8

Rechercheur Vledder dacht na.

Het was hem aan te zien. Zijn gezicht stond gespannen. Zijn vierkante kin met een klein diep kuiltje stak scherp naar voren en tussen zijn donkere wenkbrauwen lag een diepe dwarse denkrimpel. Ineens begonnen zijn ogen te glanzen. Zijn kin schoof weer terug en de rimpel verdween. ‘Ik heb het,’ riep hij blij en opgewonden.

De Cock keek verrast op. ‘Wat heb je?’

‘Ik begrijp precies wat er is gebeurd.’

‘Zo?’

‘Ja, alles… het hele plan.’

‘Maar Dick, dat is prachtig,’ zei hij halfspottend, ‘dan is vanaf dit moment de zaak volledig opgelost.’

Dick Vledder negeerde de opmerking van zijn oude mentor. Hij schoof een stoel bij en ging schuin tegenover hem zitten. ‘Laten we nu eens aannemen,’ zei hij met opgestoken vinger, ‘dat… zoals jij dus vermoedt Peter van Geffel inderdaad heeft gebeld.’

‘Ja?’

‘Dan wist Van der Bent & Goossens dus dat er een overval zou plaatsvinden…’

‘Uiteraard.’

‘En wat doet Van der Bent & Goossens?’

‘Jij zegt het maar,’ zei hij laconiek.

‘Van der Bent & Goossens,’ ging Vledder onverstoorbaar verder, ‘laat de overval rustig doorgaan.’

‘Zo.’

‘Ja, men laat de overval rustig doorgaan, ook in de begeleidende brieven… vrachtbrieven en dergelijke, en in de boekhouding wordt het transport normaal vermeld. Men zorgt er zelfs voor dat de geldzending deze keer juist een grote omvang heeft.’ Vledder wachtte even voor het effect.

‘Let wel… op papier. Want in werkelijkheid wordt er slechts een heel klein geldbedrag getransporteerd.’

‘Nou en?’

‘Wel, het is heel eenvoudig. Het verschil tussen de geboekte zending en de werkelijke zending is pure winst, want de verzekering dekt de schade.’

Vledder keek zijn leermeester glunderend aan. ‘Wat denk je ervan?’

De Cock knikte peinzend. ‘Het zou best eens kunnen.’ De ogen van de jonge rechercheur flonkerden. ‘Denk je eens in, De Cock, hoe geniaal. Als de roofoverval lukte, dan zouden de overvallers denken dat zij eenvoudig pech hadden gehad en bij toeval een uiterst kleine geldzending hadden onderschept. Zouden zij eventueel later in de krant lezen dat de geldzending veel groter was, dan zouden zij hoogstens kunnen denken aan een gebruikelijke stunt van de recherche om onrust onder hun gelederen te zaaien. Maar verder zouden zij uit puur eigenbelang hun stilzwijgen moeten bewaren. En zou de overval op een of andere manier mislukken of niet doorgaan, dan was er nog niets aan de hand. De N.V. Van der Bent & Goossens kon dan aan de directeuren van haar filialen gewoon een kleine verontschuldiging sturen dat de maatschappij kort voor het verzenden van het geld een anonieme telefonische mededeling had ontvangen dat er op het transport misschien een overval zou worden gepleegd en dat men daarom op het laatste moment uit voorzorg slechts een betrekkelijk klein geldbedrag had verzonden. Het zou een volkomen aanvaardbaar excuus zijn.’

De Cock knikte zijn leerling lachend toe.

‘Fantastisch Dick, eenvoudig fantastisch.’

In zijn stem klonk oprechte bewondering. ‘Het is inderdaad een geniaal plan. Heel logisch van opbouw en geniaal in zijn eenvoud. Ik zie ook echt nog geen bezwaren. Ik bedoel, het zou mij beslist niet verbazen als het plan, zoals jij dat ziet, ook in werkelijkheid werd uitgevoerd. In deze opzet past ook de moord in Noordwijk.’

Vledder fronste zijn wenkbrauwen. ‘Hoezo?’

De Cock gebaarde.

‘Wilde het plan slagen, dan moest Peter van Geffel verdwijnen. Men had geen andere keus.’

Vledder zuchtte.

‘Dat zie ik nog niet. Volgens mij was die moord niet noodzakelijk. Het verhoogde alleen maar het risico.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Dat is niet waar. De moord beschermde het plan. Peter van Geffel was immers de enige die achteraf zou kunnen getuigen dat de N.V. Van der Bent & Goossens op de hoogte was van het feit dat de overval zou worden gepleegd. Een enkel berichtje aan de maatschappijen, die de geldzending verzekerden, zou voldoende zijn om de uitbetaling van de verzekeringspenningen tegen te houden. Om nog maar te zwijgen van een eventuele tip aan de recherche.’ Hij pauzeerde even. ‘En was het risico van een moord wel zo groot? Het plan liep praktisch geen gevaar. Bedenk wel dat wij slechts bij toeval het mogelijk verband tussen de moord en de overval hebben ontdekt.’

Vledder knikte peinzend.

‘Je hebt gelijk… het was raadzamer Peter van Geffel tot zwijgen te brengen.’

De Cock kwam met een zucht overeind.

‘We weten het natuurlijk niet, maar als het werkelijk is gegaan zoals wij nu vermoeden, dan is het maar een trieste geschiedenis.’ Zijn stem had een droeve klank. ‘Denk je eens in. De eerste schuchtere stap die Peter van Geffel, voormalig chanteur en oplichter, op weg naar zijn bekering doet, wordt de directe aanleiding tot zijn dood.’ Hij schudde langzaam het hoofd. ‘Het lijkt waarachtig wel een fragment uit een klassiek Grieks drama.’ Vledder klemde zijn lippen op elkaar.

‘Ik weet niets van Griekse drama’s,’ zei hij wat wrevelig. ‘Ze interesseren me niet. Ik weet alleen dat het niet eenvoudig zal zijn onze vermoedens in concrete feiten om te zetten.’ De Cock grijnsde. ‘Met andere woorden… ik geloof nooit dat het ons zal lukken. We kunnen er zeker van zijn dat de gehele leidinggevende groep van de N.V. Van der Bent & Goossens als een gesloten front tegenover ons staat.’ De Cock wreef met zijn pink over de rug van zijn neus. ‘En dat is dan tevens hun zwakte.’ Vledder keek verbaasd naar hem op. ‘Zwakte?’

De Cock knikte.

‘Denk aan de moord. Ook al werd volgens onze gedachtegang Peter van Geffel in het belang van een groep van personen om het leven gebracht, de daad van de moord was zonder twijfel het werk van één enkele man of vrouw. Begrijp je, één van de leden van de groep heeft dus een extra schuld… is ten opzichte van de anderen extra kwetsbaar.’

‘Ik begrijp het,’ zei Vledder bedachtzaam. ‘De zwakte van de groep schuilt in het feit dat één van hen een moord op zijn geweten heeft.’

De Cock staarde nadenkend voor zich uit.

‘Tenzij… tenzij het stel voor gezamenlijke rekening een moordenaar heeft gehuurd. Maar daar kan ik moeilijk in geloven. De moord in Noordwijk lijkt mij niet het werk van een beroepskiller. Sluwe Pietje was een handige penozejongen, een chanteur, een geroutineerde oplichter met uiteraard een grote dosis mensenkennis.’ Hij schudde zijn hoofd en zuchtte. ‘Géén man die gemakkelijk door een killer was te benaderen. Gezien de omstandigheden moet er toch sprake zijn geweest van een zekere relatie. Om de een of andere reden heb ik het idee dat Peter van Geffel zijn moordenaar kende… en tot op het laatste moment volkomen heeft vertrouwd.’ Hij zweeg even. ‘En daar komt dan nog bij dat de groep weinig tijd heeft gehad.’

‘Hoezo?’

‘Nou, de tijd van voorbereiding was bijzonder kort. Het kon niet anders. Ga maar na. Pas vanaf het moment waarop de N.V. Van der Bent & Goossens op de hoogte was van het feit dat er een overval op een van haar geldtransporten zou plaatsvinden, kon men met de uitvoering van het plan beginnen. In feite is die tijd natuurlijk nog veel korter geweest, want ik neem beslist niet aan dat de leiding van de maatschappij onmiddellijk de verschillende mogelijkheden heeft ingezien. Het plan zal langzaam zijn gerijpt, van alle kanten overwogen en ten slotte uitgevoerd. Zie je, in het geheel ligt weinig ruimte voor het zoeken, vinden en huren van een professionele moordenaar. Ze staan bij ons nog niet in de beroepengids.’ Hij grijnsde om het enigszins wrange grapje. ‘Nee Dick,’ vervolgde hij hoofdschuddend, ‘geen beroepsmoordenaar, maar een uiterst koelbloedige amateur. Volgens mij geldt voor de schrandere topfunctionarissen van de N.V. Van der Bent & Goossens: de moordenaar is onder ons.’ Vledder staarde somber voor zich uit. In zijn broekzakken waren zijn vuisten gebald en op zijn gezicht lag een verbeten trek. ‘Verdomme De Cock,’ riep hij fel uit, ‘we moeten de moordenaar van Peter van Geffel vinden. Het moet. Dat is onze dure plicht. Niet omwille van ons prestige, ons beroep, of de gerechtigheid, maar…’ Hij stokte.

De Cock keek hem onderzoekend aan. ‘Wat wilde je zeggen, Dick?’

Vledder slikte. ‘Maar omwille van een onschuldige chanteur.’

Het regende.

De Cock had de kraag van zijn duffelse jas omhooggetrokken. Het miezerige, troosteloze weer maakte hem neerslachtig, melancholiek. Zijn humeur had de gevoelige structuur van een barometer. Een diepe depressie miste zijn uitwerking niet. Hij keek opzij naar Vledder, die stevig naast hem liep. De jongen werd hoe langer hoe beter, vond hij. Zijn deductievermogen ging de laatste tijd sterk vooruit en zijn zelfvertrouwen groeide. En vooral dat laatste was voor een beginnend rechercheur heel belangrijk. Het oplossen van misdaden was niet een kwestie van scherpzinnigheid. Volharding en geloof in eigen kunnen waren de voornaamste wapenen.

Hij grijnsde wat voor zich uit.

Overigens bleek een vleugje geluk later altijd de niet te berekenen factor die het uiteindelijke resultaat bepaalde. Zijn gedachten zweefden naar de N.V. Van der Bent & Goossens. Al meer dan vijfentwintig jaar sjouwde hij achter de misdaad aan, maar nog nooit in zijn lange carrière als speurder had hij zo’n vervaarlijke tegenstander gehad. Hij vroeg zich af of hij en Vledder er wel goed aan deden een rechtstreekse aanval te wagen. Misschien werd men onvoorzichtig en overmoedig. Hij dacht aan Peter van Geffel en zijn dood in de duinen en plotseling, midden op de Nieuwe Zijds Kolk, bleef hij staan. Op zijn gezicht vol diepe rimpels lag een peinzende uitdrukking. Vledder, die al een paar passen verder was, draaide zich verbaasd om.

‘Wat is er?’

De Cock veegde de regen uit zijn gezicht. ‘Wat deed Peter om te waarschuwen?’

Vledder liep grinnikend terug. ‘Hij belde.’

‘En wie kreeg hij aan de telefoon?’

De jonge rechercheur haalde zijn schouders op. ‘Vermoedelijk een telefoniste.’

De Cock kauwde enige tijd nadenkend op zijn dikke onderlip. Toen liep hij door. Vledder volgde met een uitdrukking van onbegrip op zijn gezicht. Op de Nieuwe Zijds Voorburgwal stapte De Cock het oude gebouw van De Tijd-Maasbode binnen en vroeg aan de portier, die hij al vele jaren kende, of hij even in zijn hokje mocht bellen.

Het mocht.

De Cock zocht in het telefoonboek naar het nummer van Van der Bent & Goossens. Hij was ervan overtuigd dat Peter het op dezelfde manier had gedaan.

Toen hij het nummer had gevonden, pakte hij de hoorn en draaide het. Pas nadat de bel een paar maal was overgegaan, kwam een heldere vrouwenstem. ‘Met Van der Bent & Goossens.’ De Cock slikte. Met een duistere, wat vreemd verdraaide stem, zei hij: ‘Ikke… ik heb een belangrijke mededeling. Heel belangrijk. Ik zou graag met uw… uw allerhoogste chef willen spreken.’ ‘Waar gaat het over?’

‘Een overval… een overval op een geldtransport.’ Het was even stil aan de andere kant van de lijn.

‘Ik zal u doorverbinden.’

Het duurde een paar seconden. Toen klonk enig gekraak en meldde zich een mannenstem.

‘Van Doornenbosch… met wie spreek ik? Hallo… met wie spreek ik? Hallo…’

De Cock antwoordde niet. Voorzichtig legde hij de hoorn op het toestel terug.

Загрузка...