Daenerys

Daenerys Targaryen huwde Khal Drogo met een bang hart en barbaarse pracht op een veld buiten de muren van Pentos, want de Dothraki geloofden dat alles wat van belang was in het leven van een man onder de open hemel hoorde te gebeuren. Drogo had zijn kbalasar ontboden, en ze waren gekomen, veertigduizend Dothraki-krijgers en ontelbare vrouwen, kinderen en slaven. Ze bivakkeerden met hun uitgestrekte kudden buiten de stadsmuren, waar ze paleizen van gevlochten gras bouwden en alles wat los en vast zat verslonden, zodat de brave burgers van Pentos met de dag ongeruster werden.

‘Mijn mede magisters hebben de bezetting van de stadswacht verdubbeld,’ vertelde Illyrio hun op een avond achter schalen met eend in honingsaus en oranje knalpepers in de state die van Drogo was geweest. De khal had zich bij zijn khalasar gevoegd en zijn woning tot het huwelijk aan Daenerys en haar broer ter beschikking gesteld.

‘We kunnen prinses Daenerys maar beter snel laten trouwen, vóór de helft van Pentos’ rijkdommen aan soldeniers en huurmoordenaars wordt gespendeerd,’ schertste ser Jorah Mormont. De avond dat Dany aan Khal Drogo was verkocht had de balling zijn zwaard aan haar broer opgedragen en Viserys had het volgaarne aanvaard. Sindsdien was Mormont niet van hun zijde geweken. Magister Illyrio lachte luchtig door zijn gevorkte baard heen, maar bij Viserys kon er zelfs geen glimlachje af. ‘Als hij wil kan hij haar morgen krijgen,’ zei haar broer. Hij wierp een blik op Dany, en zij sloeg haar ogen neer. ‘Zolang hij de prijs maar betaalt.’

Illyrio wuifde traag met zijn hand, en de ringen aan zijn dikke vingers fonkelden. ‘Ik heb u toch gezegd dat alles geregeld is? Vertrouwt u op mij. De khal heeft u een kroon beloofd, en die zult u krijgen ook.’

‘Ja, maar wanneer?’

‘Als de khal dat wenst,’ zei Illyrio. ‘Hij wil eerst het meisje, en na het huwelijk moet hij in plechtige optocht over de vlakten trekken om haar aan de doshkhaleen in Vaes Dothrak voor te stellen. Daarna misschien. Indien de voortekens voor een oorlog gunstig zijn.’

Ziedend van ongeduld zei Viserys: ‘Ik heb lak aan de voortekens van de Dothraki. De usurpator houdt mijn vaders troon bezet. Hoe lang moet ik nog wachten?’

Illyrio haalde zijn vlezige schouders op. ‘U wacht al het grootste deel van uw leven, grote koning. Wat maken een paar luttele maanden of jaren méér dan nog uit?’

Ser Jorah, die ver naar het oosten was gereisd, tot aan Vaes Dothrak toe, knikte instemmend. ‘Ik raad u aan om geduld te oefenen, Uwe Genade. De Dothraki houden hun woord, maar ze doen alles op hun eigen tijd. Een mindere man mag de khal misschien om een gunst smeken maar mag zich nooit aanmatigen hem de les te lezen.’

Viserys zette zijn stekels op. ‘Zet een wacht voor je tong, Mormont, of ik laat hem afsnijden. Ik ben geen mindere man. Ik ben de rechtmatige heer van de Zeven Koninkrijken. De Draak smeekt niet.’

Ser Jorah sloeg eerbiedig zijn blik neer. Illyrio glimlachte mysterieus en trok een vleugel van de eend. Terwijl hij aan het malse vlees knabbelde dropen de honing en het vet van zijn vingers in zijn baard. Er zijn geen draken meer, dacht Dany terwijl ze naar haar broer staarde, al durfde ze dat niet hardop te zeggen.

Toch droomde ze die nacht van een draak. Viserys sloeg haar en deed haar pijn. Ze was naakt, en haar vrees maakte haar onbeholpen. Ze rende voor hem weg, maar haar lichaam voelde lomp en log aan. Hij sloeg haar opnieuw. Ze struikelde en viel. ‘Je hebt de Draak gewekt!’ schreeuwde hij terwijl hij haar sloeg. ‘Je hebt de Draak gewekt, je hebt de Draak gewekt!’ Haar dijen waren glibberig van het bloed. Ze sloot haar ogen en kreunde. Bij wijze van antwoord klonk er een afschuwelijk, scheurend geluid, en het geknetter van een groot vuur. Toen ze weer keek was Viserys verdwenen. Overal in het rond rezen hoge vuurzuilen op, en in het midden daarvan was de draak. Traag draaide hij zijn grote kop. Toen zijn gesmolten ogen de hare vonden werd ze wakker, sidderend, en met een dun laagje zweet overdekt. Ze was nog nooit zo bang geweest…. totdat ten slotte de dag van haar huwelijk aanbrak. De ceremonie begon met de dageraad en duurde tot de avondschemering, een eindeloze dag van drinken, feestvieren en vechten. Temidden van de paleizen van gras was een enorme aarden wal opgeworpen, en daarop zat Dany naast Khal Drogo, hoog boven de kolkende zee van Dothraki. Ze had nog nooit zoveel mensen bij elkaar gezien, en ook nooit mensen die zo vreemd en angstaanjagend waren. De ruiterheren mochten dan in kostbare stoffen en welriekende parfums gehuld gaan als ze de Vrijsteden bezochten, onder de open hemel hielden ze vast aan hun aloude gewoonten. Zowel mannen als vrouwen droegen vesten van geverfd leer over hun naakte torso, en leggings van paardenhaar, bijeengesnoerd met gordels van bronzen penningen, en de krijgers hadden hun lange vlechten ingesmeerd met vet uit de smeltputten. Ze propten zich vol met in honing en peper geroosterd paardenvlees, dronken zichzelf laveloos aan de gegiste merriemelk en Illyrio’s uitgelezen wijnen en bestookten elkaar over de vuren heen met grappen. Hun stemmen klonken Dany ruw en wezensvreemd in de oren.

Viserys zat recht beneden haar. Hij zag er prachtig uit in zijn nieuwe tuniek van zwarte wol met een scharlakenrode draak op de borst. Illyrio en ser Jorah zaten naast hem. Een uiterst eervolle plaats, vlak onder de bloedruiters van de khal zelf, maar Dany zag de woede in de lila ogen van haar broer. Het beviel hem niets dat hij lager zat dan zij, en toen de slaven iedere schotel eerst aan de khal en zijn bruid aanboden en hem de stukken aanboden die zij hadden geweigerd, kookte hij van razernij. Hij kon niets anders doen dan zijn wrok koesteren, dus koesterde hij die, zodat zijn stemming naarmate de uren verstreken bij iedere belediging van zijn persoon verder verduisterde. Dany had zich nog nooit zo alleen gevoeld als nu in het hart van die uitgestrekte horde. Haar broer had haar opgedragen om te glimlachen, dus glimlachte ze tot haar gezicht er pijn van deed en de ongewenste tranen haar in de ogen sprongen. Ze deed haar best ze te verbijten, wetend hoe kwaad Viserys zou zijn als hij haar zag huilen, en als de dood voor de reactie van Khal Drogo. Ze kreeg voedsel voorgeschoteld, dampende stukken vlees en dikke zwarte worsten en Dothraki-bloedpasteien, en later vruchten en stoofschotels van zoetgras, en fijn gebak uit de keukens van Pentos, maar ze wuifde alles weg. Haar maag was in opstand, en ze wist dat ze er niets van binnen zou houden.

Ze had geen mens om mee te praten. Khal Drogo riep zijn bloedruiters bevelen en grappen toe en lachte om hun antwoorden, maar de naast hem zittende Dany keurde hij nauwelijks een blik waardig. Ze hadden geen gemeenschappelijke taal. Dothraki was onverstaanbaar voor haar, en de khal sprak maar een paar woorden bastaard-Valyrisch uit de Vrijsteden en niet één woord uit de gewone omgangstaal van de Zeven Koninkrijken. Ze zou zelfs een gesprek met Illyrio en haar broer hebben toegejuicht, maar die zaten te ver beneden haar om haar te verstaan.

Dus zat ze daar in haar zijden trouwkleren met handen om een beker honingwijn geklemd, bang om te eten, en in stilzwijgend gesprek met zichzelf. Ik ben van het bloed van de Draak, hield ze zichzelf voor. Ik ben Daenerys Stormgeboren, prinses van Drakensteen, van het bloed en het zaad van Aegon de Veroveraar.

De zon had nog maar een kwart van zijn weg omhoog afgelegd of ze zag de eerste man al sterven. Begeleid door tromgeroffel waren een paar vrouwen voor de khal aan het dansen. Drogo keek met een uitdrukkingsloos gezicht toe, maar zijn ogen volgden hun bewegingen, en nu en dan smeet hij een bronzen penning naar beneden waar de vrouwen vervolgens om vochten. Ook de krijgers keken toe. Ten slotte stapte een van hen de kring in, greep een danseres bij de arm, drukte haar tegen de grond en besteeg haar ter plaatse als een hengst een merrie. Illyrio had haar al verteld dat zoiets zou kunnen gebeuren. ‘De Dothraki paren als de beesten in hun kudden. Een khalasar kent geen afzondering, en zij hebben ons besef van zonde of schaamte niet.’

Toen ze besefte wat er gebeurde wendde Dany haar ogen geschrokken van het copulerende paar af, maar een tweede krijger kwam naar voren, en een derde, en weldra wist ze niet meer waar ze kijken moest. Toen grepen twee mannen dezelfde vrouw. Ze hoorde een kreet, zag hoe iemand een zet kreeg, en in een oogwenk waren de arakhs getrokken, lange klingen, zo scherp als een scheermes, half zwaard en half zeis. Een dodendans begon waarbij de krijgers om elkaar heen cirkelden en op elkaar inhakten, elkaar besprongen en hun wapens boven hun hoofd rondzwaaiden, terwijl ze bij elke slag beledigingen uitkraamden. Niemand maakte aanstalten om in te grijpen.

Het eindigde even snel als het begonnen was. De arakhs zoefden op elkaar af, sneller dan Dany’s oog kon volgen. Eén man stapte mis, de ander beschreef met zijn kling een vlakke boog. Staal sneed door vlees, vlak boven het middel van de Dothraki, en reet hem aan de zijkant van zijn ruggengraat tot zijn navel open, zodat zijn ingewanden in het stof vielen. Terwijl de verliezer stierf greep de winnaar de dichtstbijzijnde vrouw — niet eens degene om wie ze gevochten hadden — en nam haar ter plekke. Slaven droegen het lijk weg en het dansen ging weer verder.

Ook hiervoor had magister Illyrio Dany gewaarschuwd. ‘Voor de Dothraki is een huwelijk waarbij niet minstens drie doden vallen een saaie bedoening,’ had hij gezegd. Haar huwelijk moest wel bijzonder gezegend zijn, want vóór de dag om was hadden meer dan tien mannen de dood gevonden.

Met het verstrijken van de uren groeide Dany’s ontzetting, tot het haar de grootste moeite kostte om het niet uit te schreeuwen. Ze was bang voor de Dothraki, wier gebruiken haar wezensvreemd en monsterlijk voorkwamen, alsof het beesten in mensengedaante waren, en geen echte mensen. Ze was bang voor haar broer, voor wat hij zou kunnen doen als zij tekort zou schieten. En het meest bevreesd was ze voor wat er vannacht onder de sterren zou gebeuren nadat haar broer haar aan die kolossale kerel had uitgeleverd die naast haar zat te drinken met een gezicht dat onbeweeglijk en wreed was als een bronzen masker.

Ik ben van het bloed van de Draak, hield ze zichzelf opnieuw voor. Toen de zon ten slotte laag aan de hemel stond klapte Khal Drogo in zijn handen, en het trommelen, schreeuwen en feesten was plotseling voorbij. Drogo stond op en trok Dany naast zich overeind. Het was tijd voor haar bruidsgaven.

En na die gaven, wist ze, na zonsondergang, zou het tijd zijn voor haar eerste rit en de vleselijke voltrekking van haar huwelijk. Dany probeerde de gedachte van zich af te zetten, maar dat lukte niet. Ze sloeg haar armen om zich heen en deed haar best om niet te trillen. Haar broer Viserys gaf haar drie dienstmaagden ten geschenke. Dany wist dat ze hem niets hadden gekost. De meisjes waren ongetwijfeld door Illyrio verschaft. Irri en Jhiqui waren Dothraki, met een koperkleurige huid, zwart haar en amandelvormige ogen. Doreah was een blond, blauwogig meisje uit Lysene. ‘Dit zijn geen gewone bedienden, lieve zuster,’ zei haar broer tegen haar toen ze een voor een naar voren werden geleid. ‘Illyrio en ik hebben ze persoonlijk voor je uitgezocht. Irri zal je leren rijden, Jhiqui zal je de taal van de Dothraki leren en Doreah zal je instrueren in de vrouwelijke liefdeskunsten.’ Hij glimlachte flauwtjes. ‘Ze is heel goed, daar kunnen Illyrio en ik allebei een eed op doen.’

Ser Jorah Mormont verontschuldigde zich voor zijn geschenk.

‘Het is slechts een kleinigheid, hoogheid, maar alles wat een arme balling zich kon veroorloven,’ zei hij terwijl hij een klein stapeltje oude boeken voor haar neerlegde. Het waren verhalen en liederen uit de Zeven Koninkrijken, zag ze, geschreven in de gewone omgangstaal. Ze bedankte hem uit het diepst van haar hart. Magister Illyrio mompelde een bevel en vier stevige slaven haastten zich naar voren met een grote, met brons beslagen cederhouten kist tussen zich in. Toen ze die opende trof ze stapels van het kostbaarste fluweel en damast aan dat de Vrijsteden konden maken… en bovenop, in de zachte stof gevlijd, drie enorme eieren. Dany’s adem stokte. Ze had nog nooit zoiets moois gezien. De eieren waren alle drie verschillend. Hun tekening was zo intens van kleur dat ze aanvankelijk dacht dat ze met juwelen bezet waren, en ze waren zo groot dat ze ze met beide handen moest vasthouden. Voorzichtig tilde ze er een op, in de verwachting dat het van fijn porselein, broos emailIe of zelfs geblazen glas was gemaakt, maar het was veel zwaarder, alsof het van massieve steen was. De buitenkant van de schaal was met kleine schubben overdekt. Toen ze het ei in haar vingers ronddraaide blonk het als gepolijst metaal in het licht van de ondergaande zon. Eén ei was donkergroen, met glanzende bronzen spikkels die oplichtten en vervaagden, al naar gelang Dany het heen en weer draaide. Het tweede was roomwit, met goud dooraderd. Het laatste was zwart, zwart als de middernachtszee, maar doorgloeid met scharlakenrode golven en spiralen. ‘Wat zijn dat?’ vroeg ze, haar stem omfloerst en vol verwondering.

‘Drakeneieren uit de schaduwlanden achter Asshai,’ zei magister Illyrio. ‘In de loop van vele eonen versteend, maar nog altijd van een stralende schoonheid.’

‘Ik zal ze altijd koesteren.’ Dany had wel eens over zulke eieren horen vertellen, maar er nog nooit een gezien, en dat ook nooit verwacht. Het was waarlijk een schitterend geschenk, al wist ze wel dat Illyrio het zich kon veroorloven vrijgevig te zijn. Hij had op zijn beurt een fortuin aan paarden en slaven opgestreken door haar aan Khal Drogo te verkopen.

De bloedruiters van de khal boden haar de traditionele drie wapens aan, en fraai waren ze. Haggo schonk haar een grote leren zweep met een zilveren handvat, Cohollo een schitterende arakh met een gouden schede en Qotho een samengestelde boog van drakenbeen die langer was dan zijzelf. Magister Illyrio en ser Jorah hadden haar geleerd hoe ze hun aanbod overeenkomstig de traditie moest afslaan. ‘Dit is een gave, een grote krijger waardig, o bloed van mijn bloed, en ik ben slechts een vrouw. Laat mijn heer gemaal deze in mijn plaats dragen.’ En zo ontving ook Khal Drogo zijn ‘bruidsgaven’. Van andere Dothraki kreeg ze een overvloed aan andere giften: slippers, juwelen en zilveren haarringen, penninggordels, beschilderde vesten en zachte bonthuiden, zandzijden stoffen en kruikjes parfum, naalden, veren en flesjes van purper glas, en een japon, gemaakt van duizend muizenvelletjes. ‘Een fraai geschenk, khaleesi,’ zei magister Illyrio daarover, nadat hij haar had verteld wat het was.

‘Dat brengt veel geluk.’ De gaven hoopten zich in grote bergen rondom haar op, zoveel dat ze het met geen mogelijkheid allemaal kon bevatten, en veel meer dan ze wilde of kon gebruiken. En als laatste van allen leidde Khal Drogo zijn eigen bruidsgave voor haar. Toen hij wegliep verspreidde een verwachtingsvolle stilte zich vanuit het hart van het kamp en breidde zich uit tot de hele khalasar erdoor was opgeslokt. Toen hij terugkeerde week de dichte drom van Dothraki-gevers voor hem uiteen, en hij leidde het paard naar haar toe.

Het was een jonge merrie, vurig en fraai. Dany wist net voldoende van paarden af om te beseffen dat dit geen gewoon dier was. De merrie had iets adembenemends. Ze was grijs als de winterzee, met manen als zilveren rook.

Aarzelend stak Dany een hand uit, streelde het paard over de nek en liet haar vingers door het zilver van de manen glijden. Khal Drogo zei iets in het Dothraki en magister Illyrio vertaalde: ‘Zilver voor het zilver van je haar, zegt de khal.’

‘Ze is mooi,’ prevelde Dany.

‘Ze is de trots van de khalasar,’ zei Illyrio. ‘De zede schrijft voor dat de khaleesi een rijdier heeft dat haar plaats aan de zijde van de khal waardig is.’

Drogo trad naar voren en legde zijn handen om haar middel. Hij tilde haar even gemakkelijk op als een kind en zette haar in het smalle Dothraki-zadel, dat zoveel kleiner was dan wat ze gewend was. Even bleef Dany onzeker zitten. Over dit onderdeel had niemand haar ingelicht. ‘Wat moet ik doen?’ vroeg ze aan Illyrio. Het was Ser Jorah Mormont die antwoord gaf. ‘Neem de teugels en rij. Je hoeft niet ver weg te gaan.’

Nerveus nam Dany de teugels in handen en liet haar voeten in de korte stijgbeugels glijden. Haar rijkunst ging niet boven het gemiddelde uit, want ze had veel vaker op schepen en in wagens en draagstoelen gereisd dan op een paardenrug. Ze bad dat ze er niet af zou vallen en zich te schande zou maken. Toen zette ze de merrie heel zacht en bedeesd met haar knieën aan.

En voor het eerst sinds uren, of misschien wel voor het eerst van haar leven, vergat ze om bang te zijn.

De zilvergrijze merrie had een soepele, vloeiende gang, en de menigte week voor haar uiteen. Alle ogen waren op hen gericht. Dany merkte dat ze sneller reed dan ze van plan was geweest, maar dat dat om de een of andere reden eerder opwindend dan beangstigend was. Het paard ging in draf over, en ze glimlachte. Dothraki haastten zich om een pad vrij te maken. De lichtste druk van haar benen, het kleinste rukje aan de teugels en de merrie reageerde al. Ze zette haar tot galop aan, en nu joelden, lachten en schreeuwden de Dothraki als ze opzij sprongen. Toen ze het paard wendde om terug te rijden doemde er recht voor haar een vuur kuil op, midden op haar pad. Ze waren aan weerszijden ingesloten en voor halt houden was geen ruimte meer. Toen werd Daenerys vervuld van een nooit gekende stoutmoedigheid. Ze gaf de merrie de vrije hand. Het zilveren paard sprong over de vlammen heen alsof het vleugels had. Toen ze voor magister Illyrio de teugels inhield zei ze: ‘Zeg tegen Khal Drogo dat hij me de wind heeft geschonken.’ De dikzak uit Pentos streek over zijn gele baard terwijl hij haar woorden herhaalde in het Dothraki, en Dany zag haar nieuwe echtgenoot voor het eerst glimlachen.

Net op dat moment verdween het laatste zilver van de zon in het westen achter de hoge muren van Pentos. Dany was ieder besef van tijd kwijtgeraakt. Khal Drogo gelastte zijn bloedruiters om zijn eigen paard te brengen, een slanke, rode hengst. Terwijl de khal de paarden zadelde sloop Viserys naar Dany op haar zilveren merrie toe, boorde zijn vingers in haar been en zei: ‘Behaag hem, lieve zuster, of ik zweer je dat je de Draak zult zien ontwaken zoals hij nog nooit eerder is ontwaakt.’

Met die woorden van haar broer keerde de vrees terug. Ze voelde zich weer een kind, pas dertien jaar, moederziel alleen en niet voorbereid op wat haar te wachten stond.

Ze reden samen weg toen de sterren verschenen en lieten de khalasar en de paleizen van gras achter zich. Khal Drogo sprak geen woord tegen haar, maar dreef zijn hengst in gestrekte draf door de dichter wordende schemering. De zilveren belletjes in zijn lange vlecht rinkelden zachtjes onder het rijden. ‘Ik ben van het bloed van de Draak,’ fluisterde ze hardop terwijl ze achter hem aanreed en probeerde moed te houden. ‘Ik ben van het bloed van de Draak. Ik ben van het bloed van de Draak.’ De Draak was nooit bang. Naderhand wist ze niet meer hoe ver of hoe lang ze hadden gereden, maar toen ze stopten bij een grazig veld naast een smal stroompje was het volledig donker. Drogo sprong van zijn paard en tilde haar van het hare. In zijn handen voelde ze zich breekbaar als glas en haar ledematen waren vloeibaar als water. Ze stond hulpeloos te huiveren in haar zijden bruidsgewaad terwijl hij de paarden vastbond, en toen hij zich omkeerde en haar aankeek barstte ze in huilen uit. Khal Drogo staarde naar haar tranen, zijn gezicht vreemd onaangedaan. ‘Nee,’ zei hij. Hij hief een hand op en veegde de tranen ruw weg met een vereelte duim.

‘U spreekt de gewone omgangstaal,’ zei Dany verwonderd.

‘Nee,’ zei hij weer.

Misschien kent hij alleen dat woord, dacht ze, maar het was één woord meer dan zij geweten had dat hij kende, en dat was toch bemoedigend. Drogo raakte vluchtig haar haren aan, liet de zilverblonde lokken door zijn vingers glijden en mompelde zachtjes iets in het Dothraki. Dany verstond de woorden niet, maar de toon was warm, van een tederheid die ze van deze man nooit had verwacht. Hij stak een vinger onder haar kin en tilde die op, zodat ze hem in de ogen keek. Drogo torende boven haar uit zoals hij boven iedereen uittorende. Hij nam haar zachtjes onder haar armen, tilde haar op en zette haar op een afgeslepen rots naast het stroompje. Toen ging hij tegenover haar op de grond zitten, zijn benen onder zich gekruist, hun gezichten eindelijk op gelijke hoogte. ‘Nee,’ zei hij.

‘Is dat het enige woord dat u kent,’ vroeg ze hem.

Drogo gaf geen antwoord. Zijn lange, zware vlecht sleepte naast hem door het stof. Hij trok hem over zijn rechterschouder en begon een voor een de belletjes uit zijn haar te halen. Na een ogenblik boog Dany zich naar voren om hem te helpen. Toen ze klaar waren maakte Drogo een gebaar. Ze begreep het. Langzaam en voorzichtig begon ze zijn haar los te vlechten. Dat duurde lang. Al die tijd zat hij zwijgend naar haar te kijken. Toen ze klaar was schudde hij zijn hoofd, en zijn haar waaierde achter hem uit als een donkere rivier, geolied en glanzend. Ze had nog nooit zulk lang, zwart en dik haar gezien.

Toen was het zijn beurt. Hij begon haar uit te kleden. Zijn vingers waren handig en merkwaardig teder. Een voor een verwijderde hij behoedzaam haar zijden gewaden terwijl Dany roerloos en zwijgend naar zijn ogen keek. Toen hij haar kleine borsten ontblootte wendde ze onwillekeurig haar gezicht af en bedekte zichzelf met haar handen. ‘Nee,’ zei Drogo. Hij trok haar handen van haar borsten, behoedzaam, maar vastberaden, en hief toen haar gezicht weer op, zodat ze hem moest aankijken. ‘Nee,’ herhaalde hij.

‘Nee,’ herhaalde ze.

Toen zette hij haar overeind en trok haar naar zich toe om het laatste zijden kledingstuk te verwijderen. De nachtlucht voelde kil aan op haar naakte huid. Ze huiverde en kreeg kippenvel op haar armen en benen. Ze was bang voor wat er nu zou komen, maar een tijdlang gebeurde er niets. Khal Drogo zat met gekruiste benen naar haar te kijken en dronk haar lichaam met zijn ogen in. Na verloop van tijd begon hij haar aan te raken. Eerst vluchtig, toen nadrukkelijker. Ze voelde de ruige kracht van zijn handen, maar hij deed haar absoluut geen pijn. Hij nam haar hand in de zijne en streek een voor een over haar vingers. Hij liet één hand zachtjes over haar been glijden. Hij streelde haar gezicht, tekende de welving van haar oorschelpen na en liet één vinger voorzichtig rond haar mond gaan. Hij schoof allebei zijn handen in haar haren en begon het met zijn vingers te kammen. Hij keerde haar om en kneedde haar schouders, en liet een knokkel langs haar ruggengraat glijden. Het leek alsof er uren verstreken waren voor zijn handen ten slotte naar haar borsten tastten. Hij streelde de zachte huid aan de onderkant totdat die tintelde. Hij omcirkelde haar tepels met zijn duimen, nam ze tussen duim en wijsvinger en begon te trekken, eerst heel zacht, toen harder, tot haar tepels stijf werden en begonnen te schrijnen.

Toen hield hij op en trok haar op zijn schoot. Dany was warm en ademloos en het hart klopte haar in de keel. Hij nam haar gezicht tussen zijn brede handen en keek haar recht aan. ‘Nee?’ zei hij, en ze wist dat het een vraag was.

Ze nam zijn hand en bracht die naar de vochtige plek tussen haar dijen. ‘Ja,’ fluisterde ze terwijl ze zijn vinger bij zich naar binnen schoof.

Загрузка...