Gérard de Villiers Dood Joesjtsjenko!

1

Roman Martsjoek stond voor een van de ramen die uitkeken op Mykoly-Bazhana Prospekt, de brede weg die door het besneeuwde berkenbos naar het oosten liep. Vloekend draaide hij zich om. ‘Mijn god, waar blijven ze? Ze zijn al een uur te laat.’

Met de handen in de zakken van zijn leren jack beende hij, strak voor zich uit kijkend en met een ongeruste blik in zijn ogen, heen en weer in de kleine kamer. Zijn spijkerbroek met een brede riem verdween bijna onder zijn dikke buik. Hij had nauwelijks nog haar en met zijn baard van twee dagen en zijn verkreukelde kleren zag hij eruit als een zwerver.

‘Ze zullen wel vastzitten in een file,’ zei Evguena Bogdanov. ‘Je weet dat je om deze tijd in het centrum geen stap vooruitkomt.’

Ze liep eveneens naar het raam en staarde naar de stroom auto’s die over de Pivdennybrug kwam, een van de vier bruggen over de rivier de Dnjepr, die lui door Kiev stroomde en de stad in tweeën deelde. In deze moderne wijk in het oosten van de stad stonden geen barokke gebouwen in pastelkleuren, geen schitterende kerken met vergulde koepels, maar sombere konijnenhokken van twintig verdiepingen hoog die zich in eindeloze rijen aan beide kanten van de Mykoly-Bazhana Prospekt uitstrekten. Een overblijfsel uit de Sovjettijd. Hier woonde een groot deel van de vijf miljoen inwoners van de Oekraïense hoofdstad, die bijna allemaal uit het sombere industriegebied Donetz waren weggetrokken om werk te zoeken.

Toen ze vooroverboog, schoof Evguena Bogdanovs strakke minirokje van zwart leer iets omhoog, zodat de bovenkant van haar dijen te zien waren. Met haar witte laarzen met naaldhakken en haar strakke truitje zag ze er uitdagend uit, zoals zoveel jonge, Oekraïense vrouwen die iets wilden bereiken. In plaats van zich dik in te pakken, liep ze zelfs in de winter met blote benen en droeg ze slechts een kort jasje van kunstbont. In deze kleding, samen met haar blonde haar, dat ze in een paardenstaart droeg, haar felrode mond en haar uitdagende blik, werd ze door alle mannen nagestaard wanneer ze thee ging drinken in het Maison du Café, dat vlak bij de Khrestjatikboulevard lag, de Champs-Elysées van Kiev. Daar ontmoette je politici, zakenmensen en journalisten, die er jonge meisjes kwamen versieren.

Evguena Bogdanov stond met haar neus tegen het raam gedrukt te kijken. Maar ze begon zich ook steeds ongeruster te maken. Ze zouden haar toch niet laten stikken? Het begon donker te worden, hoewel het nog maar net vijf uur was. Zestien verdiepingen lager waren nog net de omtrekken van de auto’s te zien die langsreden. Er viel een druilerige regen, vermengd met enkele sneeuwvlokken, waardoor het zicht nog minder was.

Roman Martsjoek vloekte binnensmonds en liep bij het raam vandaan. Toen ging hij achter Evguena Bogdanov staan en keek over haar schouder naar de brede laan. De jonge vrouw voelde zijn adem in haar nek. Even keken ze zwijgend naar het verkeer, tot de Oekraïner opnieuw zijn frustratie de vrije loop liet: ‘Jammer. Ik wacht niet langer, ik ga.’

Hij beende al met grote stappen weg. Evguena ging snel achter hem aan en ging voor hem staan. ‘Wacht nou, doe niet zo gek. Ze zijn onderweg. Je weet dat ze je naar Odessa moeten brengen. Daarvandaan neem je de boot naar Rusland, waar je kunt wachten tot alles tot rust is gekomen. Ze zullen je ook geld geven. En zelfs als er iets tussen is gekomen, kun je hier blijven slapen.’

Met een smekende blik legde ze haar handen tegen de borst van Roman Martsjoek, maar ze wist dat hij haar met één beweging opzij kon duwen.

‘Ze kunnen me wat!’ gromde Roman Martsjoek. ‘Ik weet zeker dat ze me hebben bedonderd. Die anderen zoeken me ook, de Ameriki. Ze weten vast al waar ik ben. Die schoft Smesjko speelt met hen onder één hoedje. Laat me erlangs.’

‘Nee,’ antwoordde Evguena Bogdanov, en ze drukte zich tegen hem aan. ‘Je weet niet eens waar je naartoe moet gaan.’

‘Ik heb vrienden in Dnjepropetrovsk. Ik neem de trein daarheen. Laat me met rust.’

Hij pakte haar arm om haar opzij te duwen en Evguena zag in dat ze hem niet tegen kon houden. Ze begreep ook niet waarom het zo lang duurde. Ze had vijfhonderd dollar gekregen om Roman Martsjoek onderdak te verschaffen en ze zou nog eens zoveel krijgen wanneer ze Roman kwamen halen om hem in veiligheid te brengen. Voor haar was dat een heleboel geld. Ze droomde er al van naar Novim Rokom te gaan, naar het grote warenhuis Khrestjatik, waar ze westerse schoonheidsproducten kon kopen, die de meeste Oekraïners zich niet konden veroorloven. Die moesten zich tevredenstellen met imitaties, waar je soms uitslag van kreeg… Evguena Bogdanov wist dat ze er aantrekkelijk uit moest zien, wanneer ze een rijke man aan de haak wilde slaan.

Ze kon nog maar één ding doen. Toen Roman Martsjoek haar beetpakte om haar weg te duwen, sloeg ze haar armen om zijn nek en drukte ze zich tegen hem aan met de uitdagende blik waarmee ze de mannen in het Maison du Café versierde. ‘Roman,’ zei ze heel zacht, ‘wacht nog even. Het is in je eigen belang. Ik zal je helpen de tijd te doden.’

Ze stond op haar tenen en al pratend drukte ze haar buik zacht tegen de zijne. Toen Roman Martsjoek haar warme huid voelde, gromde hij en probeerde hij haar niet langer weg te duwen. Automatisch legde hij zijn hand op haar door zwart leer omspannen billen. ‘Het zijn schoften,’ gromde hij nog voor de vorm. ‘Ze hebben me in de steek gelaten. Maar ik red me wel.’

Hij wist dat hij niet in Kiev kon blijven. De kans was te groot dat hij grote problemen zou krijgen. Hij moest voorgoed zien te verdwijnen. Drie dagen geleden had hij zijn baan als ober bij Mister Snack op de Vladymyrskaboulevard al opgezegd. ‘Ze komen heus wel,’ zei Evguena Bogdanov weer op overtuigende toon.

Ze liet haar armen zakken en liet geen moment onbenut. Ze liet haar rechterhand naar Roman Martsjoeks onderbuik glijden en klemde haar vingers om de bobbel in zijn spijkerbroek, die al snel groter werd. Met haar andere hand trok ze zijn trui omhoog en knoopte ze zijn overhemd open. Ze liet een tepel tussen haar vingers rollen en tegelijkertijd drukte ze haar mond op die van Roman en drong met haar tong tussen zijn lippen. Het had haar zelden zoveel moeite gekost een man op te winden.

Het resultaat was spectaculair. Binnen enkele tellen voelde ze een harde, warme massa tegen haar hand groeien, terwijl Roman zacht haar borsten masseerde. Eindelijk was hij van zijn voornemen om te vertrekken afgebracht.

Gebruikmakend van de situatie, trok Evguena de ritssluiting van de spijkerbroek omlaag en stak meteen haar hand naar binnen. Ze schoof zijn wollen onderbroek opzij en pakte zijn stijve penis beet. Zachtjes trok ze zijn voorhuid omlaag om zijn eikel te ontbloten. Ze moest opschieten. Roman Martsjoek liet een soort rauw gekreun horen. Zachtjes krabde ze met haar nagels in de tere huid. Met een ruw gebaar trok hij haar minirok omhoog en stak zijn dikke vingers tussen de dijen van de jonge vrouw. Hij trok haar slipje opzij om bij haar vagina te komen. Evguena, op haar beurt, had zijn roze staaf uit de spijkerbroek gehaald en masseerde hem in volle overgave. Ze maakte haar mond van die van Roman los en vroeg op een toon die zowel onderdanig als uitdagend klonk: ‘Zal ik je pijpen?’

Roman Martsjoek wilde al niet meer weg. Tenminste, voorlopig niet. Deze kleine slet bracht hem in alle staten. Hij keek om zich heen en zag tegen de muur een tafel staan. Grommend zei hij: ‘Nee, ik wil je neuken. En daarna vertrek ik.’ Hij pakte Evguena bij haar middel, tilde haar op en droeg haar naar de tafel. Intussen liet ze zijn dikke penis niet los. Zodra Roman Martsjoek haar op de tafel had gelegd, schoof hij haar slipje langs haar dijen en haar laarzen omlaag. Het kleine, witte kledingstuk bleef aan een van de naaldhakken hangen. Roman maakte zijn broekriem los en liet zijn broek op zijn enkels glijden. Zijn penis wees recht vooruit. Hij trok haar benen omhoog, voelde even en drong toen zo ruw in haar, dat ze over de tafel gleed en er van alles op de grond viel. Evguena slaakte een kreet van pijn. Ze was niet echt opgewonden en zijn penis was zo groot, dat het was of ze open werd gescheurd… Roman Martsjoek hijgde even, diep in de vagina van de jonge vrouw begraven, pakte haar toen onder haar billen beet en trok haar naar zich toe, zodat hij nog dieper in haar drong. Evguena gilde: ‘Zachtjes!’

‘Je wilde toch dat ik je neukte?’ gromde Roman Martsjoek. Kalm duwde hij haar benen wijd uit elkaar en begon haar met grote, krachtige stoten te nemen. Langzaam maar zeker duwde hij haar naar de muur. De tafel haakte en Roman Martsjoek hijgde als een stoommachine. Elke keer trok hij zich bijna helemaal uit haar terug, om daarna opnieuw uit alle macht in Evguena’s onderbuik te dringen. Voor de jonge vrouw was het alsof er een boortoren in haar kwam. Elke keer wanneer de dikke penis in haar drong, slaakte ze een zacht, rochelend geluid, alsof hij tegen haar longen drukte… Langzaam maar zeker begon ze vochtiger te worden en deed het geen pijn meer, maar ze genoot er niet van. Uit de mond van Roman Martsjoek kwam een verstikte kreet en met een laatste stoot van zijn heupen nagelde hij haar op de tafel vast, haar benen als een kikker omhoog gevouwen. Ze voelde hoe hij in haar klaarkwam, waarna hij meteen haar benen losliet. Hij deed een stap achteruit, trok zijn nog stijve penis uit haar terug en trok meteen zijn grijze onderbroek aan, zonder zich schoon te vegen. ‘Mooi,’ zei hij. ‘Nu ga ik.’

Hij trok zijn spijkerbroek al omhoog. Evguena liet zich van de tafel glijden, pakte haar slipje en keek hem aan. ‘Nee, je moet…’

Het zoemen van de huistelefoon onderbrak haar en ze slaakte een kreet van plezier. ‘Daar zijn ze!’Ze had zich niet voor niets laten nemen.


‘8630!’ riep Evguena door de huistelefoon.

De deuren konden worden geopend door middel van een digitale code die nog stamde uit het Sovjettijdperk. Eenvoudig, maar solide. Zwijgend wachtten ze. De lift was ongelooflijk traag. Ook nog daterend uit het Sovjettijdperk.

Eindelijk werd er op de deur geklopt; de bel was kapot. Evguena Bogdanov liep naar de kleine hal en deed open, waarna ze oog in oog kwam te staan met drie grote mannen. Ze droegen wollen mutsen, die tot aan hun oren omlaag waren getrokken, en gevoerde leren jacks. Ze hadden harde, vierkante gezichten en ze keken haar met een uitdrukkingsloze blik aan. Evguena voelde zich ongemakkelijk, maar het lukte haar te glimlachen. ‘Komen jullie Roman halen?’

‘Ja,’ antwoordde een van de mannen.

‘Jullie zijn laat. Ik begon me al ongerust te maken. Gaan jullie meteen naar Odessa?’

‘Ja.’

Ze hoorde aan zijn accent dat hij Oekraïner was.

‘Met de auto?’

‘Ja. Mogen we binnenkomen?’

Ze stapte opzij en de drie mannen gingen de flat binnen. Roman Martsjoek, die zijn kleren weer had rechtgetrokken, keek hen achterdochtig aan. ‘Waar gaan we heen?’ vroeg hij. ‘Ik zal eerst mijn spullen pakken.’

Hij verdween de slaapkamer in. De drie mannen stonden midden in de kamer en keken om zich heen.

‘Woon je hier alleen?’ vroeg degene die tot nu toe als enige het woord had gevoerd.

Evguena Bogdanov zag dat op zijn jack het logo van de ‘Angeli’ stond, een groep vrijwilligers die de straten van Kiev afzochten naar dronkenlappen en zwervers die in de sneeuw lagen te slapen, waarna ze hen naar het ziekenhuis brachten. Wodka en vrieskou boden een slecht onderdak.

‘Gaan we?’ vroeg Roman Martsjoek toen hij met een tas in zijn hand terugkwam.

‘Ja,’ antwoordde de man, die nog steeds als enige van de drie zijn mond opendeed.

Hij deed een stap naar de Oekraïner toe, alsof hij zijn tas wilde overnemen, maar op datzelfde moment deed de man die bij het raam stond, dit wijd open, waardoor er een ijskoude wind de kamer in blies.

‘Hé, zijn jullie gek geworden?’ protesteerde Evguena.

Buiten was het vijf graden onder nul en de wind blies rechtstreeks uit Siberië.

De man zei niets. Hij liet het raam openstaan, draaide zich om en liep naar Roman Martsjoek. Tegelijkertijd sloeg de man die naar hem toe was gegaan om zijn tas aan te nemen, zijn arm om zijn nek en gaf hem met zijn knie een stoot in zijn kruis. Toen trok hij hem naar achteren. Meteen pakte de ander zijn enkels en tilde hem op. Hij klemde zijn benen vast tussen zijn armen en zijn lichaam. Roman probeerde zich los te rukken, maar de twee mannen tilden hem binnen enkele seconden naar het openstaande raam en gooiden hem met een grote boog de leegte in.

Hij slaakte een vreselijke kreet en verdween.

Evguena Bogdanov bleef als verstijfd enkele tellen staan. Haar hersenen konden niet bevatten wat er was gebeurd. Toen dook ze in een reflex met een gil naar de deur.

De man die het raam had opengedaan, had haar al ingehaald voordat ze de deur had bereikt. Hij pakte haar onder haar oksels en knieën beet en liep, zonder zich te bekommeren om haar gegil en gespartel, naar het raam. Met een krachtige zwaai gooide hij haar eveneens de leegte in.

De kreet van de jonge vrouw galmde enkele tellen door de ijzige lucht en stopte toen plotseling. De man deed het raam dicht.

‘We kunnen gaan,’ zei de leider van het drietal.

Ze liepen naar de kleine hal, toen er een deur openging en een klein meisje met blond krulhaar de hal in kwam en riep: ‘Waar is mama?’

De drie mannen bleven stokstijf staan. Niemand had gezegd dat er een kind in de flat was. Het meisje was gaan huilen en stamelde: ‘Waar is mama? Waar is mama?’

De leider deed een stap haar kant op en knielde bij haar op de grond. Met een geruststellende glimlach zei hij: ‘Mama is even weg. Ze komt dadelijk terug.’

Het meisje ging nog harder huilen. ‘Ik hoorde haar schreeuwen. Jullie hebben haar pijn gedaan.’

De man schudde zijn hoofd. ‘Nee, we zijn vrienden van je mama. Ze komt terug. Hou je van kauwgom?’

Het meisje knikte zwijgend. De man zocht in de zak van zijn jack en haalde er een pakje kauwgom uit. ‘Hier,’ zei hij. ‘Neem dat maar, tot mama terugkomt. Hoe heet je?’

‘Marina.’

‘Kauw maar lekker, Marina. Tot ziens.’

Hij stond op en liep naar zijn kameraden, die bij de deur stonden te wachten. Voordat hij vertrok, keek hij nog een keer om. Marina stond het zilverpapier van de kauwgom te halen. Ze keek hem glimlachend aan.

Загрузка...