5

Vledder kwam traag en met hangende schouders de grote recherchekamer binnen. Zijn gezicht zag grauw. Met slome tred slofte hij naderbij. De Cock wachtte geduldig tot de jonge rechercheur zich in zijn stoel achter zijn bureau had laten zakken.

‘Hoe was de sectie?’ vroeg hij belangstellend.

Vledder zuchtte.

‘De sectie verliep prima.’ Hij tastte in een zijzak van zijn jack, pakte een plastic zakje en wierp dit De Cock toe. ‘Drie kogels. Dokter Rusteloos heeft ze diep uit het lichaam van Hendrik Zuiderman gepeuterd.’

De oude rechercheur bekeek de met bloed besmeurde kogels.

‘Een klein kaliber.’

Vledder knikte.

‘Ik schat zeven punt vijftig millimeter.’

De Cock hield een kogel tussen duim en wijsvinger.

‘Mogelijk een zeven tweeënzestig. Het zou mij niets verbazen als deze kogels met een Nagant zijn afgevuurd.’

‘Wat is een Nagant?’

‘Een stomme vraag.’

‘Hoezo… stom?’

De Cock maakte heftige armgebaren.

‘We hebben al eens een zaak gehad waarin zo’n Nagant een belangrijke rol speelde.’[5]

Vledder schudde zijn hoofd.

‘We hebben de laatste jaren zoveel zaken behandeld,’ sprak hij vermoeid. ‘Dat kan ik mij niet meer herinneren.’

De Cock ademde diep.

‘De Nagant is de mooiste en zeker de interessantste revolver ooit gemaakt. Een door de Belgische constructeur Vervier ontworpen revolver sans déperdition de gaz. De kogel is bij dat wapen geheel in de hulswand opgenomen. Die hulswand vormt bij het vuren een geheel met de loop, waardoor geen gas ontsnapt… vandaar revolver sans déperdition de gaz.’

Vledder fronste zijn wenkbrauwen.

‘Je hebt er bijzondere munitie voor nodig?’

‘Absoluut.’

‘Dat kan ons misschien helpen.’

De Cock stemde daarmee in.

‘Als we bij een huiszoeking munitie voor een Nagant vinden, kunnen we staan juichen.’

De oude rechercheur keek Vledder met een bezorgde blik aan.

‘Kun je je het echt niet meer herinneren? Jij bent destijds door onze eigen wapendeskundige over dat wapen ingelicht. Het ontwerp werd door de Luikse wapenfabriek Nagant gemaakt voor het Russische leger van voor negentien veertien.’

Vledder snoof.

‘Een paar dagen geleden.’

De Cock knikte.

‘Daarom. Voor de wapenliefhebber, en ik ken er velen, is een echte Nagant revolver een collectors item van ongekende waarde. Je zult er een fiks bedrag voor moeten neertellen.’

Vledder wuifde in de richting van het plastic zakje.

‘Ik had ze onmiddellijk naar onze technische dienst aan het hoofdbureau moeten brengen, maar daar had ik geen zin meer in.’

De Cock keek hem verwonderd aan.

‘Hoezo… geen zin?’

Vledder zwaaide geagiteerd.

‘Ik heb op de terugweg vanaf Westgaarde met elkaar zeker twee uur in de file gestaan. De ene file had zich nog niet opgelost of ik kwam alweer in een andere file terecht. Als we op het dak van de Warmoesstraat niet spoedig een helikopterplatform krijgen, dan kunnen we onze business in Amsterdam wel sluiten.’

De Cock lachte.

‘Onze business, zoals jij dat noemt, gaat gewoon door. Misdaad kent geen malaise.’

Vledder bromde.

‘Als ik ergens chagrijnig van word, dan is het hangen in de file. Dat werkt zo deprimerend op mij, dat ik vaak de neiging moet onderdrukken om zo uit de auto te stappen en lopend verder te gaan.’

De Cock glunderde.

‘Dat kun je niet maken.’

Vledder knikte nadrukkelijk.

‘Dat flik ik nog een keer,’ sprak hij ferm. ‘Als het verkeer in onze stad toch een chaos is, dan wil ik daar wel aan meewerken.’

De Cock negeerde de opmerking.

‘Was je vanmiddag nog op tijd voor de sectie?’

Vledder knikte.

‘Ik kon een heel eind achter een ambulancewagen met gillende sirene blijven plakken. Het was kantje boord. Toen ik binnen kwam was dokter Rusteloos al bezig om met een sonde de diepte van de kogelwonden af te tasten.’

‘Het hart geraakt?’

‘Duidelijk. Tweemaal. Bij een dergelijke verwonding volgt de dood bij een inwendige verbloeding heel snel.’

De jonge rechercheur zweeg even.

‘Wat kwam die dikke vent doen, die ik bij de deur bijna omver kegelde,’ ging hij verder.

De Cock glimlachte.

‘Dat was Alex van de Boogaard.’

De ogen van Vledder lichtten op.

‘De man van wie Josee van de Weetering ons vertelde?’

De Cock knikte.

‘Precies.’

‘Wat kwam hij biechten?’

De Cock maakte een nonchalant gebaar.

‘Hij heeft Hendrik Zuiderman niet vermoord.’

Vledder grinnikte.

‘Had jij verwacht dat hij onmiddellijk vrolijk ja zou roepen?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Zeker niet vrolijk. Maar naar mijn gevoel heeft Alex van de Boogaard werkelijk niets met de dood van Hendrik Zuiderman te maken.’

De grijze speurder glimlachte.

‘Al wil ik hem voorlopig nog niet van ons lijstje met verdachten schrappen, want ook hij is een van die oudgedienden, die naar de begeerde post van manager lonken. Van de Boogaard is er zelfs van overtuigd dat hem die functie toekomt.’

‘Op basis waarvan?’

De Cock trok een grijns.

‘Zijn bijzondere verdienste voor het reclamebedrijf in het verleden.’

De oude rechercheur pauzeerde even en keek op.

‘Heb jij nog het dossier opgevraagd,’ veranderde hij van onderwerp,‘van de kinderpornozaak waarvoor Zuiderman en Marie van den Heuvel zijn veroordeeld?’

Vledder knikte.

‘Het zou naar ons worden opgestuurd.’

‘Je hebt het nog niet?’

‘Nee.’

De Cock plukte even aan zijn neus.

‘Ik ben benieuwd of in dat dossier de naam van Albert van den Heuvel voorkomt.’

Vledder keek hem verwonderd aan.

‘De jongen die in Leiden rechten studeert… de zoon van Hendrik Zuiderman en Marie van de Heuvel?’

‘Ja.’

Vledder grinnikte.

‘Waarom… waarom zou die jongen in dat kinderpornodossier voorkomen?’

‘Hendrik Zuiderman en Marie van den Heuvel gebruikten hun kind als voornaamste model,’ sprak De Cock misprijzend.

Vledder reageerde geschokt.

‘Het is niet waar.’

De Cock trok een vies gezicht.

‘Volgens Alex van de Boogaard zijn er onder pedofielen nog volop schunnige foto’s van Albert van den Heuvel in omloop. Die jongen zou daardoor een intense haat jegens zijn vader hebben opgebouwd.’

Vledder kneep zijn lippen op elkaar.

‘Als die jongen,’ verzuchtte hij, ‘nog steeds met dat kinderpornoverleden wordt geconfronteerd, kan ik mij dat levendig voorstellen.’

De jonge rechercheur zweeg even.

‘En haat jegens zijn moeder?’

De Cock trok zijn schouders op.

‘Blijkbaar niet. Volgens Alex van de Boogaard zou Albert zijn moeder in vertrouwen hebben verteld, dat hij wel eens een moord op zijn vader heeft overwogen. Mijns inziens zou hij niet zo openhartig zijn geweest als hij ook haar in zijn haatgevoelens had opgenomen.’

Vledder staarde voor zich uit.

‘Door-je-eigen-vader-te-zijn-misbruikt-als-een-object-voor-kinderporno. Wel degelijk een motief om over na te denken.’

‘Je bedoelt als een motief voor moord?’

‘Absoluut.’

De Cock glimlachte.

‘Daar wil je nu rustig over denken?’

‘Dat lijkt mij zinvol.’

De Cock keek zijn jonge collega onderzoekend aan.

‘Dick Vledder,’ sprak hij ernstig, ‘je gaat vooruit. ‘Een paar jaar geleden zou je al in de Golf zijn geklommen om die jongen in Leiden voor moord te arresteren.’

De jonge rechercheur schudde zijn hoofd.

‘In feite ben ik niets veranderd. Ik bedwing mijn opstormende emoties, maar in mijn hart ben ik nog net zo. Als jij ermee zou instemmen, dan stapte ik zo achter het stuur van de Golf en reed naar Leiden.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Daar voel ik nog niets voor. Ik wil eerst eens met moeder Van den Heuvel over deze kwestie praten. Hoe groot was haar aandeel in de kinderpornoproductie van haar vriend Hendrik Zuiderman? Heeft ze toegestemd in het misbruiken van haar zoon? En ik wil haar reactie zien op mijn vraag of zoon Albert tot een moord in staat is.’

Vledder grijnsde.

‘Haar antwoord kan ik je nu al geven.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Ik sprak niet van een antwoord… ik sprak van een reactie.’


Marie van den Heuvel kwam in een trage tred de grote recherchekamer binnen, knoopte haar regenjas los en ging op de stoel naast het bureau van De Cock zitten. Haar ogen fonkelden.

‘Mevrouw Van Nibbixwoud,’ sprak ze mat, ‘zei me, dat ik me bij u diende te vervoegen.’

De Cock glimlachte.

‘Dat klinkt streng.’

‘Zo zei ze het.’

De Cock bezag het fleurige mantelpakje, dat ze onder haar regenjas droeg. Hij wees ernaar.

‘Geen zwart?’

Over haar rond blozend gelaat viel een schaduw.

‘Waarom zwart?’ vroeg ze vinnig.

De Cock gebaarde achteloos.

‘De dood van Hendrik Zuiderman.’

Mevrouw Van den Heuvel trok haar mond strak.

‘Om zijn dood rouw ik niet.’

Het klonk bitter.

De Cock veinsde verbazing.

‘Gisteravond leek u mij toch bedroefd.’

Mevrouw Van den Heuvel verschoof iets op haar stoel.

‘Ik heb jaren het bed met die man gedeeld. Daar waren ook prettige momenten bij.’

‘U hebt mij gisteravond gezegd, dat u op den duur geen intimiteiten meer van hem kon verdragen.’

Mevrouw Van den Heuvel knikte.

‘Dat klopt.’

‘Waren er geen andere overwegingen voor de scheiding?’

Ze keek hem argwanend aan.

‘Hoe bedoelt u?’

‘Tegenstellingen?’

‘Welke?’

De Cock zwaaide met zijn arm.

‘U bent in het verleden allebei veroordeeld voor het maken van kinderporno.’

Marie van den Heuvel liet haar hoofd iets zakken.

‘Ja.’

‘Hoe groot was uw aandeel?’

‘Te verwaarlozen.’

‘Toch bent u voor uw aandeel gestraft.’

Mevrouw Van den Heuvel keek naar hem op. Haar mond vormde een strakke lijn.

‘Volkomen ten onrechte,’ siste zij. ‘Hendrik Zuiderman deed aan pornografie. En hij was niet de enige bij ons op het reclamebureau.’

‘Wie waren de anderen?’

Mevrouw Van den Heuvel stak haar kin naar voren.

‘Dat zoekt u zelf maar uit. Ik sta niet graag als verklikker te boek.’

Het klonk fel, verbeten.

De Cock boog zich vertrouwelijk naar haar toe.

‘Mij is ter ore gekomen,’ sprak hij kalm, ‘dat Zuiderman en u kinderporno maakten met uw zoon Albert als model.’

Marie van den Heuvel staarde secondenlang langs hem heen.

‘Ik was daar op tegen.’

‘Toch gebeurde het.’

‘Ja.’

De Cock pauzeerde tot haar blik weer op hem was gericht.

‘Hoe oud was Albert?’

‘Vier, zes, acht, tien, twaalf.’

‘Dus permanent.’

Marie van den Heuvel schudde haar hoofd.

‘Ik heb nooit meegewerkt. Ik ben er ook nooit bij geweest als Hendrik dat deed.’

De Cock reageerde scherp.

‘U stond het toe.’

Ze maakte een verontschuldigend gebaar.

‘Hoe… eh, hoe had ik het kunnen verhinderen.’

De Cock keek haar verwonderd aan.

‘U had met uw kind moeten vluchten… weg van die man. U had de politie kunnen inlichten. Er waren tal van mogelijkheden om er een eind aan te maken.’

De vrouw zuchtte diep.

‘Er is mij in die tijd nooit een mogelijkheid te binnen geschoten.’

De Cock snoof.

‘Een leugen.’

‘Een waarheid.’

De Cock voelde geen lust tot een verder twistgesprek.

‘Hoe reageerde Albert toen hij wat ouder werd?’

Marie van den Heuvel ademde diep.

‘Verbitterd.’

‘Hij haatte zijn vader?’

‘Ja.’

‘En u?’

‘Wat bedoelt u?’

‘Koesterde hij ook haatgevoelens jegens u?’

Mevrouw Van den Heuvel schudde haar hoofd.

‘Hij vindt mij onschuldig.’

De Cock boog zich opnieuw naar haar toe. Zijn blik bleef strak op haar gericht.

‘Acht u Albert tot een moord in staat?’

Marie van den Heuvel keek hem verschrikt aan. Ze vouwde haar handen ineen en sloot haar ogen.

‘O, God… o, God,’ riep ze met angst in haar stem. ‘O, God, laat het niet waar zijn.’ Het was een vurig gebrachte smeekbede.


De Cock keek naar Vledder op.

‘Heeft Marie van den Heuvel jou het adres van die jongen in Leiden gegeven?’

De jonge rechercheur knikte.

‘Zonder morren.’

‘Ik heb met haar te doen. Ik voel iets van de pijn in haar hart. Ze gaat uiteraard gebukt onder hetgeen er in het verleden is gebeurd. Ik denk dat die Zuiderman zo’n dominante figuur is geweest, dat zij zich niet tegen zijn handelen heeft kunnen verzetten. Het lijkt op een slaafs gedrag.’

Vledder snoof.

‘Ik vind het terecht, dat de rechter destijds ook haar heeft veroordeeld. Een vrouw die haar kind laat misbruiken, is geen moeder.’

De Cock trok een bedenkelijk gezicht.

‘Ze wist er van, maar dat is nog geen medeplichtigheid. Je kunt haar verwijten dat ze zich te weinig tegen de tirannie van haar man heeft verzet.’

‘Wil je er vanavond nog heen?’

‘Waarheen?’

‘Leiden.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Moeder Van den Heuvel zal straks wel contact met hem zoeken en hem een verhoor afnemen… scherper en indringender dan waartoe wij ooit in staat zullen zijn.’

‘En wat hebben wij daar aan? Als die jongen het haar opbiecht, zal ze het ons nooit vertellen.’

De Cock tuitte zijn lippen.

‘Dat weet ik nog niet. Het hangt van moeders filosofie af wat zij het beste voor haar zoon acht. Ik bedoel, als die jongen werkelijk de dader is.’

‘Daar ben je nog niet van overtuigd?’

‘Niet echt,’ sprak De Cock schouderophalend, ‘maar als de haat van die jongen door een of ander recent voorval tot een climax is gekomen, dan acht ik het niet ondenkbaar.’

‘Toen jij moeder Van den Heuvel vroeg of zij haar zoon tot een moord in staat achtte, zei ze niet neen. Ze smeekte God dat het niet waar mocht zijn.’

De Cock knikte.

‘Ze acht hem dus wel degelijk tot een moord in staat.’

Vledder keek hem peinzend aan.

‘Weet je waar ik plotseling aan denk?’

‘Nou?’

‘Het motief, dat wij zoon Albert toedenken, geldt in feite ook voor zijn moeder. Haar haat om wat in het verleden is gebeurd, is wellicht net zo groot als de haat van haar zoon. Volgens mij heeft ook zij een duidelijk motief voor de moord.’

De Cock keek hem bewonderend aan.

‘Dat is perfect gedacht. Men zou zelfs aan een samenwerking kunnen denken.’

De ogen van Vledder twinkelden. ‘Je bedoelt, een mededaderschap, een combine van moeder en zoon?’

‘Precies.’

De oude rechercheur kwam uit zijn stoel overeind en slofte naar de kapstok.

Vledder liep hem na.

‘Waar ga je heen?’

De Cock glimlachte.

‘Mijn dorstige keel smacht naar een cognackie.’

Vanuit de Warmoesstraat slenterden de twee rechercheurs op hun gemak door de Lange Niezel. Een druilerig motregentje had het vallen van de avond vervroegd. Het was bijna intiem druk in de smalle straat. Flarden muziek waaierden uit de cafés en bij het sekstheater stonden de mannen in de rij.

Ze liepen rechtdoor, over het bruggetje van de Voorburgwal naar de Korte Niezel en gingen vandaar rechtsaf de Oudezijds Achterburgwal op.

De seksbusiness floreerde. Achter vrijwel elk raam zaten schaarsgeklede vrouwen van velerlei fatsoenen lonkend in diffuus, barmhartig rood licht. Ondanks de trage regen trok een leger van behoeftigen schuifelend aan hen voorbij.

De Cock keek om zich heen. Het beeld was hem vertrouwd. Zo nu en dan lichtte hij in het voorbijgaan groetend zijn hoedje voor een prostituee, die hij in zijn lange loopbaan bij de recherche had leren kennen.

Op de hoek van de Barndesteeg schoven ze tussen de donkerbruine, met leer afgezette gordijnen het schemerig intieme lokaaltje van vriend Smalle Lowietje binnen.

De tengere caféhouder kwam onmiddellijk achter zijn tap vandaan en liep blij verrast op De Cock toe. Zijn spits muizensmoeltje glom van diepe genegenheid.

‘Welkom, welkom,’ kirde hij. ‘Kon je de weg naar mijn etablissement nog vinden?’

De Cock grijnsde.

‘Blindelings.’

Smalle Lowietje liep grinnikend voor hem uit naar de bar.

‘Ik denk, dat jij je gewoon door de geur van cognac hebt laten leiden.’

De Cock hees zich naast Vledder op een kruk.

‘Zonder jou, Lowie, zonder jouw etablissement en zonder jouw verrukkelijke cognac, had het leven geen glans.’

De tengere caféhouder keek hem glunderend aan.

‘Jij kunt van die mooie dingen zeggen. Zo… eh, zo poëtisch.’

Hij dook aalglad onder de tapkast en pakte de fles Franse cognac Napoleon, die hij speciaal voor de oude rechercheur gereserveerd hield. Met precieze routinegebaren vatte hij drie blinkende diepbolle glazen en schonk behoedzaam in.

‘Nog van de oude voorraad.’ Hij zette de fles neer, hief met zwier zijn glas en toostte. ‘Op de misdaad en De Cock.’

De grijze speurder lachte.

‘Een twee-eenheid?’

‘Absoluut.’

Grijnzend vatte De Cock zijn glas en schommelde het in de holte van zijn hand zachtjes heen en weer. Voorzichtig nam hij een slok. De warme gloed van de drank duwde de kille stijfheid uit zijn botten en spieren. Hij zette omzichtig zijn glas neer en boog zich vertrouwelijk naar voren.

‘Heb jij wel eens iets met porno van doen gehad?’

Smalle Lowietje keek hem verwonderd aan.

‘Waarom vraag je dat?’

‘We behandelen de moord op een reclameman, die zich in het verleden met kinderporno heeft beziggehouden.’

De tengere caféhouder keek hem peinzend aan.

‘Een reclameman?’

De Cock knikte.

‘Hij werkte op een reclamebureau aan de Herengracht.’

Smalle Lowietje fronste zijn wenkbrauwen.

‘Reclamebureau Succes?’

‘Dat heet nu Het Intellect.’

‘Maar vroeger Succes?’

‘Inderdaad.’

Smalle Lowietje grinnikte.

‘Dat was één grote pornotent.’

‘Hoe weet je dat?’

De tengere caféhouder boog zich naar De Cock.

‘Heel wat meiden van de Wallen hebben daar model gestaan.’

Загрузка...