, een excentrieke Amerikaanse auteur, schrijvend aan boord van de vrachtschepen waarmee hij over de wereldzeeën reisde.

Richard Hildebrand was een werkelijk bestaand persoon, en zijn voorliefde voor schrijven op zee was vaak gemeld in de media. Hij werkte aan een nieuwe bestseller, aan boord van een supertanker, onderweg van Rotterdam naar de Perzische Golf. Maar dat was een detail dat de piraten vermoedelijk niet zouden controleren. Dankzij de royalty's voor zijn boeken en de filmrechten was Hildebrand een van de rijkste auteurs ter wereld en rijp om gekidnapt te worden. Hoewel de zeerovers dat nog niet eerder hadden gedaan, geloofden Murphy, Stone en Juan dat het een logische volgende stap was in hun criminele activiteiten.

Voor het geval de piraten het niet aandurfden losgeld te vragen voor een gijzelaar, hadden Murphy en Stone ook opgegeven dat er 57 bemanningsleden op de monsterrol stonden, een groot aantal in de moderne scheepvaart. Daarmee werd deOregoneen aantrekkelijk doel voor de piraten, omdat er dus een flink bedrag aan contanten in de kluis aan boord moest liggen.

Het palet met rode, paarse en roze schakeringen bij zonsondergang werd nog indrukwekkender door de vulkanische as die in de atmosfeer werd geblazen door een vuurspuwende berg verder naar het noorden op het schiereiland Kamtsjatka. Een bloedrode maan weerspiegelde op de kalme zee, en de sterren leken niet meer dan speldenprikken van licht. De bemanning was op zijn post. Julia Huxley en haar mensen zaten in de ziekenboeg, klaar om verwondingen variërend van een splinter tot meervoudige schotwonden te behandelen. De kanonnen waren gereed in de verborgen posten. Zoals de Duitse K-boten tijdens de Eerste Wereldoorlog konden platen in de zijwanden van deOregonneergelaten worden, zodat de loop van het 120mm-ge- schut zichtbaar werd. De vuurleiding en het bereik werden bestuurd met dezelfde instrumenten als in de M-1A1-tanks. Er waren ook drie 20mm-radargestuurde meerloops Gatling-snelvuurkanonnen aan boord. Elk wapen kon drieduizend patronen per minuut afvuren. Hoewel de Gatling vooral ontworpen is als een wapensysteem tegen geleide wapens, kunnen er ook vliegtuigen mee neergehaald worden, en een salvo op de waterlijn van een niet gepantserd schip zou de romp zodanig doorzeven dat het getroffen vaartuig meteen zonk.

DeOregonwas ook bewapend met verborgen machinegeweren, voorzien van infraroodvizier. Schutters bedienden die via beeldschermen in de commandoruimte. Een van de voorste dek- luiken kon weggeblazen worden om vier Exocet-raketten te lanceren. Onder een ander dekluik stonden twee Russische raketten gereed. Langston Overholt had de weg vrijgemaakt bij de CIA om Amerikaans wapentuig te leveren aan de Corporatie, maar raketten waren toch te veel gevraagd. Daarom was

Juan gedwongen die elders te bemachtigen. Overholt had ook zijn veto uitgesproken over het gebruik van Mark-48 ADCAP-torpedo's. Geen enkel ander land gebruikte dat type, dus zou het spoor al spoedig naar de Verenigde Staten leiden. De torpedo's in de voorste lanceerbuizen waren aangeschaft met harde valuta via dezelfde corrupte Russische generaal die ook de kruisraketten had geleverd en de gebruikscertificaten voor de Franse Exocets.

Het was bijna middernacht toen Juan het commandocentrum binnenstapte. Hij zag zijn mensen in de gloed van de gedempte rode verlichting en de computerschermen.

Mark Murphy en Eric Stone zaten achter de computers aan de voorkant van de ruimte. Stone was van de marine naar de Corporatie overgestapt, maar Murphy had nooit actief bij defensie gediend. De jeugdige bolleboos had al een academische titel behaald toen hij twintig was en hij had gewerkt bij een bedrijf dat wapensystemen ontwikkelde, voordat hij bij de Corporatie kwam. Juan had eerst zijn twijfels, want hij vreesde dat Murphy niet de juiste houding had om als huursoldaat te werken. Of beter gezegd, Juan was bang dat Murphy een psychopaat was die kon genieten van moorden. Maar na een reeks tests en onderzoeken bleek dat Murphy een uitstekende militair kon zijn, als de mensen in zijn omgeving maar op hetzelfde niveau opereerden. Omdat Juan alleen de besten en slimsten rekruteerde paste Murphy perfect in het team, hoewel niemand zijn passie voor punkrock en skateboarden deelde.

Achter de monitors zaten Hali Kasim, die de communicatieapparatuur controleerde, en Linda Ross, die naar het radarscherm en de sonar keek. Langs de achterwand van het commandocentrum stonden de computers die het geschut aan dek bestuurden. Daar waren ook de coördinatoren voor brandbestrijding en schadebeheersing. De rest van de bemanning had zijn positie ingenomen, sommigen waren als brandweerman gekleed, anderen hadden een taak bij de aanvoer van voldoende munitie. Eddie Seng had de tactische leiding over de troepen aan dek, en hij moest verhinderen dat iemand aan boord probeerde te komen. Juan hoorde Max via de intercom praten met Eric in de machinekamer. Eric meldde dat het hele voortstuwingssysteem gereed was.

Iedereen was naar zijn gevechtspositie gegaan, nadat Linda had aangekondigd dat een ander schip op dertig mijl afstand van deOregonplotseling van koers was veranderd en recht op hen afvoer. In de wereld van maritieme operaties is precisie het sleutelwoord. Een afwijking van twee graden kon een zeereis honderden mijlen langer, en daardoor veel duurder maken. De marifoon bleef zwijgen, dus er was geen noodgeval, en dat maakte duidelijk dat het andere schip iets van plan was. En omdat de bemanning van deOregongewaarschuwd was, wisten allen wat hun te wachten stond.

Cabrillo was op zijn commandopost in het midden van de ruimte en hij overzag de hypermoderne apparatuur rond hem. Hij geloofde zelf dat hij bij het ontwerp van dit commandocentrum onbewust geïnspireerd was door het decor van Star Trek, compleet met de grote platte monitor boven de hoofden van Stone en Murphy. Maar het waren niet de wapens, de sensors of de computers die van deOregoneen geduchte tegenstander maakten. Het waren de mensen in deze ruimte en elders op het schip. Dat was de grootste verdienste van Juan: niet het staal en de apparaten, maar het bijeenbrengen van de beste bemanning die hij zich kon wensen.

'Situatierapport!' riep hij, zich naar de monitors dichtbij zijn in het midden geplaatste stoel wendend. Murphy noemde die stoel de Kirk Seat.

'Contact op 07 graden, naderend met twintig knopen. Afstand 21 mijl.' Linda Ross antwoordde zonder op te kijken van het scherm. Evenals de anderen droeg ze een zwarte gevechtsoverall, met een SIG Sauer-pistool aan de gordel om haar middel.

'Weet je meer van die boot?'

'Ongeveer vijfentwintig meter lang, en een enkele schroef. Snelheid was vier knopen, alsof ze een sleepnet trok, voordat de koers naar ons werd verlegd. Zo te horen is het een vissersboot zoals die piraten gebruiken.''Heb je al iets op de radio, Hali?''Nee, geen signaal, chef. Ik hoor alleen het gewone geklets van een paar vrachtboten, maar die zijn een eind verder weg.'

Juan telefoneerde naar de hangar van deOregon.'Cabrillo hier. Ik wil dat de piloot zich gereedmaakt, en dat de Robinson binnen vijf minuten klaarstaat om op te stijgen.' Daarna sprak Cabrillo via de algemene scheepsintercom. 'Hier spreekt de chef. We hebben een doelwit, en dat komt dichterbij. Het lijkt serieus. Het is niet waarschijnlijk dat de mannen aan boord hoog in de voedselketen staan, dus hebben we gevangenen nodig, geen lijken, als we de kop van die organisatie willen afhakken. Neem geen, ik herhaal, neem geen onnodige risico's. Maar als je moet kiezen tussen gevangennemen of uitschakelen, probeer de tegenstanders dan levend te grijpen. Veel succes allemaal.'

Zijn blik dwaalde weer door de commandoruimte. Op de gezichten was geen grimmige berusting en evenmin gespannen verwachting te lezen. De volgende zet moesten de piraten doen, en de bemanning wachtte daar koel en beheerst op.

'Vaart minderen tot acht knopen. We moeten een lokaas zijn dat ze niet kunnen negeren. Maar hou de ballastpompen gereed, voor het geval we snel lichter moeten worden om te vluchten.'

'Begrepen.'

'Afstand?'

'Tien mijl,' antwoordde Linda kortaf. Opeens kreeg haar stem een vreemde klank. 'Wat krijgen we nou…?'

'Wat is er?'

'Verdomme! Sonarcontact, recht onder onze kiel. Diepte vijfentwintig meter.' Ze keek op van haar monitor. 'Ze hebben een onderzeeboot.'


Hoofdstuk 5


De mensen in het commandocentrum kregen geen tijd Linda's woorden te laten bezinken. Mark Murphy riep achter zijn monitor: 'Raket gelanceerd vanaf die trawler. Nog zevenenveertig seconden voor inslag! Gatlings zijn paraat!'

De tactische situatie was in enkele seconden totaal veranderd. Cabrillo had maar weinig tijd om daar op te reageren. Hij vertrouwde meer op zijn intuïtie dan op de moderne apparatuur om zich een beeld te vormen en de tegenaanval in te zetten. 'Wacht met vuren, tot ik een teken geef. Conn, pomp de tanks leeg en maak je gereed voor topsnelheid. Wepps, maak alles klaar om terug te schieten en dieptebommen af te werpen. Sonar, wat doet die duikboot?'

'Die ligt stil. Geen voortstuwing, en ook geen aanwijzing dat er gevuurd wordt.'

'Hoelang voor de inslag?'

'Nog eenendertig seconden.'

Cabrillo wachtte. Hij voelde dat deOregonanders deinde, omdat de ballasttanks leeggepompt werden. Op vol vermogen konden de magnetohydrodynamische motoren het schip elke seconde een paar scheepslengtes voortstuwen. Zelfs als zijn plan niet werkte zou het vrachtschip toch op een andere plek zijn dan de aanstormende raket verwachtte.

'Sonar?'

'Ontsnappende lucht… maar die sub zinkt niet dieper.'

Cabrillo begreep meteen dat de onderzeeboot geen directe bedreiging vormde. Hij wilde de naderende raket zo dicht mogelijk bij deOregonopblazen, zodat de piraten zouden denken dat ze een voltreffer hadden geplaatst. 'Oké, Wepps, als die raket op tien seconden afstand is, haal je hem uit de lucht met de Gatling. Conn, vul de ballasttanks weer, maar hou je hand aan de gashendels.'

Mark Murphy, ook gekleed in een donkere gevechtsoverall, met daaronder een zwart T-shirt met de tekst 'Never Mind the Bollocks We Are the Sex Pistols' schakelde over naar externe camerabeelden op zijn monitor. In de duisternis was een lichtende stralenkrans te zien, die heel laag boven de golven naar deOregonraasde. De snelheid was enorm: minstens duizend mijl per uur. De raket was iets schuin gelanceerd, zodat het projectiel de achtersteven van deOregonzou raken. De piraten wilden de stuurinrichting en voortstuwing van deOregononklaar maken, zodat het schip op dezelfde plek bleef liggen. Geen slecht plan, als ze het schip wilden plunderen en een opvarende kidnappen.

Nog elf seconden, en Mark verschoof de veiligheidspal van het Gatling-kanon. Het was alsof het wapen uit eigen beweging al in actie wilde komen, als een politiehond die aan de lijn rukt. Het elektronische brein, gekoppeld aan een radarsysteem, lokaliseerde de naderende raket in een microseconde, berekende de juiste baan, de windrichting, luchtvochtigheid en nog wel honderd andere factoren.

De pantserplaat die het kanon beschermde was automatisch neergeklapt zodra de hoofdradar de lancering van de raket had opgemerkt. Het automatische geschut verstelde de schiethoek iets, terwijl elektromotoren de zes roterende kanonslopen ronddraaiden. Zodra de computer en de radar het eens waren dat ze het doelwit in het vizier hadden, werden de dertig centimeter lange 20mm-patronen met een tempo van drieduizend stuks per minuut afgevuurd.

De Gatling maakte een geluid als van een cirkelzaag, toen het eerste salvo gedurende vijf seconden werd gelost. Veertig meter voor deOregonknalde de raket tegen een muur van afgevuurde patronen. De explosie veroorzaakte een regen van vuur boven de zee, zodat de zijkant van deOregonwerd verlicht alsof daar een miniatuurzonsopgang was. Brokstukken van de raket vlogen in het rond en verdwenen in de golven, en kleinere fragmenten regenden tegen de scheepsromp.

'Conn, alles stoppen! Koers 97. Hali, wacht een paar seconden, en zend dan een SOS-bericht uit op de noodfrequenties, maar gebruik weinig zendvermogen, zodat alleen onze vrienden die oproep horen.' Cabrillo telefoneerde naar de machinekamer. 'Max, maak een klein rookgordijn, zodat ze denken dat we geraakt zijn.'

'Ze zullen geloven dat ze ons geraakt hebben en dat het schip onbestuurbaar is,' zei Eric Stone vol bewondering. 'Jij lokt die boeven mooi in de val.'

'Dat is inderdaad de bedoeling,' beaamde Juan. 'Sonar, nog nieuws van die onderzeeboot?'

'Nee. Die sub is een mijl achter ons. Ik hoor geen machine of andere geluiden. Alleen ontsnappende lucht.'

'Weet je de afmetingen?'

'Ja, die zijn vreemd. Het ding is meer dan veertig meter lang en tien meter breed. Dat is nogal plomp, vergeleken bij normale onderzeeboten.'

Juan dacht even na. 'Zou het een Noord-Koreaanse onderzeeboot zijn die ons hierheen gevolgd is?'

'De computer kon geen signalement vinden, maar het is niet waarschijnlijk. Wij zijn vierhonderd mijl verwijderd van Korea, en ik krijg de indruk dat deze onderzeeboot hier al een tijdje is. Ze hadden ons nooit kunnen bijhouden.'

Cabrillo twijfelde niet aan Linda's veronderstelling. 'Oké, hou dat ding in de gaten. Eerst aandacht voor die piratentrawler. We zullen dit later wel onderzoeken.' Aan de andere kant van de commandoruimte riep Hali Kasim heel overtuigend een SOS-bericht in de microfoon.

'MotorschipOregon, dit is trawlerKra IV.Wat is er aan de hand?' De stem uit de marifoon klonk blikkerig en zwak, alsof de piraat zijn zender met weinig vermogen gebruikte. Niemand kon het accent van de stem plaatsen.

'Kra IV,hier deOregon.Er was een explosie bij onze achtersteven. We zijn stuurloos.'

'Oregon, hierKra.Wij varen op zes mijl afstand met volle snelheid naar jullie.'

'Dat zal best,' mompelde Hali binnensmonds, voordat hij de zendknop weer indrukte. 'Allah zij geprezen dat jullie hier zijn. We laten een gangway neer aan stuurboord. Neem alsjeblieft zoveel mogelijk brandblussers mee.'

'Begrepen. Uit.'

Juan veranderde de frequentie naar de walkietalkies die Seng en zijn team bij zich droegen. 'Eddie, hoor je mij?'

'Ja, we horen je allemaal.' Eddie wachtte met vijf mannen in een gang van het verlaten dekhuis. De strijders droegen een kevlar kogelwerend vest over hun zwarte overalls, en allemaal waren ze uitgerust met de modernste nachtkijkers. Elke man was bewapend met een MP-5 machinegeweer voorzien van een geluiddemper en een SIG Sauer automatisch pistool. De patronen waren in de wapenkamer gevuld met een kleine hoeveelheid kruit: krachtig genoeg om een tegenstander uit te schakelen, maar met minder doordringend vermogen, om de kans op slachtoffers door eigen vuur te verkleinen. Dat gevaar was groot in de verwarring aan boord. Aan de vesten bungelden granaten en voldoende reservemagazijnen voor een tien minuten durend vuurgevecht.

Alleen Eddie Seng was in burgerkleding, maar onder een groot windjack droeg hij over elkaar ook twee kogelwerende vesten. Hij zou vooraan staan, en het eerst geconfronteerd worden met de piraten als die de ladder langs de scheepsromp beklommen. Eddies taak was heel gevaarlijk. Hij moest zoveel mogelijk piraten aan boord lokken, die dan door zijn mannen, de meesten waren ex-mariniers, uitgeschakeld moesten worden. Zelf droeg Eddie een pistool in een holster onder zijn jas. De kogelwerende vesten moesten hem een paar seconden respijt geven als de aanvallers al schietend aan boord klauterden.

'Wat weten we?' vroeg Seng.

'Die trawler noemt zichKra IVen komt langszij aan stuurboord, om te helpen blussen,' antwoordde Cabrillo. 'Als ik hen was zou ik met minstens negen man aan boord komen. Twee man voor de brug, twee naar de machinekamer, en nog vier anderen die overal ingezet kunnen worden en een leider.'

'Wij hebben gemeld dat deOregonvijftig opvarenden heeft,' wierp Eddie tegen. 'Dus ze komen met minstens twaalf kerels.'

'Dat is waar. Heb jij genoeg manschappen?'

'Ja, als een machinegeweer aan dek het kanonnenvoer uitschakelt, dan kunnen wij ons concentreren op het gevangennemen van de officieren.'

'Klinkt goed,' vond Cabrillo. 'Meld je als je ze ziet.' Het team zag op camerabeelden hoe de trawler naderde. De nachtzichtcamera was boven in een dekkraan gemonteerd. DeKra IVvoldeed aan het signalement dat enkele overlevenden van eerdere piratenaanvallen hadden gegeven. Het schip was vijfentwintig meter lang en tamelijk breed, met een stompe boeg en een open achterdek. Daarboven was een grote portaalkraan, en achter het dekhuis was een enkele zeecontainer vastgesjord. De beelden van de nachtzichtcamera waren niet scherp, maar het was duidelijk dat de trawler er haveloos uitzag. De werktuigen aan dek waren even versleten als op deOregonen Juan begreep dat de piraten dezelfde list gebruikten als de Corporatie om tegenstanders niet te alarmeren.

'Het doelwit is op acht meter afstand aan stuurboord,' meldde Eddie via de radio. 'Ik zie een stuk of tien kerels aan dek. De meesten gekleed in korte broeken of jeans. Enkelen dragen oliegoed. Zo te zien dragen ze gereedschap, maar ik wil wedden dat het wapens zijn.'

'Begrepen.' Cabrillo gaf opdracht aan Max in de machinekamer om het rookgordijn te stoppen. Nu deOregonamper vooruit voer dreven er dikke rookwolken over het dek en dat maakte het moeilijk voor Seng en de mannen die op afstand het geschut bedienden de vijand te onderscheiden.

Eddie zag dat een van de 'vissers' een megafoon naar zijn mond bracht om deOregonte praaien. Hij deed een stap naar voren uit de schaduw en ging boven aan de scheepstrap staan. Een zweetdruppel rolde langs zijn ribbenkast. 'Wat zijn we blij jullie te zien!' riep hij met de juiste ondertoon van opluchting en angst. 'We hebben de brand wel onder controle, maar we weten niet hoe groot de schade is.'

'We willen jullie graag helpen,' antwoordde de piraat. Eddie kon de spottende ondertoon horen, ondanks het zware accent.

Toen de twee schepen langszij kwamen maakten dekmatrozen deKra IVvast bij de trap en twee piraten klauterden omhoog. Als er geschoten werd, dan zou dat nu gebeuren. Eddie verstrakte, hij trok zijn pistool uit de holster maar hield het wapen uit het zicht.

In de volgende seconden gebeurden verschillende dingen. Zoeklichten op de trawler flitsten aan, zodat de zijkant van deOregonin schel wit licht baadde. Daardoor werden de nachtkijkers overbelicht. De voorste piraat was bijna op het dek en hij richtte zijn automatische pistool op Eddies borst, om twee patronen kort na elkaar af te vuren. De man wenkte de anderen, die meteen de ladder bestormden. Er werd dreigend geschreeuwd en uit het dekhuis van deKrakwamen nog een tiental mannen naar buiten. Eddie leek wel door een voorhamer op zijn borst geraakt. Hij wankelde achteruit, zijn lichaam als verdoofd. Hij hoorde meer dan dat hij voelde hoe zijn wapen uit zijn verlamde vingers viel.

Vier piraten waren aan dek, toen Eddie en zijn mannen reageerden. Twee tegenstanders werden neergemaaid met het eerste salvo geweervuur uit de onzichtbare posities, maar vijf andere aanvallers namen hun plaats al in. Omdat de piraten tegenstand ondervonden raakte de enterende groep door het dolle heen. Ze klauterden aan boord, als plunderaars die maar al te graag willen vechten. Een paar tellen later waren er wel vijf aanvallers voor elke man van de Corporatie. Rode stralen van de laservizieren sneden door de rook, terwijl het vuurgevecht steeds heviger werd.

Zodra de monitors in de commandoruimte wit verbleekten door het felle licht van de zoeklichten begreep Cabrillo wat de tactiek van de piraten was. Dat werdshock and awegenoemd tijdens de tweede Golfoorlog: probeer de vijand zoveel mogelijk in verwarring te brengen tijdens de eerste minuten van een gevecht. De ongetrainde bemanning van een vrachtschip zou zo verlamd worden door de felle lichten, het geschreeuw en het aantal aanvallers dat hun schip bestormde, dat ze niet eens in staat waren een SOS-bericht uit te zenden.

En hoewel deze tactiek bedoeld was om een ongewapende bemanning te overweldigen, het effect deed de voorsprong van de Corporatie ook teniet. De nachtzichtkijkers waren nutteloos, en er was nog te veel rook boven het dek om gewone kijkers te gebruiken. Het infraroodsysteem kon geen onderscheid maken tussen vriend en vijand, en dus konden de kanonniers op afstand hun geschut voorlopig niet gebruiken.

Cabrillo kwam snel overeind uit zijn stoel, hij griste een nachtkijker en een machinepistool uit het rek aan de wand. Hij was al in de lift voordat iemand had opgemerkt dat hij in beweging kwam.

'Hou die lift beneden vast, als ik op de brug ben,' riep hij terwijl de cabine snel vijf verdiepingen naar boven steeg.

Zelfs hoog boven het dek was het geluid van het vuurgevecht oorverdovend. De ex-mariniers verzetten zich nog hevig, maar dat was een kwestie van tijd. Cabrillo draafde naar de zijbrug, en keek naar beneden. Minstens twintig piraten hadden defensieve posities ingenomen op het voordek. Ze vuurden onophoudelijk met hun wapens. Juan zag een schim langzaam wegkruipen van de ladder. Juan richtte zijn wapen en zijn vinger spande al om de trekker, toen hij opeens het zeiljack van Eddie herkende. Snel keek hij weer naar de piraten en zag een man opduiken achter een lier, om zijn AK-47 op Seng te richten.

Cabrillo zwaaide met zijn wapen en vuurde een kogel af op het gezicht van de zeerover. Een tweede raakte hij met twee kogels in de borst. Meteen dook hij achter de borstwering, omdat patronen zoemend als boze horzels langs hem vlogen. Vonken spatten rond toen de patronen tegen het staal sloegen. Cabrillo verschoof de pal van zijn MP-5 naar automatisch, hield het wapen over de reling en sproeide met vijftien patronen een lang salvo over het dek. Omdat er secondenlang niet gevuurd werd door de tegenstanders kwam hij snel overeind, verschoof de pal van het wapen weer en richtte op de zoeklichten aan boord van de trawler.

Zijn hart bonsde als bezeten, en daardoor misten de eerste twee schoten doel. Hij haalde diep adem, blies kalm uit en vuurde nog twee keer. De twee lampen explodeerden in een regen van scherven, en het werd weer donker. Bijna onmiddellijk daarna hoorde hij het staccato blaffen van de verborgen 30mm-kanonnen en de patroonhulzen vielen rinkelend op het dek. De kanonniers op afstand waren weer actief.

Cabrillo had een reservemagazijn patronen en hij verwisselde dat snel. Daarna zette hij de bril van de nachtkijker op en ging aan het werk. In het naargeestig groene beeld van de nachtkijker leken de lichtflitsen uit de loop op vuurvliegjes en de mannen aan dek op lichtgevende geesten. Cabrillo wilde de beschermengel van Eddie Seng zijn.

Eddie had nog geen dekking gevonden, en aan zijn trage bewegingen zag Cabrillo dat hij geraakt was. Maar hij zag geen bloedspoor, dus Eddies leven was waarschijnlijk gered door de kogelwerende vesten. Juan was ook wel eens getroffen door een patroon op zijn kogelvrije vest en hij wist uit ervaring dat het uren kon duren voordat Eddie weer gewoon kon ademen. Na enkele spannende momenten bereikte Eddie een luik in de bovenbouw, en hij werd door een paar handen in veiligheid getrokken.

Door de slierten kruitdamp, dicht als Engelse mist, ontwaarde Cabrillo zijn tegenstanders en telkens vuurde hij efficiënt en beheerst. Zolang de bemanning nog niet aan de winnende hand was kon hij geen moeite doen om tegenstanders gevangen te nemen.

Bloed liep in trage stroompjes over het dek, en er lagen steeds meer lijken. Het vuren van de mariniers was afgenomen tot af en toe een kort salvo. Cabrillo zag twee piraten hun dekking verlaten en naar voren stormen, in de richting van de dekkraan. Een man haalde iets uit de rugzak die zijn maat droeg. Juan zag het gevaarlijke explosief en hij maaide de twee mannen neer, voordat die de granaat op scherp hadden. Een andere kerel rende naar het dekhuis. Cabrillo legde aan, maar op dat moment werd de rennende gestalte al met een salvo uit de machinegeweren bijna doormidden gekliefd.

Dat scheen de weerstand van de horde piraten te breken. Een tiental overlevenden vluchtte naar de gangway, en op dat moment begon de zware dieselmotor van deKrate brullen. De piraten werden beschoten met een kogelregen van uit het dekhuis. Omdat Eddies mannen zich even rustig hielden dachten de piraten kennelijk dat ze vrije aftocht hadden. Twee kerels vielen op het dek, en de lijken gleden weg in hun eigen bloed.

DeKrabegon weg te varen. Cabrillo vuurde salvo's af naar het dek van de trawler, maar daar was geen doelwit. De trossen waarmee de vissersboot aan de gangway was afgemeerd waren niet losgegooid, en daarom werd het ding langzaam losgetrokken van de bevestigingspunten. Twee piraten waren juist halverwege toen deKrain beweging kwam. De gangway strekte zich, als een brug tussen de twee schepen, tot de touwen bezweken onder de trekkracht van deKra.De 900 kilo zware scheepstrap tordeerde en brak los van deOregon,zodat de twee piraten in zee tuimelden en ze werden vermorzeld door het neerstortende gevaarte toen ze weer aan de oppervlakte kwamen.

DeKraveranderde iets van koers, zodat de kloof tussen beide schepen kleiner werd en de piraten aan boord van deOregoneen kans hadden over te springen. Eric Stone was bij de stuurstand in de commandoruimte en hij begreep wat de bedoeling was. Meteen stuurde hij deOregonverder naar bakboord en hij gaf ook even gas, juist op het moment dat de piraten sprongen. Een van hen stortte op de grote lier van deKra.Cabrillo hoorde krakende botten en de gevallen man rolde naar het achterdek. Een tweede piraat sloeg tegen de romp van de Kra, om even later onder de golven de verdwijnen. De overige zes belandden in de smalle opening tussen beide schepen.

Juan wist niet of de roerganger van de vissersboot niet zag wat er gebeurde, of dat het hem niets kon schelen. De boot bleef naar de Oregon varen. Eric Stone liet de boegschroef draaien, in een poging de Kra opzij te duwen, maar de straalbuis was een eind voor de boeg van de trawler, dus de krachtige stuwstroom had geen effect.

De beide scheepsrompen raakten elkaar met een schrapend en knarsend metalig geluid, zodat de mannen die daartussen in het water spartelden werden vermalen tot een roze brei van vlees en botten, die wegspoelde toen de schepen weer weg van elkaar bewogen.

Juan pakte een walkietalkie uit een la in het stuurhuis. 'Wepps? Hier Cabrillo. Zodra je ze in het vizier heb knal je een gat op de waterlijn. Dat weten die schurken dat ze niet wegkomen.'

'Begrepen,' antwoordde Mark Murphy.

De afstand tussen beide schepen werd groter en Cabrillo zag dat een dekknecht aan boord van de Kra een kabel bevestigde van de portaalkraan aan de lijnen waarmee de zeecontainer achter het dekhuis was vastgesjord. Cabrillo vuurde enkele patronen uit zijn H K, maar een bewegend doelwit raken vanaf een onstabiel platform is bijna onmogelijk. De man keek niet op van zijn werk, terwijl de kogels vlak naast hem afketsten. Een onzichtbare machinist bediende de dekkraan. Omdat het A-vormige portaal over de achtersteven van de trawler hing werd de zeecontainer over de Kra gesleept, zodat diepe krassen in de houten dekplanken werden getrokken. De onderkant stuikte tegen een bolder, maar de lier van de kraan bleef draaien. De zeecontainer kantelde opzij met een hol galmende dreun. Toen het gevaarte eindelijk onder de kraan was, werd het opgehesen en zwenkte heen en weer boven de achtersteven. De kraanmachinist liet de rem los en de container plonsde in zee. Even dobberde het metalen gevaarte op de golven, maar toen begon het te zinken.

De hijskabel werd gevierd van de vrij draaiende lier en de afstand tot deKrawerd groter. Cabrillo vermoedde dat eventuele smokkelwaar in die container was geborgen en hij bedacht dat ze met snel handelen misschien de vierende kabel konden vastmaken, voordat de container voorgoed verdween.

Alsof hij zijn gedachten had gelezen vuurde Mark Murphy een korte salvo af met de Gatling die in de boeg van de Oregon verborgen was. Vijftig patronen met verarmd uranium sloegen gaten in de romp van de Kra, ter hoogte van de waterlijn. Murphy richtte op een plek waarachter vermoedelijk geen brandstoftanks waren.

Die tanks waren een eind achter de gaten in de romp, maar de patronen troffen de munitiekamer van de piraten. De eerste explosie was betrekkelijk klein. Een vuurtong lekte uit het gat dat de Gatling had geslagen. De tweede ontploffing scheurde het dek open en sloeg een groot paneel weg. Vuur en rook wolkten op boven de trawler, en het schip maakte slagzij alsof het een salvo kanonschoten had afgevuurd. Cabrillo keek machteloos toe terwijl meer explosies het vissersschip aan flarden scheurden. Het stuurhuis verdween in een verzengende vuurkolom en daarna brak het achterdek open toen de brandstoftanks ontploften. Brokstukken en schroot regenden neer op de Oregon, en Cabrillo dook weg om niet geraakt te worden. De achterste lier van de vissersboot vloog over het achterdek van de Oregon, een kabel meeslepend die glansde in het maanlicht. De kiel van de Kra spleet op de plek waar het staal door de explosies was verzwakt. De rokende boeg zonk in het water, het achterschip verdween onder de golven, zodat de voorkant weer opdook, maar langzaam verdween de Kra onder water. Tussen de eerste voltreffers met de 20mm-kogels en het sissende wegzinken waren negentien seconden verstreken.

Juan kwam weer overeind en veegde bloed van zijn hand, die geraakt was door een stukje gloeiend metaal. Wrakstukken, niet groter dan het deksel van een vuilnisbak, dreven in een grote cirkel op het water. Het vreemde knetteren van brandende olie op de golven was het enige geluid toen de golven weer bedaarden. Er klonken geen kreten van gewonden, geen hulpgeroep van drenkelingen. Niemand had het inferno overleefd.

Juan bleef tien tellen roerloos staan, misschien wel een halve minuut, tot hij besefte dat er nog hoop was na dit debacle. De kabel die aan de zeecontainer van de piraten was bevestigd lag dwars over de Oregon, langzaam uitvierend omdat de container traag naar de zeebodem zonk.

'Een paar man naar het achterschip, om die kabel te zekeren,' commandeerde hij in zijn walkietalkie. 'En controleer het voordek, kijk of er overlevenden zijn.'

Hij draafde door het verlaten dekhuis, en sprong met vier treden tegelijk de trappen af om snel op het achterdek te komen. Daar waren al een paar matrozen bij de staalkabel. Omdat de liertrommel afwikkelde aan het andere uiteinde van de kabel was er weinig contragewicht voor de zinkende container. De stalen kabel schraapte over het dek, en rook van smeulende verf kringelde op.

Juan greep een stuk ketting naast een bolder. Hij sloeg de ketting enkele keren om de kabel waar die langs de reling liep en het andere eind om een kleine lier. De lier leek al jaren ongebruikt, maar met een druk op de knop startte de tweecilinder- motor onmiddellijk. De wrijving van staal op staal veroorzaakte een zurige stank, toen de schakels strak werden getrokken. De kabel bewoog langzamer, en de matrozen kregen de kans een lus te maken die ze om een kaapstander legden. De kabel kwam strak te staan, trillend als een snaar, maar brak niet.

Het duurde nog een paar minuten voordat de mannen de kabel beter gezekerd hadden en vastgemaakt aan de enige hijskraan op het achterdek van de Oregon. Eddie Seng en Linda Ross kwamen naast Juan staan, toen de mannen begonnen met het ophijsen van de zeecontainer. Seng was bleek en hinkte een beetje. Hij hield zijn hand tegen zijn borst gedrukt, op de plek waar de patronen hem geraakt hadden.

'Gaat het?' vroeg Cabrillo.

'Het doet alleen pijn als ik lach,' zei Eddie spottend.

'Dan zal ik je de mop vertellen van een hoer die met een papegaai en een rol muntgeld een kroeg binnenstapt.'

Eddie stak bezwerend zijn hand op. 'Alsjeblieft niet.'

Juan werd weer serieus. 'Hoe erg was het daar beneden?'

'Geloof het of niet, maar ik ben nog het zwaarst gewond. Verder alleen een hersenschudding en een kleine snijwond bij mijn mensen.'

'En die piraten?'

'Dertien gedood, twee gewond,' zei Linda. 'Julia denkt dat die twee gewonden binnen een uur ook bezwijken.'

'Verdomme.' Een lijkschouwing kon nog wel wat informatie opleveren, over de leeftijd en het ras van de piraten, maar geen gegevens over wie er achter deze aanvallen zat.

'Weg bij de reling!' riep een van de matrozen.

Het drietal deed een paar stappen achteruit toen de container uit zee werd gehesen. Water stroomde van de bovenkant en spoot uit de gaten die in de zijkanten waren geboord. De grote container zweefde over de reling en de kraanmachinist liet het gevaarte voorzichtig alsof het een ei was op het dek zakken. Iedereen kwam er omheen staan, allemaal met hun eigen verwachtingen wat ze in de container zouden aantreffen. Onwillekeurig dachten sommigen toch dat dit een piratenschat met goud en edelstenen was, alsof ze nog in de achttiende eeuw leefden.

Cabrillo had die illusie niet, maar hij was niet voorbereid op wat er tevoorschijn kwam toen hij de deuren opende. Een matroos kokhalsde toen tot hem doordrong wat hij zag. En zelfs Juan moest zijn kaken op elkaar klemmen, terwijl een golf maagzuur in zijn keel brandde. Uit de container golfden enkele tonnen zeewater en een kluwen van wel dertig naakte lijken over het dek van de Oregon.


Hoofdstuk 6


Het kasteel stond in een vallei aan de voet van de berg de Pilatus, even ten zuiden van Luzern. Met de trein was het niet ver naar Zürich. Hoewel het veertig kamers tellende kasteel de indruk wekte al generaties lang de omgeving te beheersen, was het pas vijf jaar eerder gebouwd. Met de traditionele steile leien puntdaken en schoorstenen, bood het een sprookjesachtige aanblik. De oprijlaan beschreef een wijde boog rond een enorme marmeren fontein, gedecoreerd met een tiental stenen nimfen die vanuit fraai bewerkte urnen water uitgoten in het bassin.

Rondom het grote huis stonden verscheidene stenen bijgebouwen, alsof er vroeger ook landbouw bedreven werd. Op de alpenweiden daarachter graasden bruine koeien, voorzien van bronzen bellen.

Zeven donkere limousines stonden geparkeerd bij de garage, en daarachter was een veld waar twee Aerospatiale Gazelle-helikopters geland waren. De piloten dronken koffie uit hun thermosflessen in de cockpit van de ene zakenhelikopter.

De topontmoeting van de Europese ministers van Financiën in Zürich trok weinig aandacht van de media, omdat er geen belangrijke resultaten werden verwacht. Maar het was wel een excuus voor de heren die vergaderden in het kasteel om op hetzelfde moment in dezelfde stad te zijn. Ze ontmoetten elkaar in de grote hal, een hoge ruimte met eiken lambriseringen en aan de wanden veel geweien, opgezette koppen van wilde zwijnen en grote Zwitserse alpenhoorns die kruislings waren opgehangen boven de manshoge open haard.

Omdat Zwitserland een belangrijk centrum voor financiële instellingen is, wekte het geen verbazing dat de vijftien heren allemaal, uitgezonderd één, de grootste bankconcerns van Europa en Amerika vertegenwoordigden.

Aan het hoofd van de vergadertafel zat Bernhard Volkmann. Opgevoed in een streng rooms-katholiek gezin door zijn vader die bankier was, had Volkmann de religie al jong verwisseld voor een ander geloof: het geloof in rijkdom. De wisselkoers werd zijn god, en contant geld werd zijn eucharistie. Hij was een hogepriester in de financiële wereld, gerespecteerd om zijn toewijding en een beetje gevreesd vanwege zijn sterke drijfveren. Elke dag en elke handeling was gericht op meer geld bijeenbrengen, voor zijn bank, en voor hemzelf. Volkmann had een echtgenote, omdat het van hem verwacht werd, en hij had drie kinderen omdat hij zich af en toe veroorloofde bij haar te slapen. Hij beschouwde het als een noodzakelijke afleiding van zijn zakelijke bestaan, maar hij kon zich geen verjaardag van zijn kinderen herinneren. En hij wist ook niet wanneer hij zijn jongste zoon, een eenentwintigjarige student — hij meende aan de Sorbonne — voor het laatst had gezien.

Volkmann arriveerde elke ochtend om zes uur bij zijn kantoor in de Bahnhofstrasse in Zürich, en hij vertrok weer om acht uur in de avond. Met tegenzin onderbrak hij deze regelmaat op zondag en tijdens de vakanties. Dan werkte hij thuis, minstens twaalf uur per dag. Volkmann dronk geen alcohol, hij rookte niet, en een moslim zou nog eerder varkenshoeder worden dan dat Volkmann een casino binnenstapte. Hij was zestig jaar, tamelijk gezet en zijn haar was grijs. Zijn huid had dezelfde fletse kleur als zijn haar en achter zijn bril hadden zijn ogen een troebele kleur als van afwaswater. Hij droeg bij voorkeur ook grauwe kostuums, en al waren zijn overhemden hagelwit, ze leken toch grijzer te kleuren door zijn uitstraling.

Volkmanns ondergeschikten hadden hem nog nooit zien glimlachen, en al helemaal nooit horen lachen. Alleen een opmerkelijke verandering in de financiële wereld deed zijn mondhoeken nog iets naar beneden trekken.

De andere heren aan tafel waren even ernstig en hun toewijding aan geld was even intens. Ze waren bankpresidenten, en hun beslissingen hadden gevolgen voor miljarden dollars en miljoenen mensen. En deze dag waren ze bijeengekomen omdat het fundament van de wereldeconomie dreigde te verkruimelen.

Op de tafel voor Bern Volkmann bedekte een eenvoudige zwarte doek een klein rechthoekig voorwerp. Toen de heren allemaal waren aangeschoven, de glazen met water ingeschonken waren en de bedienden zich hadden teruggetrokken, strekte Volkmann zijn hand uit en trok de doek weg.

De bankiers aan tafel en hun gast behoorden tot de selecte groep mensen op aarde die amper reageerden op het voorwerp dat nu onthuld op tafel lag. Toch zag Volkmann dat zelfs deze geharde deskundigen niet elk spoor van emotie konden onderdrukken. Enkelen haalden wat dieper adem, een ander streek peinzend over zijn kin. Een volgende sperde zijn ogen even wat meer open, en keek snel om zich heen, alsof hij een seintje had gekregen tijdens het pokerspel. De overige zes miljard aardbewoners zouden hun mond van verbazing openen en naar voren komen om het voorwerp aan te raken, terwijl hun gedachten zich vulden met alles wat ermee mogelijk was.

Het rechthoekige broodje, met de trapeziumvorm, wordt een London Good Delivery genoemd. De vlakken straalden een botergele gloed uit, en het had een bijna olieachtige glans in de sfeervolle verlichting van de grote hal. Met een zuiverheid van 99,9 procent was deze staaf goud ongeveer 160.000 dollar waard.

'Heren, we hebben een crisis,' begon Volkmann in accentloos Engels. Hij sprak afgemeten en vormde elk woord zorgvuldig, zodat er geen misverstanden konden ontstaan. 'Zoals u allemaal weet zal de goudvoorraad spoedig uitgeput raken. In feite is de vraag veel groter dan het aanbod, en wel om een simpele reden. Sommigen van u zijn hebzuchtig geworden. Meer dan tien jaar geleden hebben velen van u de centrale bank in uw land benaderd met een voorstel dat toen voor iedereen gunstig leek. U, als bankiers, zou de goudvoorraad in deposito nemen, met de belofte de waarde terug te betalen tegen een rente van een kwart procent. Het goud, opgeborgen in de kluizen van New York, Parijs, Londen en elders, had geen waarde zo lang het uit de circulatie werd gehouden. Door een kwart procent rente te vergoeden zou het goud winst opleveren voor de centrale banken, zoals dat nooit eerder in de geschiedenis was gebeurd. Als het daarmee afgelopen was, dan zouden we nu geen crisis hebben. Maar het was niet afgelopen. U verkocht het goud op de markt, of gebruikte het als hefboom bij andere financiële transacties. In feite verkwanselde u een goudvoorraad die u alleen te leen had gekregen. De centrale banken stemden weliswaar in met deze gang van zaken, maar ze behielden het recht het goud op elk moment terug te eisen. Als dit in een enkel land of op kleine schaal was gebeurd, dan zou er voldoende goud op de markt zijn om teruggave mogelijk te maken.

Maar uw hebzucht kreeg de overhand. De stand van zaken is dat in de boeken van de centrale banken twaalfduizend ton goud, met een waarde van een biljoen euro vermeld staat, maar eigenlijk hangt en zit dat goud om de hals en vingers van dames overal ter wereld. Met andere woorden: het is verdwenen, heren.' Volkmann zweeg even.

'Enkele centrale banken zijn zich bewust van deze situatie, en ze strijken nog steeds een kwart procent rente op, maar andere banken vragen hun goud al terug. Twee jaar geleden kondigde de Franse nationale bank aan dat men een deel van de reserve wilde verkopen. We zijn bij elkaar gekomen om het geld bij elkaar te brengen voor de aanschaf van goud. Maar u herinnert zich dat de goudprijs in enkele weken met vijftig euro steeg, toen de handelaren beseften wat er moest gebeuren. De Fransen verkochten hun goud en de prijs stabiliseerde weer. Onze inspanning om die aanschaf mogelijk te maken kostte bijna een miljard euro. We hebben onze aandeelhouders verteld dat het een eenmalige afschrijving was, maar in werkelijkheid zullen we een dergelijke afschrijving elke keer moeten doen, als een centrale bank zijn goud terugeist.'

'Bern, we hebben geen behoefte aan een geschiedenisles,' zei een New Yorkse bankier geërgerd. 'Als je om je heen kijkt zie je dat enkele vertrouwde gezichten ontbreken, omdat ze op een zijspoor zijn gezet door hun directie.'

'Dat is nu wel het minste van onze problemen, meneer Hershel.' Volkmann keek de Amerikaan strak aan, en smoorde daarmee elke tegenwerping.

'Bankieren is een zaak van vertrouwen,' vervolgde hij. 'Iemand die werkt incasseert zijn salaris, geeft geld voor levensonderhoud uit en vertrouwt de rest toe aan een bank. Wat er daarna gebeurt begrijpt hij niet, en het interesseert hem evenmin. Hij heeft zijn taak vervuld door werkkracht in kapitaal om te zetten en hij vertrouwt erop dat wij daar zoveel mogelijk rendement uit halen. Wij lenen het geld uit aan ondernemers die nieuwe bedrijven opzetten, zodat nog meer mensen arbeid kunnen omzetten in kapitaal. En dat systeem werkt al eeuwenlang uitstekend.

Maar wat gebeurt er als het vertrouwen beschaamd wordt? We hebben bankschandalen gezien in het verleden, maar nu staan we voor een vertrouwenscrisis met ongekende proporties. De basis van het kapitaal, zoals regeringen dat gebruiken om de inwoners van een land gerust te stellen, dus hun goudreserves, zijn verkocht voor schuldbrieven. Wij kunnen onze toezegging aan de centrale banken niet nakomen. Er is niet genoeg goud beschikbaar om onze verplichtingen na te komen.'

'De goudwinning kan opgevoerd worden, zodat we meer tijd krijgen om te leveren.' De opmerking werd gemaakt door een Engelsman in een stemmig kostuum.

'Dat kan niet.' Het antwoord was kortaf en bot, en dat leek ook het karakter van de persoon die het gaf. De man sprak ook met een koloniaal accent.

'Meneer Bryce, wilt u dat wat nader verklaren?'

Bryce ging staan. Anders dan de andere heren had hij een gebruinde, verweerde huid en zijn blauwe ogen kneep hij voortdurend tot spleetjes. Zijn handen waren groot, met dikke knokkels. Hij was iemand die hard gewerkt had om rijk te worden: hij had gezwoegd op een manier die bankiers niet kennen.

'Ik ben uitgekozen om de Zuid-Afrikaanse mijnbouwbedrijven te vertegenwoordigen,' zei Bryce. 'Volkmann heeft me gezegd wat hier besproken zou worden, en daarom heb ik eerst overlegd met mijn mensen om u exacte informatie te kunnen geven. Vorig jaar heeft Zuid-Afrika ongeveer 3400 ton goud geproduceerd, met een kostprijs van zo'n 280 dollar per ounce. Dit jaar verwachten we hetzelfde tonnage, maar de kostprijs stijgt naar 318 dollar per ounce. De lonen zijn gestegen sinds het afschaffen van de apartheid, omdat de vakbonden meer macht hebben, en we worden zwaar onder druk gezet om de lonen verder te verhogen.'

'Niet toegeven aan die lieden,' merkte de president van de grootste Nederlandse bank op.

Bryce keek hem strak aan. 'Mijnbouw is geen lopende band-werk. Het kost jarenlange training om dat vak te beheersen. Een staking zou verlammend werken, en dat weten de vakbonden ook. Ze zien dat de goudprijs stijgt naar 500 dollar per ounce, en ze weten dat de mijnen geen verlies maken.'

'Kunt u de productie verhogen?' vroeg een ander aan de tafel.

'Onze mijnschachten zijn nu al 3500 meter diep. Elk lager niveau betekent hogere kosten. Het is alsof je een wolkenkrabber bouwt. Om die hoger te maken kun je niet simpelweg etages opstapelen. Je moet het fundament en het skelet eerst verstevigen. De liften moeten aangepast, waterleiding en afvoerbuizen moeten ook meer capaciteit krijgen. Architecten zeggen wel dat een etage bovenaan toevoegen even duur is als een nieuwe verdieping onder een bestaand gebouw maken. Elk lager niveau in onze diepste mijnschachten kost twee tot drie keer zoveel om uit te graven. We kunnen dat goud wel bereiken, maar de kosten zijn veel hoger dan de opbrengst.'

'Dan moeten we andere bronnen vinden. Rusland misschien? Canada? De Verenigde Staten?'

'Niet genoeg capaciteit om het tekort op te heffen,' antwoordde Volkmann. 'En de milieueisen in Noord-Amerika maken de prijs per ounce nog eens dertig tot veertig dollar hoger.'

'En ontginning? We ontwikkelen nieuwe mijnen, misschien kunnen we die chaotische goudwinning in Brazilië op orde brengen, zodat de productie daar toeneemt.'

'Zelfs met de modernste technieken en organisatie leveren de goudaders in Brazilië nog niet genoeg op om jaarlijks een vrachtauto te vullen,' merkte Bryce op. 'En wat exploratie betreft, er zijn andere winplaatsen. Maar het duurt jaren om door de bureaucratie heen te komen, en dan moet er toch voor miljarden geïnvesteerd worden om een productieniveau te behalen zoals u wenst.'

'Dan is de oplossing simpel,' zei een Fransman in de korte stilte na de sombere vaststelling van Bryce. 'We moeten de centrale banken overtuigen dat ze nooit hun reserves terugeisen. Misschien kunnen we een hoger rentepercentage bieden, om ons van hun medewerking te verzekeren.'

'Dat is een tijdelijke oplossing,' zei een andere New Yorker. 'We kunnen onze verplichtingen niet eeuwig op de lange baan schuiven.'

'Maar als we tijd krijgen om de kluizen van de centrale banken weer te vullen, dan kunnen we de prijs stabiel houden en voorkomen dat hetzelfde gebeurt als toen mijn land de verkoop aankondigde.'

'En als de redactie van de Wall Street Journal at in de krant zet?' wierp de New Yorker tegen. 'Wat dan? Het publiek zal bewijs willen dat het goud er werkelijk is. Jan Modaal denkt dat het in Fort Knox blinkt van het goud. Hij zal niet blij zijn als hij beseft dat de kluis leeg is, op een stapel waardeloze schuldpapieren na. Hij zal in paniek raken, omdat de regering gelogen heeft en dat er helemaal geen dekking is voor de bankbiljetten.'

'En dat is precies waarom ik eerder al zei dat deze crisis ongekende proporties heeft,' vulde Volkmann aan. 'Wij hebben de basis van het kapitalistische systeem weggehaald, en zodra het grote publiek dat ontdekt, dan stort het systeem als een kaartenhuis ineen.'

De Zwitserse bankier zweeg en keek naar de anderen. Hij zag dat hij hun aandacht had, en aan de ernstige gezichten kon hij zien dat sommigen al wisten wat hij ongeveer zou gaan zeggen. Hij nam een slokje water voor hij verder sprak. 'De afgelopen zes jaar heeft Duitsland een mislukt economisch beleid gevoerd. Het resultaat is dat het land van een industriële motor in Europa veranderd is in een soort verzorgingsstaat. De productiviteit is gedaald, de werkloosheid torenhoog, en binnenkort zal blijken dat de pensioenen onbetaalbaar zijn geworden. Kortom, Duitsland is bijna failliet. Ik hoorde twee weken geleden dat ze hun hele goudvoorraad gaan verkopen.'

Er klonk een zucht rond de tafel, alsof iedereen besefte aan de rand van de afgrond te staan.

'Dat is zesduizend ton, heren. Ofwel ongeveer twee jaar goudproductie in Zuid-Afrika. Er is nu tweeduizend ton aan goudreserve in Berlijn en Bonn. We moeten dus een tekort van vierduizend ton aanvullen.'

'Hoe snel moet dat gebeuren?' vroeg de Fransman.

'Dat weet ik niet precies,' antwoordde Volkmann. 'Maar om de prijs stabiel te houden vermoed ik dat het enige tijd zal duren.'

'Maar niet lang genoeg,' bromde de New Yorker.

'En vergeet niet,' vervolgde Volkmann, rampspoed op rampspoed stapelend, 'dat zodra de termijnhandelaren doorkrijgen dat de banken in de knel zitten, ze ons dan zullen afpersen. De goudprijs kan verdubbelen of verdrievoudigen.'

'We zijn geruïneerd,' riep de Hollandse bankier uit. 'Allemaal. Zelfs als de Duitsers geld accepteren, dan kunnen we nog niet betalen, want de opbrengst van de goudverkoop is al aan anderen uitgeleend. Dan moeten we leningen opzeggen. Dan stort de Nederlandse economie helemaal in.'

'En niet alleen die van jullie,' zei Hershel. 'Wij hebben voor 20 miljard Duitse goudstaven gekocht en doorverkocht. En een flink deel van dat bedrag is verdampt in de internetzeepbel. We zouden de spaarrekeningen van onze klanten moeten leeghalen om terug te betalen. Er zou een run op de bankfilialen ontstaan, overal in de Verenigde Staten. Dan krijgen we een herhaling van de Grote Depressie.'

Een eerbiedige stilte volgde toen alle aanwezigen de laatste woorden lieten bezinken. Deze heren waren te jong om zich de wereldwijde depressie van de jaren twintig en dertig te herinneren, maar ze hadden allemaal verhalen gehoord van hun grootvaders en andere verwanten. Maar deze keer zou het veel erger worden, omdat de economie wereldwijd vertakt was. Enkelen dachten zelfs aan meer dan hun eigen verlies en dat van hun vaderland. Als landen moesten worstelen in het belang van de eigen bevolking, dan zouden internationale hulpprojecten gestaakt worden. Hoeveel inwoners van ontwikkelingslanden zouden sterven, omdat de heren rond deze tafel geleend goud hadden verkocht, alleen om hun eigen winstbejag?

'Is er een kans dat de Duitsers een ander besluit nemen?' vroeg iemand na een korte stilte.

'Dat kunnen we proberen,' antwoordde een ander, 'maar Duitsland zal zijn eigen belangen behartigen. Ze willen hun goud terug, omdat ze anders insolvent zijn. Dan dreigen er rellen, en misschien zelfs een opstand.'

Volkmann liet de anderen enkele minuten discussiëren, en de bankiers opperden ideeën om hun eigen hachje, hun bank en de wereldeconomie te redden. Maar uiteindelijk wisten ze geen oplossing. Het gesprek viel stil en Volkmann verzocht Bryce, de vertegenwoordiger van de Zuid-Afrikaanse mijnbouw, de vergadering te verlaten.

Zodra de deur achter Bryce gesloten was richtten de bankiers hun aandacht op Volkmann. Die bleef zwijgen, tot iemand uiteindelijk de vraag stelde, en ze hoopten vurig dat hij het antwoord wist.

'Heeft u ons hier bijeengeroepen omdat u een oplossing weet?' vroeg de Engelse president van de zesde bank op de wereldranglijst.

'Ja,' beaamde Volkmann kort, en hij merkte dat iedereen bijna onmerkbaar zuchtte van opluchting. Hij tikte een tekstbericht op zijn PDA en even later zwaaiden de grote deuren van de hal weer open. De man die de ruimte binnenkwam straalde zelfverzekerdheid uit, die de andere bankiers niet echt kenden en alleen gebruikten als camouflage voor hun twijfels. Hij liep nonchalant en hield zijn hoofd opgeheven. Hij was van hun leeftijd, voor in de vijftig, misschien iets jonger. Er waren geen rimpels op zijn gezicht, maar zijn ogen leken ouder, en zijn kortgeknipte haar was meer zilvergrijs dan bruin. Anders dan de bankiers had hij niet de zelfvoldane verwaandheid die gepaard gaat aan rijkdom en macht. Hij was zelf nadrukkelijk aanwezig en het middelpunt, zonder dat hij een woord had gezegd.

'Heren,' begon Volkmann, terwijl de onbekende dicht bij de Zwitser ging zitten. 'Dit is Anton Savich, vroeger werkzaam bij het Sovjetbureau voor Natuurlijke Hulpbronnen. Tegenwoordig is hij zelfstandig consultant.'

Niemand verroerde zich en niemand zei iets. Niemand kon een voormalige Russische topambtenaar doorgronden.

'Ik wist al geruime tijd dat zich zoiets als deze situatie zou voordoen, en daarom heb ik in het geheim plannen gemaakt,' verduidelijkte Volkmann. 'Er kan niet geprotesteerd worden tegen mijn voorstel, en we moeten het unaniem eens zijn. Dit is onze enige uitweg, en als ik klaar ben, dan moet ieder van u onvoorwaardelijk akkoord gaan. Savich zal de details vertellen.'

Zonder te gaan staan begon Anton Savich, met een arm nonchalant over de rugleuning van zijn stoel, het reddingsplan voor de banken uiteen te zetten. Dat duurde tien minuten, zonder dat hij onderbroken werd, en op de gezichten van de bankiers was zowel schrik, woede als hevige afkeer te lezen. De Nederlandse bankier leek zelfs lichamelijk ziek te worden. Zelfs de geharde New Yorkers — Volkmann wist dat een van hen een Vietnam veteraan was — werden asgrauw.

Er is geen andere mogelijkheid, heren,' zei Bern Volkmann. Niemand kon hardop instemmen. Volkmann keek een voor een strak naar de gezichten, en hij wist dat ze instemden, als ze wegkeken of nauwelijks waarneembaar knikten. De Nederlander was het laatst aan de beurt. De man kreunde zachtjes bij de gedachte waar hij mee akkoord ging en sloeg daarna zijn ogen neer.

'Ik zal de maatregelen nemen,' besloot Volkmann. 'Wij zullen nooit meer zoals nu bij elkaar komen.'

De New Yorker die eerder over Ford Knox had gesproken zei: 'O, ik weet zeker van wel. In de hel.'

Загрузка...