15

‘Hallo… hallo.’

De Cock smeet de hoorn terug op het toestel.

‘Ze heeft opgehangen.’

‘Wie?’

‘Flossie. Ze vroeg of ik al nieuws had en toen ik nee zei, vroeg ze of ik al wist dat Van Doornenbosch een verhouding had met de jonge vrouw van Van der Bent.’

Vledder grinnikte. ‘De secretaris en de vrouw van de directeur?’

De Cock knikte. ‘Inderdaad, een bijna klassieke verhouding.’ De ogen van Vledder lichtten op.

‘Misschien is de vrouw van de directeur wel het tweede ticket.’ De Cock schoof zijn dikke onderlip naar voren.

‘Zij kan ook de vrouw zijn geweest die ons gisteravond naar Schiphol stuurde. Het lijkt mij in ieder geval zaak om, zolang hij nog niet is komen opdagen, de vrouwen rond de secretaris nauwlettend in het oog te houden. Een van hen zal wel weten waar hij is.’ Vledder keek naar hem op.

‘Denk je dat het verdwijnen van de secretaris alleen betekent dat hij op vrijersvoeten is?’

Rechercheur De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi en schudde het hoofd.

‘Het is meer. Het is veel meer. Het verdwijnen van de secretaris is volgens mij een zeer belangrijk facet in deze zaak. Ik geloof namelijk dat Van Doornenbosch gisterenavond wel degelijk het plan heeft gehad te vluchten. Het zou interessant zijn te weten waarom het niet doorging.’

‘Misschien heeft hij op het laatste moment een andere vluchtweg gekozen?’

‘Mogelijk, maar dan moet er toch iets zijn geweest wat zijn aanvankelijke plannen heeft gewijzigd. Ik vraag mij af wat?’ Een tijdlang zwegen beiden. De Cock trok zijn benen op het bureau en leunde behaaglijk in zijn stoel achterover. Zijn geforceerde wandeling over de begraafplaats deed zich nog gelden. Vledder was de eerste die de stilte verbrak.

‘Toch begrijp ik het niet. Waarom zou Van Doornenbosch vluchten? We hebben tegen hem geen enkel bewijs van schuld, noch aan de overval, noch aan de moord op Peter van Geffel. Vluchten heeft voor hem alleen maar zin als hij in het bezit is van de buit.’ ‘En?’

‘Wat en?’

‘Waarom zou hij niet in het bezit zijn van de buit?’

Vledder keek hem verwonderd aan.

‘Je vergeet dat er ook nog jongens waren die de overval pleegden. Je neemt toch niet aan dat die het alleen maar deden om een verzetje te hebben?’

‘Je bedoelt dat zij hun buit niet zomaar uit handen zouden geven?’ ‘Precies.’

‘En als er fraude in het spel is?’ vroeg De Cock nadenkend. Vledder fronste zijn wenkbrauwen.

‘Jij denkt aan onze theorie dat er mogelijk een verschil bestaat tussen het werkelijk geroofde bedrag en de opgave van tweeënhalf miljoen, die de N.V. aan ons en aan de verzekering heeft verstrekt?’

‘Juist.’

Vledder schudde zijn hoofd.

‘Het lijkt mij zelfs voor een secretaris niet mogelijk een dergelijke, groots opgezette fraude moederziel alleen uit te voeren. Zonder medeweten van een of meer directieleden is dat volgens mij niet mogelijk.’

De Cock gebaarde.

‘Daarom kan de secretaris wel in het bezit zijn van de buit. Begrijp je, zelfs met medeweten van een of meer leden van de directie. Als er sprake is van fraude, dan neem ik niet aan dat de lieden die daaraan hebben meegedaan onmiddellijk tot deling van de buit zijn overgegaan. Het zou dan helemaal niet zo vreemd zijn als het geld voorlopig door Van Doornenbosch werd beheerd.’

‘Waarom arresteren we hem dan niet?’

De Cock grijnsde. ‘Om dezelfde reden als gisteravond. Er is eigenlijk nog niets veranderd.’

Vledder keek hem lange tijd peinzend aan.

‘Denk jij… ‘ vroeg hij aarzelend, ‘denk jij dat Van Doornenbosch er gisteravond alleen… ik bedoel zonder medeweten van zijn medeplichtigen… met de hele buit vandoor heeft willen gaan? En dat de zaak op een of andere manier is uitgelekt?’ De Cock knikte traag.

‘Zoiets… ja.’

Vledder slikte.

‘Ma… maar,’ stotterde hij onthutst, ‘dan krijgt het plotselinge verdwijnen van de secretaris een heel andere betekenis. Dan…’ De Cock knikte hem bemoedigend toe. ‘Ga verder.’ De jonge rechercheur slikte opnieuw.

‘Dan pleegde Van Doornenbosch verraad… verraad aan zijn medeplichtigen. Begrijp je wat dat betekent, De Cock? Het zijn mensen die niet voor moord terugdeinzen. Dat hebben we gezien aan de snelle dood van Peter van Geffel. Als we de secretaris niet gauw vinden, geef ik geen cent meer voor zijn leven.’

Bij Abcoude, onder aan het dijkje langs het Gein, slechts een paar honderd meter voorbij de oude molen, stond de vermiste donkerblauwe Simca 1500. De glanzende voorbumper drukte zwaar tegen een paar halfvermolmde wilgen, waarvan de takken als spitse vingers naar de grauwe hemel wezen. De wagen was uiterlijk onbeschadigd. Alleen achter in de opstaande rand van het kofferdeksel waren twee kogelgaten zichtbaar. De opperwachtmeester Windt van de rijkspolitie stond er wat verveeld bij.

Leunend tegen zijn dienstfiets keek hij naar de beide Amsterdamse rechercheurs.

‘Ik denk,’ zei hij met een zware bromstem, ‘dat de wagen er vannacht is neergezet. Gisteravond tijdens mijn laatste ronde langs het Gein stond hij er nog niet. Ik weet dat heel zeker. Zoiets valt op. Ik ontdekte hem pas vanmiddag.’

‘Hoe laat?’

‘Ik denk een uur of twee. Ik was in Abcoude nog even in het stadhuis geweest voordat ik aan mijn middagronde begon.’ Hij knikte en tuitte zijn lippen. ‘Ja, het zal twee uur zijn geweest.’ De Cock knikte.

‘We zijn u erg dankbaar dat u ons onmiddellijk heeft gewaarschuwd.’

‘Ik zag direct dat het de wagen was die jullie in Amsterdam zochten. Die twee kogelgaten achterin waren duidelijk genoeg.’ De Cock glimlachte.

‘U hebt de wagen onderzocht?’

De opper schudde heftig het hoofd.

‘Nee,’ bromde hij, ‘ik ben er met mijn handen niet aan geweest. Je weet nooit wat je bederft. Ik heb alleen even door de ramen naar binnen gekeken. De contactsleuteltjes hangen nog in de wagen, rechts van het stuur. En als ik het goed heb gezien, zitten er bloedvegen op de achterbank.’

De Cock schoof zijn oude hoedje wat naar voren.

‘Dat kan wel kloppen,’ zei hij traag. ‘Een van onze agenten heeft na de overval op de vluchtende wagen geschoten. Vandaar die kogelgaten. Vermoedelijk heeft hij een van de inzittenden geraakt.’ Hij wendde zich tot Vledder.

‘Waarschuw op het hoofdbureau de Dactyloscopische Dienst en de fotograaf. En laat ook de kleine kraanwagen komen.’ Hij schonk de opper een vriendelijke glimlach. ‘U.. eh, u hebt er toch geen bezwaar tegen dat ik de wagen in beslag neem?’ De opper lachte breed.

‘Integendeel. Hoe gauwer je dat ding hier laat weghalen, hoe liever het mij is.’

De Cock wees naar de oude molen.

‘Zouden de bewoners daar vannacht nog iets gezien of gehoord hebben?’

De opper grijnsde.

‘Die mensen zijn er niet. Ze zijn van de week met hun tweetjes naar Engeland vertrokken. Zij vieren Kerst en Nieuwjaar bij hun oudste zoon in Londen.’ Hij gebaarde om zich heen. ‘Verder woont er op het hele stuk geen mens.’

De Cock zuchtte.

‘Van mogelijke getuigen is dus niets te verwachten?’ De opper trok zijn gezicht in een duistere plooi. ‘Ik zou er maar niet op rekenen,’ zei hij somber.

Vledder kwam terug van de oude Volkswagen waarmee ze uit Amsterdam gekomen waren.

‘Ik heb je verzoek via de mobilofoon doorgegeven,’ zei hij. ‘Het geluid was vanwege de afstand wel slecht, maar ze konden mij toch heel goed volgen.’

‘Had men nog bezwaren?’

‘Ja, ze vroegen waarom de wagen niet op de binnenplaats gedact en gefotografeerd kon worden. Zie je, omdat je het vehikel toch naar het hoofdbureau laat verslepen.’

‘En?’

Vledder grinnikte.

‘Ik heb gezegd dat je vanwege het decor per se wilde dat het hier aan het Gein gebeurde.’

‘Mooi.’

Vledder wees vaag in de richting van hun Volkswagen. ‘Ik heb daar aan de kant van de weg, in de zachte berm, een paar mooie bandensporen gezien. Ze leken mij nog vers toe. De profielhoogten waren nog niet ingedroogd. Kennelijk heeft daar een wagen geruime tijd gestaan en is daarna gekeerd.’ ‘Het is niet het profiel van de banden van de Simca?’ Vledder schudde zijn hoofd.

‘Nee, en ze lijken ook niet op de bandensporen die de politie in Noordwijk mij na de moord op Peter van Geffel heeft laten zien.’

De Cock staarde een tijdje peinzend voor zich uit. ‘Doe maar wat opmetingen, Dick, en laat straks, als onze fotograaf komt, van de bandensporen een paar plaatjes maken. O ja, en neem een klein monstertje van de aarde. Het zal wel geen nut hebben, maar je weet tenslotte nooit waar je geluk ligt.’

Opper Windt keek Vledder na toen deze met een rolmaat in de hand wegstapte.

‘Ik voor mij,’ zei hij misprijzend, ‘ik geloof er niet erg in. Achter onze politiepost, in een oude schuur, liggen hele bergen gipsafdrukken van oude voet- en bandensporen. Ik heb er nog nooit een misdrijf mee opgelost.’

De Cock negeerde de opmerking van de rijkspolitieman. Hij keek op zijn horloge en vroeg zich af hoe lang het nog kon duren voordat de kraanwagen en de technische ploeg uit Amsterdam aanwezig waren. Hij schatte het op een goed halfuur. Hij trok de kraag van zijn duffelse jas wat omhoog en stak zijn handen diep in de wijde zakken. Het was bitter koud aan het Gein. Er woei een harde wind, die schuimkoppen op het water bracht. Hij liep een paar passen over de smalle weg heen en weer en trachtte zich de situatie voor te stellen op het moment waarop de Simca van het dijkje werd gereden. Waarom, vroeg hij zich af, heeft men zich pas de afgelopen nacht van de wagen willen ontdoen? Het was al vier dagen na de overval op het geldtransport. Waar was de wagen die vier dagen verborgen geweest?

Hij keek naar de opperwachtmeester, die zijn dienstfiets tegen een boom had gezet en speurend om de Simca heen liep. Hij zag hoe de zwaarlijvige politieman aan de achterzijde van de wagen vooroverboog en met duim en wijsvinger plukte aan een klein groen puntje dat tussen de naad van het kofferdeksel uitstak. Het puntje werd groter en veranderde in een kleine driehoek. Gespannen bleef De Cock staan. De opper trok, en plotseling had hij een bankbiljet van duizend gulden in zijn hand. Hij keek ernaar met een uitdrukking van grote verbazing op zijn gezicht.

De Cock liep haastig naderbij. Zonder na te denken, als in een reflex, drukte hij op het slot. Het kofferdeksel wipte zacht verend open. Verbijsterd keken beide politiemannen toe. Hun adem stokte. In de bagageruimte, op een bed van louter bankbiljetten, lag met opgetrokken knieën het lijk van secretaris Van Doornenbosch.

Загрузка...