Er werd gebeld.
De Cock en zijn vrouw liepen samen naar de deur van hun woning. Op de stoep stond Stoffel de Graaf. Hij zag er onberispelijk uit in een donkerblauw kostuum met een parelgrijze das. Tussen snor en baard lag een vriendelijke grijns.
‘Kom binnen,’ riep De Cock hartelijk.
Stoffel haalde zijn rechterhand achter zijn rug vandaan en bood mevrouw De Cock een grote bos fraaie rode rozen aan. Mevrouw De Cock bloosde.
‘Ze zijn prachtig,’ sprak ze bewonderend en liep er koesterend mee naar de keuken.
Stoffel keek De Cock lachend aan.
‘Die hield ik over.’
‘Waarvan?’
Stoffel gebaarde achteloos.
‘Van die vijfenzeventig gulden die ik voor rode rozen dacht kwijt te zijn.’
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
‘Waarvoor?’
Stoffel de Graaf grinnikte.
‘Ik vind dat schaduwen maar een stom werk.’ Het klonk een beetje minachtend. ‘En die Viola Wijngaard is een beer van een meid… een plaatje… een stuk met alles d’r op en d’r an. Toen dacht ik: ik schaduw haar niet… ik maak haar het hof. Met een bos rozen in de hand heb ik bij haar aangebeld en mijn prevelementje gemaakt… dat ik verliefd was en zo. Nou… toen vond ze het op het laatst helemaal niet gek dat ik steeds met mijn auto bij haar voor de deur stond.’ Hij grinnikte opnieuw. ‘Gistermiddag kwam ze naar buiten. Ze had duidelijk haast. Op een holletje liep ze naar haar wagen. Ik stapte op haar toe en sprak haar aan.’
‘Met rozen?’
Stoffel gniffelde.
‘Natuurlijk… met rozen. Ze zei dat ze geen tijd voor mij had en reed weg. Ger van Lint volgde haar onmiddellijk. En ik ging weer achter Ger aan.’
‘Tot aan de boerderij.’
Stoffel de Graaf knikte.
‘Het was kinderlijk eenvoudig.’
De Cock klopte de ‘reus van de Warmoesstraat’ op zijn schouder en ging hem voor naar de huiskamer, waar de anderen al zaten.
De Cock had Dick Vledder, Stoffel de Graaf en Ger van Lint uitgenodigd voor een avondje bij hem thuis om opening van zaken te geven. Hij deed dat altijd wanneer een ingewikkelde zaak tot een oplossing was gekomen.
De Cock schonk een verrukkelijke cognac in diepbolle glazen, mevrouw De Cock serveerde schalen met louter lekkernijen en in de open haard knapperde een gezellig vuur.
De Cock hief zijn glas.
‘Op de misdaad,’ riep hij vrolijk.
Mevrouw De Cock keek hem bestraffend aan.
‘Op de misdaad toost men niet.’
De Cock keek verbaasd om zich heen.
‘Zonder misdaad hadden wij rechercheurs geen bestaan.’ De Graaf en Van Lint lachten hartelijk. Vledder niet. Hij staarde wat somber voor zich uit. Hoewel hij het onderzoek naar de moorden in het huis aan de gracht van het begin af had meegemaakt, vatte hij de samenhang niet. Dat kwelde hem. Hij boog zich wat naar voren en keek De Cock onderzoekend aan. ‘Stoffel, Ger en ik,’ begon hij, ‘hebben gisteren in een oude boerderij in Middelie Harry Donkervliet gearresteerd. De grond voor die arrestatie, zei jij, was chantage. Wie chanteerde hij dan?’
De Cock nam met welbehagen een slok van zijn cognac en voelde hoe de nectar fluweelzacht langs zijn keel gleed. Hij zette het glas neer en bracht zijn vingertoppen tegen elkaar.
‘De kwade genius in deze gehele affaire,’ sprak hij ernstig, ‘is Annette van Leeuwenhoek. Alle puur misdadige ideeën ontstonden in haar verziekt brein. Er wordt gefluisterd dat zij haar eerste man heeft vergiftigd. In hoeverre dat gerucht een grond van waarheid heeft, speelt nu geen rol meer. Annette van Leeuwenhoek zal inmiddels wel geoordeeld zijn door Hem, die alle feiten kent… ook zonder recherche.’
Hij zweeg even, zocht naar een zinnige voortzetting van zijn betoog.
‘Aan de basis van vrijwel elk misdadig gedrag ligt een moment van liefdeloosheid. Dat is een kreet, waarin ik steeds meer begin te geloven. Dat moment van liefdeloosheid brak aan, toen Jennifer Jordan Christine van der Waal weigerde geld te lenen om een serviceflat te kopen.’
Vledder reageerde wat verward.
‘Een serviceflat?’
De Cock knikte nadrukkelijk.
‘Ruim vier jaar geleden,’ legde hij uit, ‘stierf de vader van Christine van der Waal. Door een wat onverstandig… misschien wel overmoedig zakelijk beleid had hij vele schulden gemaakt. Om zijn meubelbedrijfje van een faillissement te redden, had hij een zware hypotheek op zijn huis genomen. Na zijn dood bleek zijn vrouw niet in staat de lasten van die hypotheek te dragen. Ze riep de hulp van haar dochter in.
Christine van der Waal wilde haar oude moeder voor de rest van haar leven geborgen zien. Een serviceflat leek haar ideaal. Christine van der Waal bezat geen eigen vermogen. Ze ontving voor haar inspanningen in het huis aan de gracht geen salaris. Het lag dus min of meer voor de hand dat zij aan de schatrijke Jennifer Jordan een lening vroeg.’
Mevrouw De Cock keek naar haar man op.
‘Jennifer Jordan weigerde.’
De Cock zuchtte diep.
‘En daarmee begon het. Christine van der Waal maakte tijdens een van de seances Annette van Leeuwenhoek deelgenoot van haar zorgen. Ze vertelde ook dat Jennifer Jordan niet bereid bleek haar een lening te verschaffen. Annette van Leeuwenhoek had onmiddellijk een oplossing voor alle problemen.’ Vledder reageerde scherp.
‘Wat voor een oplossing?’
De Cock grijnsde.
‘Haar redenering was simpel… wat heeft een vrouw aan fraaie schilderijen… als zij ze toch niet kan zien? Annette van Leeuwenhoek, die wel iets van de schilderkunst wist, had al eerder een begerige blik geworpen op de paar echte impressionisten aan de wanden in het huis aan de gracht. Ze zei tegen Christine van der Waal dat die schilderijen veel geld waard waren. Ze zei ook dat ze wel iemand wist die schilderijen zo goed vervalste, dat vrijwel niemand ze van de echte kon onderscheiden… zeker een blinde vrouw niet.’
Vledder knikte begrijpend.
‘Peter Karstens.’
De Cock glimlachte.
‘Precies… vriend Peter. Annette van Leeuwenhoek gaf hem de opdracht om twee Renoirs en een Monet te maken. Op een tijdstip dat Jennifer Jordan, begeleid door haar neef, een concert bijwoonde, werden de schilderijen aan de wanden verwisseld. Annette van Leeuwenhoek, die voor de verkoop van de echte impressionisten zou zorgdragen, pleegde onmiddellijk bedrog. Ze verkocht de twee Renoirs en behield de echte Monet. Zelfs van het geld dat de beide Renoirs opbrachten, hield ze een groot gedeelte achter en gaf de rest aan Christine van der Waal. Dat bedrag was echter nog ruim voldoende om voor haar moeder de zo begeerde serviceflat te kopen.’
Ger van Lint onderbrak hem.
‘Merkte de neef bij zijn thuiskomst de verwisseling van de schilderijen niet op?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Het viel niemand op. Toen de dames van de spiritistische kring bij de volgende seance weer tezamen waren, was er niemand die iets van de verwisseling bemerkte.’ De Cock grinnikte. ‘Ik verzeker jullie… Peter Karstens is een vakman.’
Vledder wuifde wat ongeduldig.
‘Wanneer kwam Harry Donkervliet in het spel?’
De Cock antwoordde niet direct. Hij reikte naar zijn glas en nam nog een slok van zijn cognac.
‘Het was opnieuw Annette van Leeuwenhoek, die met een plan kwam. De rijke Jennifer Jordan bezat buiten de fraaie schilderijen nog een kostbare postzegelverzameling.’
Vledder knikte.
‘Daar sprak Smalle Lowietje al over.’
De Cock snoof.
‘Annette van Leeuwenhoek volgde dezelfde redenering… wat heeft een vrouw aan een postzegelverzameling… als ze die verzameling toch niet kan zien? Ze zorgde voor een aantal waardeloze postzegels en verruilde die voor zeer waardevolle exemplaren.’
Mevrouw De Cock schudde verbijsterd haar hoofd.
‘Duivelsgemeen.’
De Cock knikte traag.
‘Dat was het. Maar het edele tweetal had nu toch duidelijk een fout gemaakt.’ Hij zweeg even voor het effect. ‘Harry Donkervliet, die niets van schilderijen wist… wist alles van postzegels. Hij bemerkte na enige tijd dat er uit de collectie kostbare exemplaren waren verdwenen. Hij riep op een avond Christine van der Waal ter verantwoording. Na het dreigement dat hij tante Jennifer op de hoogte zou brengen, biechtte Christine hem alles op… ook de verwisseling van de kostbare schilderijen.’ Vledder lachte bevrijd.
‘Harry Donkervliet had een goudmijntje aangeboord.’ De Cock strekte zijn vinger naar hem uit.
‘Precies… neef Harry, die door zijn tante zeer krap werd gehouden en voortdurend in geldnood verkeerde, chanteerde Christine van der Waal en Annette van Leeuwenhoek.’
Vledder lachte opnieuw.
‘En van dat geld kocht hij voor zijn Viola een flatje in Purmerend.’
De Cock streek met zijn hand over zijn gezicht.
‘Dief en diefjesmaat. En nog was er geen wolkje aan hun criminele horizon. Ze hadden nog lange tijd onbekommerd en ongestoord met hun praktijken kunnen doorgaan als… als Jennifer Jordan geen oogarts had gevonden die bereid bleek om met een operatie haar het gezichtsvermogen terug te geven.’ Stoffel de Graaf plukte aan zijn baard.
‘Toen raakte het drietal in de problemen.’
De Cock knikte hem toe.
‘En het was weer Annette van Leeuwenhoek, die een oplossing wist… het medium Jennifer Jordan mocht nooit meer ziende worden.’
Mevrouw De Cock schoof naar het puntje van haar fauteuil. ‘Wat een serpent.’
De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi.
‘Op dat moment was het fundament voor de latere moorden gelegd. Annette van Leeuwenhoek stelde vergif voor. Vermoedelijk omdat ze daarmee al eerder succes had gehad. Christine van der Waal aarzelde. Ze vond het idee van moord aanvankelijk nog wat griezelig. Maar Annette van Leeuwenhoek drong sterk aan. Uiteindelijk stemde Christine toe. Zij zou de uitvoering ter hand nemen als… als het maar een snelwerkend vergif was, zodat Jennifer niet echt behoefde te lijden.’
Ger van Lint viel hem in de rede.
‘En Harry Donkervliet?’
De Cock gebaarde in zijn richting.
‘Tot zijn verdediging moet ik zeggen dat Harry Donkervliet van deze beraadslagingen tot moord niet op de hoogte was gebracht. Men hield hem er buiten en wel om de simpele reden dat ook hij op hun lijstje stond.’
Mevrouw De Cock slikte.
‘Om te worden vermoord?’
‘Inderdaad. Het tweetal vond dat zij lang genoeg aan zijn chantagepraktijken onderworpen waren geweest.’
Vledder trok denkrimpels in zijn voorhoofd.
‘Ik begrijp er niets van. Waarom werd Zwarte Sophie dan vermoord?’
De Cock liet zijn hoofd wat zakken.
‘De moord op Zwarte Sophie heeft mij heel wat hoofdbrekens gekost,’ sprak hij vermoeid. ‘Ik moet jullie eerlijk zeggen dat ik er niets van begreep. En wat ik ook ondernam… ik kon voor de moord op haar geen enkel motief vinden. Het leek volkomen zinloos. Geloof me… ik heb er slapeloze nachten van gehad. Op het laatst dacht ik… is er wel een motief? Stierf Zwarte Sophie niet bij toeval? Was de moordaanslag wel op haar gericht? Was er geen vergissing in het spel? En als er een vergissing was… hoe had die kunnen plaatsvinden?’ Hij zweeg even en trok een pijnlijk gezicht. ‘Ik ben toen alle dames van de spiritistische kring gaan vragen hoe zij hun koffie dronken. En wat bleek mij? Jennifer Jordan en Zwarte Sophie zaten aan de ronde eiken tafel niet alleen naast elkaar, maar zij gebruikten ook hun koffie op dezelfde wijze… met veel melk en veel suiker.’ Mevrouw De Cock tikte haar man op zijn knie.
‘Dat begrijp ik niet… Jennifer Jordan en Zwarte Sophie dronken beiden hun koffie met veel melk en veel suiker. Wat betekent dat?’
De Cock boog zich iets naar haar toe.
‘Dat de beide kopjes er wat de inhoud betreft volkomen gelijk uitzagen… dat juist die kopjes konden zijn verwisseld. Iemand die zijn koffie zwart drinkt, zal niet grijpen naar een kopje koffie met veel melk. Daar blijft hij van af. Maar wanneer de inhoud volkomen gelijk is…’ Hij staarde even voor zich uit. ‘De kopjes zijn ook verwisseld. Waarom Zwarte Sophie het kopje van Jennifer Jordan nam, zal wel voor eeuwig een raadsel blijven. Misschien was haar kopje niet helemaal schoon… was er bij de afwas een restje lippenstift op de rand achtergebleven. Misschien was het kopje van Jennifer wel voller. Bedenk, dat Zwarte Sophie door haar late komst haar eerste kopje koffie had gemist. Hoe het ook zij… Zwarte Sophie koos onbewust voor de dood. Christine van der Waal, die vanmorgen een volledige bekentenis heeft afgelegd, vertelde mij, dat ze tot haar verbijstering zag dat Zwarte Sophie het kopje van Jennifer nam… de koffie met het vergif. Ze had op dat moment willen opstaan… schreeuwen… maar ze was zo verlamd door schrik, dat ze in ontzetting toezag hoe Zwarte Sophie voor haar ogen stierf.’ De Cock klemde zijn lippen op elkaar. Zijn gezicht kreeg een verbitterde uitdrukking. ‘Wel snel en pijnloos… zoals ze had gewild dat het gif zou werken.’
Vledder keek hem bewonderend aan.
‘Door die gedachte aan een verwisseling kon je met reden concluderen dat de moordaanslag, die Zwarte Sophie velde, in feite was gericht op het medium Jennifer Jordan.’ De Cock beet peinzend op zijn onderlip. ‘Ik had toen misschien moeten ingrijpen, maar ik had voor mijn theorie geen enkel bewijs. Het was een vermoeden… meer niet. Bovendien wist ik niet van welke kant het gevaar kwam. Toen Jennifer Jordan een paar dagen later werkelijk stierf, had ik het gevoel dat ik had gefaald. Ik was kwaad op mijzelf… woedend om mijn onvermogen om op tijd de dader of daderes te vatten. Terecht noemde Marretje van der Vaart mijn speechje in het huis aan de gracht tegen de vrouwen van de kring een toespraak van de onmacht.
Toch kreeg ik op vrijwel datzelfde moment het idee dat ons tot de oplossing voerde. Mathilda van Lochem had mij verteld dat Jennifer Jordan de komende maand door professor Hemminga in Groningen zou worden geopereerd en weer zou kunnen zien. De vraag was dus niet… waarom vermoordt men een blinde vrouw… maar waarom vermoordt men een blinde vrouw, die binnenkort weer zal kunnen zien? Het antwoord lag voor de hand… omdat zij dan dingen zou zien die ze niet mocht zien.’ Vledder knikte instemmend.
‘De schilderijen.’
De Cock pauzeerde even. Zijn keel was droog geworden. Omzichtig schonk hij zichzelf nog eens in.
‘Ik had de schilderijen in het huis aan de gracht gezien en ik wist dat ze heel goed waren. Ik bedoel… als het vervalsingen waren, dan waren ze perfect. Er was maar één man, die ik in staat achtte een dergelijke perfectie te bereiken… Peter Karstens. Tijdens een kostelijk bezoek aan zijn atelier vertelde Peter mij, dat Annette van Leeuwenhoek bij hem imitaties had besteld van twee Renoirs en een Monet.’ Hij glimlachte. ‘Toen kwam er eindelijk licht in de zaak.’
Stoffel de Graaf boog zich naar hem toe.
‘Wat zei Annette daarvan?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Ik vertelde het haar niet. Wel liet ik tijdens ons bezoek aan haar duidelijk merken dat ik geïnteresseerd was in Franse impressionisten. Vermoedelijk heb ik haar angstig gemaakt, want onmiddellijk na ons bezoek bracht ze de echte Monet, die ze had achtergehouden, naar Peter Karstens. Ze wist uiteraard niet dat ik al contact met hem had gehad.
Ik leende de Monet van Karstens en liet met een smoes het schilderij aan Christine van der Waal zien. Op dat moment moet Christine hebben begrepen dat haar spel uit was. Bovendien drong het tot haar door dat Annette van Leeuwenhoek haar had bedrogen. In enkele momenten van helderheid zal ze beseft hebben dat Annette van Leeuwenhoek in feite verantwoordelijk was voor alle ellende waarin ze was verzeild. Ze besloot met haar af te rekenen. Heel koelbloedig. Ze begreep dat ze met vergif bij de geslepen Annette geen kans maakte.’
Vledder slikte. ‘Daarom gebruikte ze de zware pook.’ De Cock plukte aan zijn onderlip.
‘Bram van Wielingen heeft haar vingerafdrukken op haar koffiekopje vergeleken met die van de pook uit Bussum. Ze kwamen overeen.’
Een tijdlang zwegen allen… ieder bezig met zijn eigen gedachten. Het was Stoffel de Graaf die de stilte verbrak.
‘Als ik het goed begrijp, dan heeft Harry Donkervliet met die hele moordenreeks niets te maken.’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Hij is niet medeplichtig… of iets dergelijks. Maar reeds bij de dood van Zwarte Sophie begreep hij wie daar de hand in had. Dat is ook de reden waarom hij op zoek ging naar die gifring. Zijn arrestatie kwam hem niet eens ongelegen… hoe vreemd dat ook klinkt. Hij was ook niet verbaasd toen hij vernam dat zijn tante het volgende slachtoffer was. Hij begreep alleen dat hij met twee deksels gevaarlijke vrouwen te doen had.’ Mevrouw De Cock glimlachte.
‘Daarom verdween hij?’
De Cock knikte.
‘Hij ging na zijn vrijlating eerst naar Annette van Leeuwenhoek. Hij vertelde van de gifring en maakte duidelijk dat hij het spelletje van de beide vrouwen doorzag. Bovendien liet hij merken dat hij niet van plan was hun volgend slachtoffer te worden.’ Vledder keek De Cock wat schuins aan.
‘Waarom zou Annette van Leeuwenhoek ons van die gifring hebben verteld?’
De Cock gebaarde hulpeloos.
‘Ik weet het niet zeker… en we kunnen het haar ook niet meer vragen… maar ik denk om in een laatste poging de hele schuld van de moorden op Christine van der Waal te schuiven… uiteindelijk was zij de vrouw die het dodelijk gif werkelijk had toegediend.’
Er viel opnieuw een stilte. Mevrouw De Cock verdween naar de keuken en kwam terug met een nieuwe voorraad lekkernijen. De Cock schonk nog eens in. Het gesprek werd algemener. De gruwelijke moorden in het huis aan de gracht raakten wat op de achtergrond.
Vledder zat wat onderuitgezakt in zijn fauteuil. Hij deed aan de gesprekken niet mee. Plotseling stond hij op en kwam naast De Cock staan.
‘Tijdens de tweede seance, in tegenwoordigheid van onze commissaris en de officier van justitie, wees het kruis en bord Harry als dader aan. Christine van der Waal heeft later uitgelegd waarom de uitslag van het kruis- en bordspel fout was. Ik vond haar uitleg heel aannemelijk.’ Hij zweeg even en stak zijn rechterwijsvinger omhoog. ‘Bij die eerste seance kwam Sjaan sterft op het bord. Zie je, dat frappeerde mij toch. Niemand van de spiritistische kring kon op dat moment weten dat Sjaan Streuffels per ongeluk zou sterven. Begrijp je… hier was vals spel uitgesloten. De aankondiging van Sjaans dood moet uit het hiernamaals zijn gekomen.’
De Cock slikte. Zijn gezicht stond ernstig.
‘Er is meer tussen hemel en aarde… dan wij vermoeden.’ Vledder keek hem onderzoekend aan. Zijn blik tastte de hem zo vertrouwde gelaatstrekken af.
‘Dat zeg jij?’ vroeg hij wantrouwend.
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Shakespeare… in Hamlet.’