Appendix

Het huis Baratheon

Het jongste der grote huizen, ontstaan in de Veroveringsoorlogen. Van de stichter, Orys Baratheon, ging het gerucht dat hij de bastaardbroer van Aegon de Draak was. Orys werkte zich van gewoon krijgsman op tot een van Aegons dapperste bevelhebbers. Toen hij Argilac de Arrogante, de laatste Stormkoning versloeg, gaf Aegon hem als beloning Argilacs kasteel, zijn grondgebied en zijn dochter. Orys trouwde met het meisje en nam de banier, de onderscheidingstekenen en de woorden van haar geslacht aan.

Het wapenteken van de Baratheons is een gekroonde hertenbok, zwart op een gouden veld.

Hun woorden zijn: Onzer is de furie.

KONING ROBERT BARATHEON, Eerste van die naam,

— zijn echtgenote, KONINGIN CERSEI, van het huis Lannister,

— hun kinderen:

— PRINS JOFFRY, erfgenaam van de ijzeren troon, twaalf,

— PRINSES MYRCELLA, een meisje van acht,

— PRINS TOMMEN, een jongen van zeven,

— zijn broers:

— STANNIS BARATHEON, heer van Drakensteen,

— zijn echtgenote, VROUWE SELYSE van het huis Florens,

— hun dochter, SHIRINE, een meisje van negen,

— RENLING BARATHEON, heer van Stormeinde,

— zijn kleine raad:

GROOTMAESTER PYCELLE,

— HEER PETYR BAELISH, Pinkje genoemd, muntmeester,

HEER STANNIS BARATHEON, vlootmeester,

HEER RENLING BARATHEON, wachtmeester,

— SER BARRISTAN SELMY, bevelhebber van de koningsgarde,

— VARYS, een eunuch, de Spin genoemd, meester der fluisteraars,

— zijn hofhouding en volgelingen:

— SER ILYN PEYN, koninklijk scherprechter, een beul,

— SANDOR CLEGANE, de Jachthond genoemd, prins Joffry’s gezworen schild,

— JANOS s LINK, een man uit het volk, bevelhebber van de stadswacht van Koningslanding,

— JALABHAR XHO, een verbannen prins van de Zomereilanden,

— UILEBOL, een hofnar en zot,

— LANCEL en TYREK LANNiSTER, schildknapen van de koning, de neven van de koningin,

— SER ARON SANTAGAR, wapenmeester,

— zijn koningsgarde:

— SER BARRISTAN SELMY, de bevelhebber,

— SER JAIME LANNISTER, de Koningsmoordenaar genoemd,

SER BOROS BOTH,

SER MERYN TRANT,

SER ARYS EIKHART,

SER PRESTEN GROENEVELD,

SER MANDON MOER.

De voornaamste huizen eedgebonden aan Stormeinde, zijn: Selmy, Wyld, Trant, Koproos, Errol, Estermont, Tarth, Swaan, Dondarrion en Caron.

De voornaamste huizen eedgebonden aan Drakensteen, zijn: Celtigar, Velaryon, Zeewaarde, Bar Emmon en Brandglas.

Het huis Stark

De Starks voeren hun afstamming terug op Brandon de Bouwheer en de oude koningen van Winter. Duizenden jaren heersten zij in Winterfel als koningen over het Noorden, totdat Torhen Stark, de Koning die knielde, verkoos zich aan Aegon de Draak te onderwerpen, liever dan hem te bevechten.

Hun blazoen is een grijze schrikwolf op een ijswit veld.

De Stark-woorden luiden: De winter komt.

EDDARD STARK, Heer van Winterfel, Landvoogd van het Noorden,

— zijn echtgenote, VROUWE CATELYN, van het huis Tulling,

— hun kinderen:

— ROBB, erfgenaam van Winterfel, veertien jaar oud,

— SANSA, de oudste dochter, elf,

— ARYA, de jongste dochter, een meisje van negen,

— BRANDON, Bran genoemd, zeven,

— RICKON, een jongen van drie,

— zijn bastaardzoon, JON SNEEUW, een jongen van veertien,

— zijn pupil, THEON GRAUWVREUGD, erfgenaam van de Ijzereilanden,

— zijn broers en zusters:

— (BRANDON), zijn oudste broer, vermoord op bevel van Aerys Targaryen,

— (LYANNA), zijn jongere zuster, gestorven in de bergen van Dorne,

— BENJEN, zijn jongste broer, lid van de Nachtwacht,

— zijn hofhouding:

— MAESTER LUWIN, raadgever, genezer en leraar,

— VAYON POEL, hofmeester van Winterfel,

— JEANE, zijn dochter, Sansa’s beste vriendin,

— JORY CASSEL, hoofd van de wacht,

HALLIS MOLLEN, DESMOND, JACS, PORTHIER, QUENT, ALYN, TOMARD, VARLING, HUARD, CAIN, WYL, Wachters,

— SER RODRIK CASSEL, wapenmeester, Jory’s oom,

— BET, zijn dochtertje,

— SEPTA MORDANE, gouvernante van heer Eddards dochters,

— SEPTON CHEYL, hoeder van de sept en de bibliotheek van het kasteel,

— HULLEN, stalmeester,

— zijn zoon, HARWIN, een wachter,

— JOSETH, stalknecht en paardentemmer,

— FARLEN, kennelmeester,

— OUWE NANS, verhalenvertelster, een voormalige min,

— HODOR, haar achterkleinzoon, een zwakbegaafde staljongen,

— GIES, de kok,

— MIKKEN, smid en wapenmaker,

— zijn voornaamste baanderheren:

SER HELMAN LANGHART,

— RICKARD KARSTARK, heer van Karborg,

— ORUS BOLTEN, heer van Fort Gruw,

— JON OMBER, de Grootjon genoemd,

GALBART en ROBET HANSCOE,

— WEYMAN MANDERLING, heer van Withaven,

— MAEGE MORMONT, de vrouwe van Bereneiland.

De voornaamste huizen eedgebonden aan Winterfel, zijn: Karstark, Omber, Grind, Mormont, Hoornwoud, Cerwyn, Riet, Manderling, Hanscoe, Langhart en Bolten.

Het huis Lannister

Door de aderen van de Lannisters, blond, rijzig en knap, stroomt het bloed van Andaalse avonturiers die in de westelijke heuvels en dalen een machtig koninkrijk voor zichzelf creëerden. Ze beroemen zich erop, via de vrouwelijke lijn van Lann de Geslepene, de legendarische bedrieger uit het Heldentijdperk af te stammen. Het goud van de Rots van Casterling en de Guldentand heeft hen tot het rijkste der grote huizen gemaakt.

Hun wapenteken is een gouden leeuw op een karmozijnrood veld.

De woorden van de Lannisters zijn: Hoort mijn gebrul.

TYWIN LANNISTER, Heer van de Rots van Casterling, Landvoogd van het Westen, Schild van Lannispoort,

— zijn echtgenote, (VROUWE JOHANNA), een nicht, gestorven in het kraambed,

— hun kinderen:

— SER JAIME, de Koningsmoordenaar genoemd, erfgenaam van de Rots van Casterling, tweelingbroer van Cersei,

— KONINGIN CERSEI, echtgenote van koning Robert I Baratheon, tweelingzuster van Jaime,

— TYRION, de Kobold genoemd, een dwerg,

— zijn broers en zusters:

— SER KEVAN, zijn oudste broer,

— zijn echtgenote, DORNA, van het huis Vlugh,

— hun oudste zoon, LANCEL, schildknaap van de koning,

— hun tweelingzonen WILLEM en MARTYN,

— hun kleine dochtertje JANEI,

— GENNA, zijn zuster, getrouwd met SER EMMON FREY,

— hun oudste zoon, SER CLEOS FREY,

— hun zoon, TIOS FREY, een schildknaap,

— (SER TYGET), zijn tweede broer, gestorven aan de pokken,

— zijn weduwe, DARLESSA, van het huis Marbrand,

— hun zoon, TYREK, schildknaap van de koning,

— (GERION), zijn jongste broer, omgekomen op zee,

— zijn bastaarddochter, JOY, een meisje van tien,

— hun neef, SER STEFFERT LANNISTER, de broer van wijlen vrouwe Johanna,

— zijn dochters, CERENNA en MYRIËLLE,

— zijn zoon, SER DAVEN LANNISTER,

— zijn raadgever, MAESTER CREYLEN,

— zijn voornaamste ridders en baanderheren:

HEER LEO LEVOORT,

SER ADDAM MARBRAND,

— SER GREGOR CLEGANE, de Rijdende Berg genoemd,

— SER HARYS VLUGH, schoonvader van ser Kevan,

HEER ANDROS BRAX,

SER FORLING PAPE,

SER AMAURY LORS,

— VARGO HOAT, uit de Vrij stad Qohor, een huurling.

De voornaamste huizen eedgebonden aan de Rots van Casterling, zijn: Peyn, Vlugh, Marbrand, Liden, Banfort, Levoort, Crakenhal, Serret, Brem, Clegane, Pape en Westerling.

Het huis Arryn

De Arryns stammen af van de koningen van Berg en Vallei, een van de oudste en zuiverste adelsgeslachten van de Andalen.

Hun wapenteken is de maan en de valk, wit op een hemelsblauw veld.

De woorden van de Arryns luiden: Verheven als de eer.

(JON ARRYN), Heer van het Adelaarsnest, Verdediger van de Vallei, Landvoogd van het Oosten, Hand des Konings, onlangs overleden,

— zijn eerste echtgenote, (VROUWE JEANE, van het huis Roys), gestorven in het kraambed, haar dochter doodgeboren,

— zijn tweede echtgenote, (VROUWE ROWENA, van het huis Arryn), zijn nicht, gestorven aan een kou, kinderloos,

— zijn derde echtgenote, VROUWE LYSA, van het huis Tulling,

— hun zoon:

— ROBERT ARRYN, een ziekelijke jongen van zes, nu heer van het Adelaarsnest en verdediger van de Vallei,

— hun volgelingen en hofhouding:

— MAESTER COLEMON, raadgever, genezer en leraar,

— SER VARDIS EGEN, hoofd van de wacht,

— SER BRYNDEN TULLING, de Zwartvis genoemd, Ridder van de Poort en oom van vrouwe Lysa,

— HEER NESTOR ROYS, opperhofmeester van de Vallei,

SER ALBAR ROYS, zijn zoon,

— MYA STEEN, een bastaardmeisje in zijn dienst,

— HEER EON JAGER, die vrouwe Lysa het hof maakt,

— SER LYN CORBREE, die vrouwe Lysa het hof maakt,

— MYCHEL ROODFOORT, zijn schildknaap,

— VROUWE ANYA WAGENHOLT, een weduwe,

— SER MORTEN WAGENHOLT, haar zoon, die vrouwe Lysa het hof maakt,

SER DONNEEL WAGENHOLT, haar zoon,

— MORD, een wrede gevangenbewaarder.

De voornaamste huizen eedgebonden aan het Adelaarsnest, zijn: Roys, Baelish, Egen, Wagenholt, Jager, Roodfoort, Corbree, Belmer, Melcom en Hersing.

Het huis Tulling

De Tullings hebben nooit als koningen geheerst, al bezaten ze duizenden jaren lang rijke landerijen en een groot kasteel bij Stroomvliet. Ten tijde van de Veroveringsoorlogen behoorde het rivierengebied toe aan Harren de Zwarte, koning der Eilanden. Harrens grootvader, koning Harwyn Hardhand, had de Drietand veroverd op Arrec de Stormkoning, wiens voorvaderen driehonderd jaar daarvoor het hele gebied tot aan de Nek hadden veroverd en de laatste van de oude Rivierkoningen hadden omgebracht. Harren de Zwarte, een ijdele en bloeddorstige tiran, was weinig geliefd bij zijn onderdanen, en veel rivierheren keerden hem de rug toe om zich bij Aegons krijgsmacht aan te sluiten. De voornaamste onder hen was Edmyn Tulling van Stroomvliet. Toen Harren en zijn geslacht bij de brand van Harrenhal omkwamen beloonde Aegon het huis Tulling door heer Edmyn tot heer over de gebieden van de Drietand te verheffen en van de overige rivierheren te eisen dat zij zich aan hem zouden onderwerpen.

Het wapenteken van Tulling is een springende, zilveren forel op een golvend blauw-rood veld.

De woorden van de Tullings luiden: Geslacht, Plicht, Eer.

HOSTER TULLING, Heer van Stroomvliet,

— zijn echtgenote, (VROUWE MINISA, van het huis Whent), gestorven in het kraambed,

— hun kinderen:

— CATELYN, de oudste dochter, gehuwd met heer Eddard Stark,

— LYSA, de jongste dochter, gehuwd met heer Jon Arryn,

— SER EDMAR, erfgenaam van Stroomvliet,

— zijn broer, SER BRYNDEN, de Zwartvis genoemd,

— zijn hofhouding:

— MAESTER VEYMAN, raadgever, genezer en leraar,

— SER DESMOND GREL, wapenmeester,

— SER ROBIN REYGER, hoofd van de wacht,

— UTHERYDES WAGEN, hofmeester van Stroomvliet,

— zijn ridders en baanderheren:

— JAS ON MALLISTER, heer van Zeegaard,

— PATREK MALLISTER, zijn zoon en erfgenaam,

— WALDER FREY, heer van de Oversteek,

— zijn talloze zonen, kleinzonen en bastaarden,

— JONOS VAAREN, heer van Steenhaag,

— TYTOS ZWARTEWOUD, heer van Ravenboom,

— SER REIMON DARRING,

— SER KARYL VANNIS,

— SER MARQ PIJPER,

— SHELLA WHENT, vrouwe van Harrenhal,

— SER WILLIS WEDE, een ridder in haar dienst.

Mindere huizen eedgebonden aan Stroomvliet, zijn onder andere: Darring, Frey, Mallister, Vaaren, Zwartewoud, Whent, Reyger, Pijper en Vannis.

Het huis Tyrel

De Tyrels verwierven hun macht als hofmeesters van de koningen van het Bereik, wier grondgebied de vruchtbare vlakten van het zuidwesten van de Marken van Dorne en de Zwartwaterstroom tot aan de kusten van de Zee van Zonsondergang omvatte. Via de vrouwelijke lijn maken ze er aanspraak op, af te stammen van Gart Groenehand, Tuinman-koning van de Eerste Mensen, die een kroon van wingerdranken en bloemen droeg en het gebied tot bloei bracht. Toen koning Mern, de laatste van het oude geslacht, omkwam op het Veld van Vuur, droeg zijn hofmeester, Harlen Tyrel, Hooggaarde aan Aegon Targaryen op en onderwierp zich aan hem. Aegon schonk hem het kasteel en de heerschappij over het Bereik.

Het wapenteken van Tyrel is een gouden roos op een grasgroen veld.

Hun woorden luiden: Groei brengt kracht.

HAMER TYREL, Heer van Hooggaarde, Landvoogd van het Zuiden, Verdediger van de Marken, Oppermaarschalk van het Bereik,

— zijn echtgenote, VROUWE ALERIE, van het huis Hoogtoren van Oudstee,

— hun kinderen:

— WILLAS, hun oudste zoon, erfgenaam van Hooggaarde,

— SER GARLAN, de Dappere genoemd, hun tweede zoon,

— SER LORAS, de Bloemenridder, hun jongste zoon,

— MARJOLIJ, hun dochter, een jong meisje van veertien jaar,

— zijn moeder, de weduwe VROUWE OLENNA, van het huis Roodweyn, de Dorenkoningin genoemd,

— zijn zusters:

— MINA, gehuwd met heer Paxter Roodweyn,

— JANNA, gehuwd met ser Jon Graftweg,

— zijn ooms:

— GART, de Vette genoemd, seneschalk van Hooggaarde,

— zijn bastaardzonen, GARS en GARRET BLOEMEN,

— SER MORYN, bevelhebber van de stadswacht van Oudstee,

— MAESTER GORMON, een geleerde van de Citadel,

— zijn hofhouding:

— MAESTER LOMYS, raadgever, genezer en leraar,

— IGON VYRWEL, hoofd van de wacht,

— SER VORTIMER KRAAN, wapenmeester,

— zijn ridders en baanderheren:

— PAXTER ROODWEYN, heer van het Prieel,

— zijn echtgenote, VROUWE MINA, van het huis Tyrel,

— hun kinderen:

— SER HORAS, spottend Hoor’es genoemd, tweelingbroer van Hobber,

— SER HOBBER, spottend Hobbel genoemd, tweelingbroer van Horas,

— DESMERA, een maagd van vijftien,

— RANDYLL TARLING, heer van Hoornheuvel,

— SAMWEL, zijn oudste zoon, van de Nachtwacht,

— DICKON, zijn jongste zoon, erfgenaam van Hoornheuvel,

— ARWYN EIKHART, vrouwe van Oude Eik,

— MATHIS ROWIN, heer van Guldenloo,

— LEYTEN HOOGTOREN, Stem van Oudstee, heer van de Haven,

SER JON GRAFTWEG.

De voornaamste huizen eedgebonden aan Hooggaarde, zijn: Vyrwel, Florens, Eikhart, Hoogtoren, Kraan, Tarling, Roodweyn, Rowin, Graftweg en Muildoor.

Het huis Grauwvreugd

De Grauwvreugds van Piek beroepen zich erop van de Grauwe Koning uit het Heldentijdperk af te stammen. Volgens de legende heerste de Grauwe Koning niet slechts over de westelijke eilanden, maar ook over de zee zelf, en nam hij een zeemeermin tot vrouw. Duizenden jaren waren zeerovers van de Ijzereilanden — door degenen die ze uitplunderden ‘ijzeren mannen’ genoemd — de schrik der zeeën. Ze voeren tot aan de Haven van Ibben en de Zomereilanden en beroemden zich op hun felheid in de strijd en hun heilige vrijheden. Elk eiland had zijn eigen ‘zoutkoning’ en ‘rotskoning’. Uit hen werd de Opperkoning van de Eilanden gekozen, totdat koning Urron het koningschap erfelijk maakte door tijdens een keurbijeenkomst de overige koningen te vermoorden. Urrons geslacht werd duizend jaar later uitgeroeid, toen de Andalen de eilanden overspoelden. Evenals andere eilandheren gingen de Grauwvreugds huwelijken met de veroveraars aan.

De heerschappij van de Ijzerkoningen strekte zich tot ver buiten de eilanden zelf uit. Zo verwierven ze voor zichzelf te vuur en te zwaard koninkrijken op het vasteland. Koning Qhored kon zich er naar waarheid op beroemen dat zijn wil wet was, ‘overal waar zout water te ruiken of het gedruis van de golven te horen is’. In latere eeuwen raakten de afstammelingen van Qhored het Prieel, Oudstee, Bereneiland en een groot deel van de westelijke kust kwijt. Desondanks heerste koning Harren de Zwarte aan de vooravond van de Veroveringsoorlogen nog over het hele gebied tussen de bergen, van de Nek tot de Zwartwaterstroom. Toen Harren en zijn zonen bij de val van Harrenhal omkwamen schonk Aegon Targaryen het rivierengebied aan het huis Tulling en stond hij de overlevende heren van de Ijzereilanden toe, de oude gewoonte in ere te herstellen en te kiezen wie onder hen de voornaamste zou zijn. Ze kozen heer Vickon Grauwvreugd van Piek.

Het wapenteken van de Grauwvreugds is een gouden kraak op een zwart veld.

Hun woorden luiden: Wij zaaien niet.

BALON GRAUWVREUGD, Heer van de Ijzereilanden, Koning van Zout en Rots, Zoon van de Zeewind, Oogstheer van Piek,

— zijn echtgenote, VROUWE ALANNYS, van het huis Harlaw,

— hun kinderen:

— (RODRIK), hun oudste zoon, gesneuveld in Zeegaard tijdens de Grauwvreugd-opstand,

— (MARON), hun tweede zoon, gesneuveld op de wallen van Piek tijdens de Grauwvreugd-opstand,

— ASHA, hun dochter, kapitein van de Zwarte Wind,

THEON, hun enige overlevende zoon, erfgenaam van Piek, pupil van heer Eddard Stark,

— zijn broers:

— EURON, Kraaienoog genoemd, kapitein van de Stilte, een vogelvrije piraat en rover,

— VICTARION, opperbevelhebber van de ijzeren vloot,

— AERON, Damphair genoemd, priester van de Verdronken God.

Mindere huizen eedgebonden aan Piek, zijn onder andere: Harlang, Steenhuis, Merleyn, Sonderlei, Botteler, Taanig, Windasch en Goedenbroer.

Het huis Martel

Nymeria, de krijgshaftige koningin van de Rhoyn, landde met haar tienduizend schepen in Dorne, het zuidelijkste der Zeven Koninkrijken, en nam heer Mors Martel tot echtgenoot. Met haar hulp versloeg hij al zijn vijanden en verwierf hij de heerschappij over geheel Dorne. De invloed van de Rhoynar is nog altijd groot. Zo betitelen de heersers van Dorne zichzelf als ‘vorst’ in plaats van als ‘koning’. Volgens de wetten van Dorne gaan grondgebied en titels over op het oudste kind, niet op de oudste zoon. Als enige van de Zeven Koninkrijken is Dorne nooit door Aegon de Draak veroverd. Het werd pas tweehonderd jaar later voorgoed bij het rijk gevoegd, door een echtverbintenis en een verdrag, niet door het zwaard. De vreedzame koning Daeron n slaagde waar de krijgslieden hadden gefaald door met prinses Myriah van Dorne te trouwen en zijn eigen zuster aan de heersende vorst van Dorne ten huwelijk te geven.

De banier van de Martels is een rode zon met een gouden speer erdoor.

Hun woorden luiden: Onoverwonnen, ongeboren, ongebroken.

DORAN NYMEROS MARTEL, Heer van Zonnespeer, Vorst van Dorne,

— zijn echtgenote, MELLARIO, uit de Vrijstad Norvos,

— hun kinderen:

— PRINSES ARIANNE, hun oudste dochter, erfgenaam van Zonnespeer,

— PRINS QUENTYN, hun oudste zoon,

— PRINS TRYSTANE, hun jongste zoon,

— zijn verdere familie:

— zijn zuster, (PRINSES ELIA), gehuwd met prins Rhaegar Targaryen, gedood bij de plundering van Koningslanding,

— hun kinderen:

— (PRINSES RHAENYS), een klein meisje, gedood bij de plundering van Koningslanding,

— (PRINS AEGON), een zuigeling, gedood bij de plundering van Koningslanding,

— zijn broer, PRINS OBERYN, de Rode Adder,

— zijn hofhouding:

— AREO HOTAH, een huurling uit Norvos, hoofd van de wachters,

— MAESTER CALEOTTE, raadgever, genezer en leraar,

— zijn ridders en baanderheren:

— EDRIC DAYN, heer van Sterrenval.

De voornaamste huizen eedgebonden aan Zonnespeer, zijn onder andere: Jordaen, Santagar, Allyrion, Toland, Yzerhout, Wyl, Vogeler en Dayn.

De oude dynastie: het huis Targaryen

De Targaryens zijn het bloed van de Draak, afstammelingen van de hoge heren van de aloude vrijplaats Valyria. Hun erfenis uit zich in een opvallende (volgens sommigen bovenmenselijke) schoonheid, met ogen in de kleuren lila, indigo of violet, en zilverof platinablond haar. De voorvaderen van Aegon de Draak ontsnapten aan de Doem van Valyria en aan de daaropvolgende slachting en vestigden zich op Drakensteen, een rotsig eiland in de zee-engte. Vandaar voeren Aegon en zijn zusters Visenya en Rhaenys uit om de Zeven Koninkrijken te veroveren. Om het koninklijke bloed onvermengd te doen voortbestaan betrachtte het huis Targaryen vaak de Valyrische gewoonte van het zusterhuwelijk. Aegon zelf nam zijn beide zusters tot vrouw en verwekte zonen bij allebei.

De banier van Targaryen is een driekoppige draak, rood op zwart. De drie koppen staan voor Aegon en zijn zusters.

De Targaryen-woorden luiden: Vuur en bloed.


De opvolging van de Targaryens
(datering in jaren na Aegons landing)

1–37: Aegon I, Aegon de Veroveraar, Aegon de Draak

37–42: Aenys I, zoon van Aegon en Rhaenys

42–48: Maegor I, Maegor de Wrede, zoon van Aegon en Visenya

48–103: Jaehaerys I, de Oude Koning, de Verzoener, Aenys’ zoon

103–129: Viserys I, kleinzoon van Jaehaerys I

129–131: Aegon II, oudste zoon van Viserys [De opvolging door Aegon II werd betwist door zijn zuster Rhaenyra, die een jaar ouder was. Beiden kwamen om in de oorlog die ze onderling voerden en die door zangers de Drakendans wordt genoemd.]

131–157: Aegon III, de Drakendoder, zoon van Rhaenyra [De laatste der Targaryen-draken stierf tijdens de regering van Aegon III.]

157–161: Daeron I, de Jonge Draak, de Kind-koning, oudste zoon van Aegon III [Daeron veroverde Dorne, maar was niet in staat het te houden en stierf jong.]

161–171: Baelor I, de Geliefde, de Gezegende, septon en koning, tweede zoon van Aegon III

171–172: Viserys II, vierde zoon van Aegon III

172–184: Aegon IV, de Onwaardige, oudste zoon van Viserys [Zijn jongere broer, prins Aemon de Drakenridder, was de voorvechter en volgens sommigen de minnaar van koningin Naerys.]

184–209: Daeron II, koningin Naerys’ zoon bij Aegon of Aemon [Daeron voegde Dorne bij het rijk door prinses Myriah van Dorne te huwen.]

209–221: Aerys I, tweede zoon van Daeron II [stierf kinderloos]

221–233: Maekar I, vierde zoon van Daeron Il

233–259: Aegon V, de Onwaarschijnlijke, vierde zoon van Maekar I

259–262: Jaehaerys II, tweede zoon van Aegon de Onwaarschijnlijke

262–283: Aerys II, de Krankzinnige, enige zoon van Jaehaerys II.


De lijn van de Drakenkoningen eindigde toen Aerys II werd onttroond en gedood, evenals zijn erfgenaam, kroonprins Rhaegar Targaryen, die bij de Drietand sneuvelde tegen Robert Baratheon.


De laatste Targaryens

(KONING AERYS TARGARYEN), tweede van die naam, door Jaime Lannister gedood bij de plundering van Koningslanding,

— zijn zuster en echtgenote, (KONINGIN RHAELLA) van het huis Targaryen, op Drakensteen in het kraambed gestorven,

— hun kinderen:

— (PRINS RHAEGAR), erfgenaam van de ijzeren troon, bij de Drietand gesneuveld tegen Robert Baratheon,

— zijn vrouw, (PRINSES ELIA) van het huis Martel, gedood bij de plundering van Koningslanding,

— hun kinderen:

— (PRINSES RHAENYS), een klein meisje, gedood bij de plundering van Koningslanding,

— (PRINS AEGON), een zuigeling, gedood bij de plundering van Koningslanding,

— PRINS VISERYS, die zich opwerpt als Viserys, Derde van die naam, Heer van de Zeven Koninkrijken, ook de Bedelaar-koning genoemd,

— PRINSES DAENERYS, Daenerys Stormgeboren genoemd, een jong meisje van dertien jaar.

Загрузка...