De Cock leunde behaaglijk achterover in zijn leren fauteuil. De oude rechercheur voelde zich voldaan en ontspannen. Het feit, dat hij weer eens een ingewikkelde moordzaak tot een goed einde had gebracht, was reden tot volle tevredenheid.
Hij keek naar Dick Vledder, zijn trouwe assistent. Ook al botsten hun ideeën dikwijls, De Cock hield van zijn jonge collega. De bonte verkleuringen rond het linkeroog van de jonge rechercheur en de doorbloede pleister op zijn wenkbrauw bezorgden de grijze speurder een gevoel van wroeging. Wanneer Vledder, zo besefte hij, niet zo snel en kordaat had ingegrepen, was de chaos niet te overzien geweest.
Zijn blik dwaalde naar Fred Prins en Appie Keizer voor hem op de brede bank. Ze hadden beiden niet daadwerkelijk behoeven in te grijpen. Toch was De Cock hen dankbaar… dankbaar voor de bereidwilligheid die zij steeds weer toonden om aan zijn vaak gevaarlijke acties mee te werken. Daarom had hij hen uitgenodigd voor een soort slotakkoord bij hem thuis.
Fred Prins zwaaide.
'Wat ging er gisteravond mis? Plotseling zag ik Vledder met die vrouw de trap afrollen.'
De Cock schudde zijn hoofd. Het moment dat mevrouw Montperlier zich omdraaide en naar haar nek wees, kwam als een schrikbeeld terug in zijn herinnering.
'Zij… zij,' stotterde hij. 'Zij hield zich niet aan onze afspraak.'
'Wie?'
De Cock gebaarde heftig. De spanning van het moment trilde nog na.
'Mevrouw Montperlier,' riep hij geëmotioneerd. 'Zij had zich na enig aandringen en met goedvinden van haar echtgenoot, bereid verklaard om aan de ontmaskering van Gertrud Gottlieb mee te werken. Ik had haar een tekst in het hoofd geprent. De bedoeling was, dat zij Gertrud Gottlieb, alias mevrouw De Leeuw, tot een bekentenis zou uitlokken. Voor een zo eerlijk mogelijk proces later en om eventuele moeilijkheden met advocaten te voorkomen, had ik gezorgd voor registratie in beeld en geluid.'
De Cock schudde opnieuw zijn hoofd.
'Tot mijn schrik en verbazing volgde mevrouw Montperlier een eigen tactiek en daagde Gertrud Gottlieb uit om op haar te schieten. Mijn hart stond stil.'
Vledder boog zich iets naar voren.
'Hoe is het met haar?'
'Je bedoelt Gertrud Gottlieb?'
'Ja.'
'Ze ligt in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis.'
'Onder bewaking?'
De Cock schudde zijn hoofd.
'Dat is niet nodig. Ze kan niet ontsnappen. Bij die val van de trap heeft ze haar heup gebroken.'
'Meer niet?'
De opmerking ontlokte bij De Cock een glimlach.
'Ik heb haar vanmorgen uitgebreid verhoord. Ondanks haar verwondingen leek ze opgelucht. Ze was blij dat het voorbij was.'
'Heeft ze bekend?'
De Cock knikte.
'Volledig.'
Vledder spreidde zijn beide handen.
'Waar begon het?'
De Cock maakte een afwerend gebaar. Hij bukte zich voorover, pakte een fles verrukkelijke cognac uit het wijnrek en schonk de edele drank in fraaie diepbolle glazen. Met zichtbare vreugde hief hij zijn eigen glas, omklemde het met volle hand en liet de nectar zachtjes schommelen.
'Op de hebzucht,' proostte hij.
Mevrouw De Cock, feestelijk gekleed in een zalmkleurig lederen combinatie, bracht schalen vol lekkernijen en zette die op de ronde tafel. Daarna ging ze in de fauteuil naast die van haar man zitten.
'Hebzucht?' vroeg ze niet-begrijpend.
De Cock knikte.
'In de vele jaren die ik nu al in de misdaad handel, is mij gebleken, dat hebzucht mensen vaak tot moord brengt. De hang naar rijkdom… of de angst om rijkdom te verliezen… is de bron van veel kwaad.'
Vledder keek hem verbaasd aan.
'Moordde mevrouw De Leeuw uit hebzucht?'
De Cock nam een slok van zijn cognac.
'Ik noem haar liever Gottlieb… Gertrud Gottlieb, oudste dochter van Guiseppe Gottlieb, Zwitser, geboren in Niederweningen, niet ver van Zürich.'
'Guiseppe Gottlieb kreeg een gedegen opleiding, bekwaamde zich in het bankwezen en bereikte al op jonge leeftijd de functie van directeur. Toen hij dertig jaar was, trouwde hij met een Anne-Marie van Velzen, een Hollandse vrouw uit Haarlem. Zij schonk hem twee dochters… Gertrud en Lilian. Anne-Marie van Velzen werd niet oud. Ze stierf toen ze veertig jaar was aan kanker.'
Vledder interrumpeerde.
'Waar kwamen Mariska en Hannelore dan vandaan?'
De Cock lachte.
'Mijn verhaal is nog lang niet klaar.
Na enige jaren hertrouwde Guiseppe Gottlieb… opnieuw met een Hollandse vrouw… Henriëtte Hofstee.'
De oude rechercheur gebaarde naar Vledder.
'Daar kwamen Mariska en Hannelore vandaan. Henriëtte Hofstee was in Zürich… al voordat ze trouwde… lid van een kleine studiegroep, die zich bezighield met religie in het oude Egypte. Die groep stond onder leiding van Julian Schoten, een rijke Belgische arts. Toen hij de tijd daarvoor rijp achtte, stichtte hij de Zoekers van Osiris… een sekte, die nu wereldwijd is verspreid.'
Vledder zuchtte.
'Het echtpaar Guiseppe Gottlieb en Henriëtte Hofstee,' vulde hij aan, 'werd lid van de sekte en kreeg het Bloed van Isis in jade, genummerd negenendertig en veertig.'
Fred Prins keek verwonderd om zich heen.
'Wat is het Bloed van Isis?'
Vledder boog zich naar hem toe.
'Een amulet,' legde hij uit, 'die een ieder, die lid van de Zoekers van Osiris wordt, krijgt uitgereikt. Die amulet dient na de dood van het sektelid weer aan de Zoekers van Osiris te worden teruggegeven.'
Appie Keizer keek naar De Cock.
'Werden de kinderen van het echtpaar Gottlieb geen lid van de sekte?'
De oude rechercheur schudde zijn hoofd.
'Gertrud en Lilian gingen wel mee naar de bijeenkomsten. Ze raakten volkomen vertrouwd met de gewoonten en gebruiken van de Zoekers van Osiris. Ze kenden de leer en de gedachten van een ultieme loutering door de dood.'
Vledder vroeg om aandacht.
'Waarom verlieten ze Zürich?'
De Cock knikte.
'Dat heb ik Gertrud gevraagd. Volgens haar trok vader Guiseppe Gottlieb zich uit zaken terug. Hij had in de loop der jaren een aanzienlijk kapitaal vergaard en was een rijk man geworden.'
'Dat was toch geen reden om uit Zürich weg te gaan?'
De Cock schudde zijn hoofd.
'De directe aanleiding was de dood van Julian Schoten. Toen de oprichter van de Zoekers van Osiris stierf, werd zijn lijk naar België overgebracht en in Hove begraven. Daar was Julian Schoten geboren. Uit eerbetoon aan hun leider verhuisde Guiseppe Gottlieb met vrouw en kinderen naar België. Ze kochten een boerderij in Hove, onderhielden het graf van Julian Schoten en leidden een bescheiden boerenbestaan.'
Fred Prins grinnikte.
'Ik hoor nog niets van moord…'
De Cock wuifde de opmerking weg.
'Guiseppe Gottlieb,' ging hij verder, 'besprak alles met zijn beide oudste dochters… ook, dat hij en zijn vrouw het plan hadden opgevat om een groot deel van hun vermogen aan de sekte… aan de Zoekers van Osiris te vermaken.'
Mevrouw De Cock knikte begrijpend.
'Toen kwam de hebzucht.'
De oude rechercheur trok zijn gezicht strak.
'Gertrud en Lilian probeerden hun ouders tot andere gedachten te brengen. Dat lukte niet. Vader en moeder Gottlieb waren vastbesloten om met hun vermogen de Zoekers van Osiris te steunen.'
'Gertrud zocht naar een oplossing om dat te voorkomen. Van haar vader… bankdirecteur van oorsprong… had Gertrud enig begrip van het bankwezen verworven. Op een vrij eenvoudige wijze zag zij kans om een groot deel van het vermogen van haar ouders op haar naam over te hevelen naar een bank in Zwitserland. Gertrud en Lilian begrepen deksels goed dat het verduisteren van het kapitaal niet lang voor hun vader verborgen zou blijven. Volgens hen bestond er maar één uitweg… moord.'
Fred Prins keek De Cock verschrikt aan.
'Wat een tuig.'
De Cock knikte.
'Om de verdenking in de richting van de Zoekers van Osiris te leiden, besloten de zusters tot de dood door middel van een nekschot. Op deze wijze was in het verleden in Zwitserland al een sektelid op zijn eigen uitdrukkelijk verlangen tot een ultieme loutering overgegaan.'
'Gertrud wist waar haar vader een oude leger revolver bewaarde. Met behulp van Lilian lokte zij haar ouders naar de stal van hun boerderij en maakte hen met een nekschot af.' j
De Cock zweeg even en leunde achterover.
'Ik heb vanmiddag,' ging hij verder, 'een uitgebreid gesprek gehad met hoofdcommissaris Opdenbroecke in Antwerpen. Hij heeft op mijn verzoek de processen-verbaal van die oude moordzaak in Hove uit het stof gehaald. Het bleek, dat men destijds ook de daders van de moord op Guiseppe Gottlieb en zijn vrouw bij de Zoekers van Osiris heeft gezocht. Gertrud en Lilian zijn geen van beiden ooit verdacht geweest.'
Fred Prins boog zich iets naar voren.
'Wat is er van hen geworden?'
De Cock pakte zijn glas op en nam nog een slok van zijn cognac.
'Na de begrafenis van hun ouders reisden zij naar Zwitserland, haalden het geld van de bank en deelden dat. Beiden trouwden met een Hollander. Lilian Gottlieb met Henri-Martin Kusters, een nietsnut, die in een korte tijd een groot deel van haar vermogen verbraste.'
Vledder grinnikte.
'En Gertrud veranderde van naam… liet zich Geertruida Godefrood noemen en trouwde met Adriaan de Leeuw, een psychiater.'
De Cock knikte.
'Een zachtaardige man, die zij tijdens een skivakantie had leren kennen.'
Appie Keizer grijnsde.
'En ze leefden nog lang en gelukkig?'
De Cock schudde zijn hoofd.
'De twee jongste meisjes, Hannelore en Mariska, kwamen via vrienden van het echtpaar Gottlieb terecht bij een pleeggezin in Antwerpen. Over de tragische gebeurtenis in Hove werd nooit meer gesproken. De pleegouders lieten het zelfs voorkomen alsof Hannelore en Mariska de enige kinderen van het echtpaar
Gottlieb waren geweest. Over hun halfzusters Gertrud en Lilian werd nooit gesproken. Die twee waren ook totaal uit het zicht verdwenen en hebben nooit meer iets van zich laten horen.'
Mevrouw De Cock knikte.
'Dat begrijp ik best.'
Vledder vervolgde de uiteenzetting.
'Wat Gertrud en Lilian niet wisten,' ging hij verder, 'was dat de kleine Hannelore van de moord in de stal getuige was geweest. De kleine meid verdrong de gebeurtenis uit haar gedachten…'
De Cock knikte.
'… tot na bijna twintig jaar,' vulde hij aan, 'die dromen kwamen… angstdromen, waarin het gebeurde zich opnieuw afspeelde.'
De oude rechercheur streek met de toppen van zijn vingers over zijn voorhoofd.
'Noodlot… de oude Grieken bogen zich al over het begrip noodlot… dat ongrijpbare, dat mensenlevens onverwachte wendingen geeft. Hannelore, getrouwd met Jean-Pierre de Brunetière in Huizen, raadpleegde een arts… vertelde van haar nachtmerries… en de arts verwees haar naar de beste psychiater die hij kende… dokter Adriaan de Leeuw in Amsterdam.'
'Mevrouw De Leeuw… Gertrud Gottlieb… las de verslagen die haar echtgenoot van de behandeling van zijn patiënte Hannelore de Brunetière maakte, en raakte in paniek toen ze ontdekte, dat haar man steeds dichter bij de oorzaak van haar trauma's kwam. Ze kende de bekwaamheden van haar man als psychiater en begreep, dat Adriaan de Leeuw na verloop van tijd het gehele droombeeld van Hannelore zou hebben ontrafeld en daarmee de waarheid van de dubbele moord in Hove zou hebben ontdekt.'
Fred Prins grijnsde.
'Ze besloot opnieuw tot moord.'
De Cock knikte.
'Het is jammer, dat ik aan de moord op Hannelore de Brunetière in Huizen aanvankelijk geen aandacht heb besteed. Het was louter toeval dat ik het verband ontdekte tussen haar dood en de moord op Adriaan de Leeuw.'
Vledder glimlachte.
'De postnatale depressies van Melanie de Vries… ook een patiënte van De Leeuw, die Hannelore de Brunetière in de wachtkamer van de psychiater had ontmoet en van haar trauma's had verteld.'
De Cock nam nog een slok van zijn cognac.
'Toen kreeg ik voor het eerst argwaan. Na ons bezoek aan Melanie de Vries vroeg ik aan mevrouw De Leeuw het behandeldossier van Hannelore de Brunetière op.
Ze antwoordde: Ik-heb-geen-dossier-van- die-naam. Het-spijt-me. Ene-Hannelore-de- Brunetière-is-nooit-bij-mijn-man-in-behandeling-geweest.'
De grijze speurder schudde zijn hoofd.
'Die leugen is nooit uit mijn gedachten verdwenen.'
De Cock zette zijn glas neer.
'Gertrud Gottlieb vertelde mij vanmorgen, dat zij zich vanaf dat moment steeds onzekerder heeft gevoeld. Om mij te misleiden, stuurde ze haar zuster Lilian naar de Warmoesstraat met het doel om mijn aandacht te verleggen naar Jean-Pierre de Brunetière, de man van Hannelore.'
De Cock plukte nadenkend aan zijn onderlip.
'Waarom zij later haar zuster Lilian vermoordde, is mij niet helemaal duidelijk geworden. Gertrud deed daar nogal vaag over. Ik vermoed dat Lilian haar heeft willen chanteren. Het is ook mogelijk, dat zij haar een te gevaarlijke getuige vond. Er zal een tweede verhoor nodig zijn om daarin klaarheid te brengen.'
Vledder trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.
'Waarom kwam zij naar dat hotel voor een ontmoeting met Mariska?'
De Cock glimlachte.
'Ik was er op den duur van overtuigd geraakt, dat mevrouw De Leeuw bij de moorden was betrokken. Het fotootje uit de kamer van Lilian toonde aan, dat er buiten Hannelore, Mariska en Lilian nog een zuster moest zijn. Het vermoeden dat die vierde zuster mevrouw De Leeuw was, drong zich steeds heviger aan mij op. Het verhaal van de droom deed mij besluiten om haar uit te lokken.'
'Hoe?'
'Ik liet Mariska… mevrouw Montperlier… aan mevrouw De Leeuw een brief schrijven met het verslag van de droom van Hannelore… een verslag, dat ik liet aanvullen met een leugen… de leugen dat Hannelore in de stal wel degelijk de twee vrouwen had herkend die haar ouders ombrachten… haar oudere zusters Gertrud en Lilian.'
Vledder ademde diep.
'Daar kwam ze op af.'
De Cock knikte.
'Met het doel ook haar laatste zuster te vermoorden.'
Fred Prins schudde vol afschuw zijn hoofd.
'Moet zo'n vrouw later… na haar straf… nog vrijkomen?'
De Cock keek hem strak aan.
'Dat is een vraag voor een brede maatschappelijke discussie.'
Ze zwegen geruime tijd. De oude rechercheur pakte de fles cognac en schonk nog eens in. Het gesprek werd algemener en Gertrud Gottlieb en haar moorden raakten wat op de achtergrond.
Het was al vrij laat toen de gasten het huis verlieten. De Cock deed hen uitgeleide. Toen hij in de huiskamer terugkwam, zat mevrouw De Cock op een poef naast zijn fauteuil. De oude rechercheur kende het beeld en wist, dat zijn vrouw nog een paar vragen op de tong brandden.
Hij ging zitten en schonk zich voor de derde maal die avond een glas cognac in. Hij blikte opzij.
'Niet tevreden?'
Mevrouw De Cock schudde haar hoofd.
'Hoe kwam Gertrud aan het Bloed van Isis in jade?'
De Cock trok zijn schouders op.
'Simpel… gestolen van haar ouders. Ze hing de amuletten om de hals van Hannelore en Lilian om de verdenking te werpen op de Zoekers van Osiris. Daarmee had ze al eens succes gehad.'
Mevrouw De Cock knikte begrijpend.
'Dan nog iets… je hebt de hele avond niet over de BeeVeeDee gesproken. Die waren toch ook met de zaak bezig?'
De Cock glimlachte. De grillige accolades langs zijn mond dansten een samba.
'Ik stap morgen,' gniffelde hij, 'naar Buitendam met een uitgebreid verslag. Nu ik de zaak heb geklaard, kan de BeeVeeDee geen kwaad meer.'