‘De zuster is onze zwakke schakel. Hij is echt gek op haar.’
‘Weet ik. Zij kan alles te niet doen, van het begin af aan. Hij zal vast niet bij haar weg willen.’’Wat ga je nu dan doen?’
‘Hem ervan overtuigen dat hij liever met ons mee wil dan bij haar blijven.’
‘Hoe denk je dat te doen?’’Door tegen hem te liegen.’’En als dat niet werkt?’
‘Dan vertel ik hem de waarheid. In noodgevallen mogen we dat doen. We kunnen uiteindelijk niet alles voorzien, wel?’
Ender had niet veel trek aan het ontbijt. Hij bleef zich maar afvragen hoe het op school zou gaan. Stilson weer onder ogen komen na de vechtpartij van gister. Wat Stilsons vrienden zouden doen. Waarschijnlijk niks, maar daar kon hij niet op rekenen. Hij had helemaal geen zin om naar school te gaan.
‘Je eet niet, Andrew,’zei zijn moeder.
Peter kwam de kamer binnen. ‘Goedemorgen, Ender. Bedankt voor het achterlaten van je slijmerige washandje midden in de douche.’
‘Speciaal voor jou,’mompelde Ender.
‘Andrew, je moet wat eten.’
Ender stak zijn polsen naar voren, een gebaar dat betekende: geef me maar een infuus.
‘Vreselijk grappig,’zei moeder. ‘Ik probeer goed voor jullie te zorgen, maar daar trekken mijn geniale kinderen zich niets van aan.’
‘Dat we zo geniaal zijn komt alleen door jouw genen hoor, mam,’zei Peter. ‘Van pap hebben we het vast niet meegekregen.’
‘Dat heb ik gehoord,’zei vader, zonder op te kijken van het nieuws dat op het tafelscherm vertoond werd terwijl hij zat te eten.
‘Zou ook zonde geweest zijn als je het niet had gehoord.’
De tafel piepte. Er was iemand aan de deur.
‘Wie is dat?’vroeg moeder.
Vader tikte een toets aan en op zijn beeldscherm verscheen een man. Hij droeg het enige militaire uniform dat tegenwoordig nog iets betekende, dat van de I.V., de Internationale Vloot.
‘Ik dacht dat dat afgelopen was,’zei vader.
Peter zei niets, die schonk gewoon melk over zijn cornflakes.
En Ender dacht: Misschien hoef ik vandaag toch wel niet naar school.
Vader toetste de deur open en stond op van tafel. ‘Ik regel het wel,’zei hij. ‘Jullie blijven gewoon zitten eten.’
Ze bleven zitten, maar eten deden ze niet. Een paar minuten later verscheen vader weer in de kamer en wenkte moeder.
‘Jij zit tot over je oren in de stront,’zei Peter. ‘Ze zijn erachter gekomen wat je met Stilson hebt uitgehaald en nou zetten ze je gevangen in Gordel.’
‘Ik ben nog maar zes, debiel, ik val onder de kinderrechter.’
‘Jij bent een Drietje, drol. Jij hebt geen rechten.’
Valentine kwam binnen met haar haar in een slaperig aureool om haar gezicht. ‘Waar zijn mam en pap? Ik ben veel te beroerd om naar school te gaan.’
‘Zeker weer een onderzoek orale vaardigheid, hè,’zei Peter.
‘Hou je kop, Peter,’zei Valentine.
‘Wees blij en geniet ervan,’zei Peter. ‘Het had allemaal veel erger kunnen zijn.’
‘Ik zou niet weten hoe.’
‘Het had een onderzoek anale vaardigheid kunnen zijn.’
‘Ha ha,’zei Valentine. ‘Waar zijn vader en moeder?’
‘In gesprek met een kerel van de I.V.’
Onwillekeurig keek ze naar Ender. Tenslotte verwachtten ze al jaren dat er iemand zou komen om hun te vertellen dat Ender geslaagd was, dat Ender nodig was.
‘Dat klopt, kijk maar naar hem,’zei Peter. ‘Maar het zou ook om mij kunnen gaan, weet je. Misschien hebben ze inmiddels ontdekt dat ik toch de beste van het stel was.’Peter voelde zich gekwetst en dus deed hij zoals gewoonlijk weer ontzettend verwaand.
De deur ging open. ‘Ender,’zei vader, ‘kom eens even hier.’
‘Jammer Peter,’jouwde Valentine.
Vader keek kwaad. ‘Jongens, dit is niet iets om geintjes over te maken.’
Ender liep achter zijn vader aan de woonkamer in. De I.V.-officier stond op toen ze binnenkwamen, maar hij gaf Ender geen hand.
Moeder stond aan haar trouwring te draaien. ‘Andrew,’zei ze, ‘ik had nooit gedacht dat jij zo’n vechtersbaas was.’
‘Die jongen van Stilson ligt in het ziekenhuis,’zei vader. ‘Je hebt hem verschrikkelijk toegetakeld. Nog wel met je schoen, Ender, nu niet bepaald sportief.’
Ender schudde zijn hoofd. Hij had verwacht dat er iemand van school over Stilson zou komen, niet een officier van de vloot. Dit was ernstiger dan hij had verwacht. En hij kon toch echt niet bedenken wat hij anders had moeten doen.
‘Heb je een verklaring voor je gedrag, jongeman?’vroeg de officier.
Ender schudde opnieuw zijn hoofd. Hij wist niet wat hij moest zeggen en hij was bang om nog monsterlijker te lijken dan hij uit zijn daden nu al leek. Ik slik de straf wel, dacht hij. Dan is het tenminste achter de rug.
‘We zijn bereid om de verzachtende omstandigheden in aanmerking te nemen,’zei de officier. ‘Maar ik moet erbij vertellen dat het er niet goed voor je uitziet. Hem in zijn kruis schoppen, hem herhaaldelijk tegen zijn hoofd en zijn lijf schoppen terwijl hij op de grond lag — klinkt alsof je er lol in had.’
‘Dat had ik niet,’fluisterde Ender.
‘Waarom heb je het dan gedaan?’
‘Hij had al zijn vrienden daar,’zei Ender.
‘En? Maakt dat het minder erg?’
‘Nee.’
‘Vertel me eens waarom je hem bleef schoppen. Je had toch al gewonnen.’
‘Door hem tegen de grond te slaan had ik de eerste ronde gewonnen. Maar ik wilde de volgende rondes ook winnen, en liefst meteen maar, want dan zouden ze me tenminste met rust laten.’Ender kon het niet helpen, hij was zo bang en hij schaamde zich zo voor wat hij had gedaan; hij begon weer te huilen, hoe hij ook zijn best deed om het in te houden. Ender vond huilen iets vreselijks en hij deed het zelden en nu had hij binnen één dag wel drie keer gehuild. En elke keer werd het erger. Hij schaamde zich dood om hier een potje te staan grienen waar zijn vader en moeder en deze militair bij waren. ‘Jullie haalden mijn monitor weg,’zei Ender. ‘Ik moest me toch verdedigen?’
‘Ender, je had een volwassene om hulp moeten vragen,’begon vader.
Maar de officier stond op en liep door de kamer naar Ender toe. Hij stak zijn hand uit. ‘Ik heet Graff, Ender. Kolonel Hyrum Graff. Ik ben directeur van de Basisopleiding van de Krijgsschool in de Gordel. Ik ben hier om je te vragen of je bij ons op school wilt komen.’
Dus toch. ‘Maar de monitor.’
‘Als laatste stap van de test wilden we zien wat er zou gebeuren als we de monitor weghaalden. We doen het niet altijd op die manier, maar in jouw geval —’
‘En ik ben geslaagd?’
Moeder vond het ongelooflijk. ‘Door die jongen van Stilson het ziekenhuis in te schoppen? Wat hadden jullie gedaan als Andrew hem vermoord had? Hem een medaille gegeven?’
‘Het gaat niet om wat hij deed, mevrouw Wiggin. Het gaat om het waarom.’Kolonel Graff overhandigde haar een map vol formulieren. ‘Hier zijn de vereiste papieren. Uw zoon is door de I.V.-Selectiedienst goedgekeurd. Uw toestemming hebben we natuurlijk al, op papier gezet op het moment dat uw zwangerschap bevestigd werd, anders had hij niet geboren kunnen worden. Vanaf dat moment was hij van ons, als hij voldeed.’
Vader zei met trillende stem: ‘Het is niet erg aardig van u om ons te laten denken dat jullie hem niet wilden hebben en hem dan toch weg te halen.’
‘En die poppenkast met die jongen van Stilson,’zei moeder.
‘Het was geen poppenkast, mevrouw Wiggin. Tot we wisten wat Enders beweegreden was, konden we er niet zeker van zijn dat hij niet een tweede — we moesten weten wat dat gedrag inhield. Of tenminste wat Ender dacht dat het inhield.’
‘Moet u hem per se met die idiote koosnaam aanduiden?’Moeder begon te huilen.
‘Het spijt me, mevrouw Wiggin. Maar zo noemt hij zichzelf.’
‘Wat gaat u nu doen, kolonel Graff?’vroeg vader. ‘Wandelt u dadelijk zo de deur met hem uit?’
‘Dat hangt ervan af,’zei Graff.
‘Waarvan?’
‘Van of Ender met me mee wil.’
Moeders huilen ging over in verbitterd lachen. ‘O, dus het is achteraf toch nog vrijwillig, wat aardig!’
‘U beiden hebt de keus gemaakt toen u Ender verwekte. Maar Ender zelf heeft nog helemaal geen keus gemaakt. Dienstplichtigen zijn prima kanonnevlees, maar voor officieren hebben we vrijwilligers nodig.’
‘Officieren?’vroeg Ender. Bij het geluid van zijn stem vielen de anderen stil.
‘Ja,’zei Graff. ‘De Krijgsschool is een opleidingsinstituut voor toekomstige sterschipgezagvoerders, smaldeelbevelhebbers en opperadmiraals.’
‘Geen voor de gek houderij hier, hè!’zei vader boos. ‘Hoe veel van de jongens op de Krijgsschool worden uiteindelijk ook echt gezagvoerder van een sterschip?’
‘Dat gegeven is helaas geheim, meneer Wiggin. Maar ik kan wel zeggen dat van de jongens die bij ons door het eerste jaar heen komen, er nog nooit één geen aanstelling als officier heeft gehad. En er heeft er ook nimmer een gediend in een lagere rang dan die van bevelhebber van een interplanetair vaartuig. Ook in de defensiemacht binnen ons eigen zonnestelsel zijn eervolle plaatsen te bezetten.’
‘Hoe veel komen er door het eerste jaar heen?’vroeg Ender.
‘Iedereen die dat wil,’zei Graff.
Ender zei bijna: Ik wil het. Maar hij hield zijn mond. Dit zou hem uit school houden, maar dat was stom, dat was maar een probleem van een paar dagen. Het zou hem bij Peter vandaan houden — dat was belangrijker, dat zou een kwestie van overleven kunnen zijn. Maar vader en moeder verlaten, en vooral Valentine. En soldaat worden. Ender hield helemaal niet van vechten. Hij hield niet van Peters manier van vechten, de sterke tegen de zwakke, en hij hield ook niet van zijn eigen manier, de slimme tegen de domme.
‘Volgens mij,’zei Graff, ‘moeten Ender en ik eens even onder vier ogen praten.’
‘Nee,’zei vader.
‘Ik beloof dat ik hem niet meeneem, zonder u nog een keer met hem te laten spreken,’zei Graff. ‘En u kunt het me eigenlijk niet echt beletten.’
Vader keek Graff nog een keer woest aan, stond vervolgens op en liep de kamer uit. Moeder bleef even staan en gaf Ender een kneepje in zijn hand. Ze deed de deur achter zich dicht toen ze de kamer uitliep.
‘Ender,’zei Graff, ‘als je met mij meegaat zul je hier een hele tijd niet terugkeren. De Krijgsschool kent geen vakanties. En geen bezoek. Een volledige opleiding duurt tot je zestiende jaar — je krijgt je eerste verlof, onder bepaalde omstandigheden, als je twaalf bent. Geloof me, Ender, mensen veranderen in zes jaar, in tien jaar. Als je met mij meegaat is je zuster Valentine een vrouw als je haar terugziet. Jullie zullen vreemden voor elkaar zijn. Je zult nog steeds van haar houden, Ender, maar je zal haar niet meer kennen. Je ziet dat ik je niet voorspiegel dat het makkelijk zal zijn.’
‘Mam en pap?’
‘Ik ken je, Ender. Ik draai nu al weer een heel tijdje jouw monitorschijven af. Je zal je vader en moeder niet missen, niet echt erg en niet erg lang. En ze zullen jou ook niet al te lang missen.’
Onwillekeurig sprongen Ender de tranen in zijn ogen. Hij wendde zijn gezicht af, maar verdomde het om de tranen weg te vegen.
‘Ze houden heus wel van je, Ender. Maar je moet begrijpen wat jouw bestaan hun gekost heeft. Ze komen allebei uit een godsdienstig gezin, weet je. Je vader onTVing bij zijn doop de naam Johannes Paulus Wieczorek. Katholiek. De zevende van negen kinderen.’
Negen kinderen. Dat was ondenkbaar. Misdadig.
‘Tja, mensen doen nu eenmaal rare dingen voor hun godsdienst. Je kent de strafsancties, Ender — die waren destijds nog niet zo hardvochtig, maar evengoed verre van makkelijk. Alleen de eerste twee kinderen kregen gratis onderwijs. Bij elk nieuw kind ging de belasting fors omhoog. Toen je vader zestien werd deed hij een beroep op de Wet Spijtoptanten Gezinssamenstelling om zich van zijn familieleden los te maken. Hij veranderde zijn naam, zwoor zijn godsdienst af en legde een eed af dat hij nooit meer dan de toegestane twee kinderen zou nemen. Hij meende het. Alle schaamte en pesterij die hij als kind had meegemaakt — hij zwoer dat zijn kinderen dat nooit zouden hoeven meemaken. Begrijp je wel?’
‘Hij wilde mij helemaal niet.’
‘Tja, tegenwoordig wil niemand meer een Drietje. Dan kan je toch moeilijk verwachten dat ze blij met je zijn. Maar jouw vader en moeder zijn een bijzonder geval. Ze hebben allebei hun godsdienst afgezworen — je moeder was mormoons — maar in werkelijkheid zijn hun gevoelens nog steeds erg dubbelzinnig. Weet je wat dubbelzinnig betekent?’
‘Ze voelen twee dingen tegelijk.’
‘Ze schamen zich voor het feit dat ze uit gezinnen afkomstig zijn die zich niet aan de wet wensen te houden. Ze houden dat geheim. Dat gaat zelfs zover dat je moeder tegen niemand zal toegeven dat ze in Utah is geboren, om maar te voorkomen dat iemand iets zal vermoeden. Je vader ontkent zijn Poolse afkomst aangezien Polen nog steeds het verdrag niet heeft ondertekend en er tegen Polen ook internationale strafsancties lopen. Zie je, een Drietje krijgen, ook al was dat rechtstreeks op bevel van de regering, doet alles te niet wat ze hebben proberen op te bouwen.’
‘Dat weet ik.’
‘Maar het is nog veel ingewikkelder. Je vader heeft je evengoed wettelijk toegestane heiligennamen gegeven. Hij heeft jullie zelfs alle drie gedoopt zodra jullie na je geboorte thuiskwamen. En jullie moeder maakte daar bezwaar tegen. Ze hadden er iedere keer weer ruzie over, niet omdat ze niet wilde dat jullie gedoopt werden, maar omdat ze niet wilde dat jullie katholiek gedoopt werden. Ze hebben eigenlijk hun godsdienst helemaal niet afgezworen. Ze beschouwen jou als een soort ereprijs voor het feit dat ze de wet hebben weten te omzeilen en toch een derde kind hebben weten te krijgen. Maar je bent ook een soort levend bewijs van hun lafheid, van het feit dat ze niet verder durven gaan en de wet aan hun laars lappen terwijl ze eigenlijk vinden dat dat zou moeten. En je bent ook een openbare steen des aanstoots, want met elke stap die jij doet stuur je hun pogingen om zich aan te passen aan de normale samenleving die zich wél aan de wet houdt, in het honderd.’
‘Hoe weet u dit allemaal?’
‘We hebben je broer en je zuster ook gemonitord, Ender. Je zou er versteld van staan als je wist hoe gevoelig die instrumenten zijn. Wij waren rechtstreeks met jouw brein verbonden. We hoorden alles wat jij hoorde, of je nu zorgvuldig luisterde of niet. Of je nu begreep wat er gezegd werd of niet. Wij begrijpen het wel.’
‘Dus mijn ouders houden van me en houden tegelijk niet van me?’
‘Ze houden van je. De vraag is of ze je graag hier willen hebben. Jouw aanwezigheid in dit huis roept voortdurend verscheurde gevoelens op. Je bent een bron van spanning. Begrijp je dat?’
‘Ik ben niet degene die de spanning veroorzaakt.’
‘Niet met wat je doet, Ender. Maar het blote feit dat je bestaat. Je broer heeft een hekel aan je omdat jij het levende bewijs bent van het feit dat hij niet goed genoeg was. Je ouders koesteren een wrok tegen je vanwege hun verleden dat ze proberen te ontlopen.’
‘Valentine houdt van me.’
‘Met haar hele hart. Ze is je zonder enige terughoudendheid volledig toegedaan en jij aanbidt haar. Ik zei toch al dat het niet makkelijk zou worden.’
‘Hoe is het daar?’
‘Keihard werken. Studeren, net als hier op school, behalve dan dat jullie daar veel meer wiskunde en computers krijgen. Militaire geschiedenis. Strategie en tactiek. En vooral natuurlijk de strijdzaal.’
‘Wat is dat?’
‘Oorlogje spelen. Alle jongens zijn ingedeeld in legers. Iedere dag worden er in nul g nepveldslagen gestreden. Niemand raakt gewond, maar winnen en verliezen zijn belangrijk. Iedereen begint als gewoon soldaat die bevelen moet opvolgen. Oudere jongens zijn jullie officieren en het is hun plicht om jullie te oefenen en jullie te leiden in de strijd. Meer kan ik je niet vertellen. Het is net zoiets als kruiperds en ruimtevaarders — behalve dan dat je wapens hebt die het echt doen en dat je schouder aan schouder vecht met je medesoldaten en dat jouw hele toekomst en de toekomst van de mensheid afhangt van hoe goed jij leert en hoe goed jij vecht. Het is een zwaar leven en je zult geen normale jeugd hebben. Maar met jouw verstand en dan bovendien nog een Drietje, zou je toch al niet zo’n erg normale jeugd hebben.’
‘Alleen jongens?’
‘Een paar meisjes. Ze voldoen niet zo vaak aan de toelatingseisen. Ze hebben te veel eeuwen evolutie tegen. Maar er zal in ieder geval geen Valentine tussen zitten. Maar broers zul je er wel vinden, Ender.’
‘Zoals Peter?’
‘Peter werd niet toegelaten, Ender, om precies dezelfde redenen als jij een hekel aan hem hebt.’
‘Ik heb geen hekel aan hem. Ik ben alleen maar —’
‘Bang van hem. Tja, Peter is niet helemaal slecht, weet je. Hij was de beste die we in lange tijd hebben meegemaakt. We vroegen je ouders om als volgende kind een dochter te kiezen — dat waren ze toch al van plan — in de hoop dat Valentine zou uitpakken als Peter maar dan zachtaardiger. Ze was te zachtaardig. En dus bestelden we jou.’
‘Om half Peter, half Valentine te worden.’
‘Als het allemaal goed uitpakte.’
‘En deed het dat?’
‘Tot nu toe wel. Onze toetsen zijn heel goed, Ender. Maar ze vertellen ons lang niet alles. Als puntje bij paaltje komt, vertellen ze ons eigenlijk helemaal niks. Maar ze zijn beter dan niets.’Graff leunde naar voren en nam Enders handen in de zijne. ‘Ender Wiggin, als het er alleen om ging om voor jou de beste en meest gelukkige toekomst te kiezen, dan zou ik tegen je zeggen dat je thuis moest blijven. Blijf thuis, groei op, word gelukkig. Er zijn erger dingen dan een Drietje zijn, erger dingen dan een grote broer die niet kan beslissen of hij nu een mens wil zijn of een jakhals. De Krijgsschool is een van die ergere dingen. Maar we hebben je nodig. De kruiperds lijken dan nu misschien wel iets uit een spelletje, Ender, maar de vorige keer hadden ze ons bijna finaal uitgeroeid. En dat was nog niet alles. Ze hadden ons volledig in hun macht; hadden betere wapens en waren met meer. Het enige dat ons redde was het feit dat we de meest briljante militaire bevelhebber hadden die we ooit hebben gevonden. Of je het nou toeschrijft aan het noodlot, aan god, of aan stom geluk, wij hadden Mazer Rackham.
Maar nu hebben we hem niet meer, Ender. We hebben alles bij elkaar geschraapt wat de mensheid kon opbrengen; een vloot die de vloot die zij de vorige keer op ons afstuurden op een handjevol kinderen in een zwembad doet lijken. Nieuwe wapens hebben we ook. Maar misschien is het evengoed nog niet genoeg. Want in die tachtig jaar na de vorige oorlog, hebben zij evenveel tijd gehad om zich voor te bereiden als wij. We hebben het beste nodig wat we kunnen krijgen, en met spoed. Misschien zullen we niets aan je hebben, maar misschien ook wel. Misschien stort je wel in onder de druk, misschien bederft het je hele leven, misschien ga je me wel haten om het feit dat ik vandaag naar je huis ben gekomen. Maar als er een kans bestaat dat de mensheid het zal overleven en dat de kruiperds ons met rust laten omdat jij bij de vloot zit — dan vraag ik je om het te doen. Om met me mee te gaan.’
Ender had moeite om kolonel Graff scherp te zien. De man leek heel ver weg en ontzettend klein, alsof Ender hem met een pincet kon oppakken en hem zo in een zak kon stoppen. Weggaan van alles hier, naar een plek waar hij het heel zwaar zou krijgen, zonder Valentine en zonder pap en mam.
En toen dacht hij aan de films van de kruiperds die iedereen minstens een keer per jaar moest bekijken. De vernietiging van China. De Slag in de Gordel. Dood en leed en schrik. En Mazer Rackham die met zijn briljante manoeuvres een vijandelijke vloot versloeg die tweemaal zo groot was als die van hem en tweemaal zoveel vuurkracht had. En dan in van die kleine mensenscheepjes die zo zwak en broos leken. Alsof het een strijd was van kinderen tegen grote mensen. En wij wonnen.
‘Ik ben bang,’zei Ender. ‘Maar ik ga toch met u mee.’
‘Vertel me dat nog eens,’zei Graff.
‘Het is toch de reden dat ik geboren ben, niet? Als ik niet ga, waarom besta ik dan?’
‘Niet goed genoeg,’zei Graff.
‘Ik wil niet,’zei Ender, ‘maar ik ga toch.’
Graff knikte. ‘Je mag nog van gedachten veranderen. Tot het moment dat je bij mij in de auto stapt, mag je nog van gedachten veranderen. Daarna blijf je zolang de Internationale Vloot het wil. Begrijp je dat?’
Ender knikte.
‘Goed. Nou, dan gaan we het hun maar vertellen, niet?’
Moeder huilde. Vader drukte Ender stijf tegen zich aan. Peter gaf hem een hand en zei: ‘Het geluk is met de dommen.’Valentine gaf hem een zoen en maakte zijn wang nat met haar tranen.
Hij hoefde niets in te pakken. Hij moest niets meenemen. ‘De school verschaft alles wat je nodig hebt, van uniformen tot en met boeken en schriften. En wat speelgoed aangaat — er wordt maar één spel gespeeld.’
‘Vaarwel,’zei Ender tegen zijn gezinsleden. Hij legde zijn hand in die van kolonel Graff en liep met hem de deur uit.
‘Schiet een paar kruiperds voor me overhoop,’schreeuwde Peter hem achterna.
‘Ik hou van je, Andrew!’riep moeder.
‘We zullen je schrijven!’zei vader.
En toen hij in de auto stapte die geruisloos in de gang stond te wachten, hoorde hij Valentine verdrietig roepen: ‘Kom heelhuids terug, Ender! Ik blijf altijd van je houden!’