16

De Cock had de jonge rechercheurs Dick Vledder, Appie Keizer en Fred Prins bij hem thuis uitgenodigd. Hij begreep dat de gruwelijke slotscène op het tuincomplex Nut en Genoegen bij hen meer vragen had opgeroepen, dan beantwoord.

Fred Prins en Appie Keizer hadden onmiddellijk, de bewuste nacht reeds, te kennen gegeven dat ze wel eens wilden weten aan wat voor een affaire ze hadden meegewerkt. Vooral het feit dat de dader een beginnend rechercheur was, had hen verontrust.

De grijze speurder zakte onderuit in zijn leren fauteuil. Hij voelde de spanning van de laatste dagen nog in zijn botten natrillen. Het duurde lang dit keer en het trok maar traag weg.

Hij had het ook nu weer geklaard, maar het was wel op het nippertje.

Hij keek naar de jonge mensen om zich heen en vroeg zich af hoe lang hij het nog kon doen, hoe lang hij lichamelijk en geestelijk nog zoveel weerbaarheid bezat om de immense spanningen van zijn verschrikkelijk beroep te kunnen doorstaan.

De Cock kwam uit zijn fauteuil overeind en pakte een fles cognac Napoleon. Met zichtbaar welbehagen vulde hij daaruit diepbolle glazen en reikte die zijn gasten aan.

Mevrouw De Cock kwam uit de keuken met schalen vol lekkernijen. Ze was een culinair genie dat kon toveren met een oven, een grill en een magnetron. Ze zette de schalen neer, keek naar Vledder en gebaarde in de richting van haar man.

‘Hoe houd je het zo lang met hem uit?’

Vledder glimlachte.

‘Diezelfde vraag kan ik ook u stellen. Soms is hij ondoorgrondelijk. De eindfase van dit onderzoek heeft hij volkomen buiten mij om afgewikkeld.’

Het klonk als een verwijt.

De Cock stak zijn handen naar voren.

‘Ik had geen andere keus,’ sprak hij verontschuldigend. ‘Ik moest de medewerking van moeder Lefeberus afdwingen. Rationeel was dat bijna onmogelijk. Ik kon dat alleen op sentimentele gronden… de relatie die ik vroeger had met haar man… Kareltje Plof. Jij zou bij dat gesprek een storend element zijn geweest.’

Fred Prins glimlachte.

‘Kareltje Plof… Een inbreker?’

De Cock knikte.

‘Ik heb een paar zaken tegen hem behandeld… ook zijn laatste zaak, toen hij bij een brandkastkraak iets te veel dynamiet gebruikte en het leven liet.’

De oude rechercheur wendde zich weer tot Vledder.

‘Mijn tweede obstakel was Richard de Boer, een intelligente jongeman… volgens Jansje Meijer het brein achter de bende van Jeanne d’Arc. Ik stelde hem voor de keus: óf net als de anderen het slachtoffer worden van een moordaanslag, óf met mij in zee gaan.’

Vledder knikte begrijpend.

‘Hij koos voor jou.’

De Cock nam een slok van zijn cognac.

‘Het was niet eenvoudig. Richard de Boer ontkende aanvankelijk iets met de bende van Jeanne d’Arc uitstaande te hebben. Pas toen moeder Lefeberus hem vertelde dat zij via wijlen haar zoon wel beter wist en zich bereid verklaarde om desnoods tijdens een terechtzitting tegen hem te getuigen, capituleerde hij… vroeg garanties en strafvermindering.’

De oude rechercheur schudde zijn hoofd.

‘Die kon ik niet geven. Ik heb hem alleen beloofd, dat ik er met de officier van justitie over wilde praten. Dat heb ik inmiddels gedaan.’

Vledder boog zich naar voren.

‘Richard de Boer moest als lokaas voor de moordenaar dienen… dat begrijp ik. Maar hoe presenteerde jij dat lokaas aan een moordenaar die jij niet kende?’

De Cock leunde in zijn fauteuil achterover.

‘Gabriëlle de Poortere.’

Vledder keek hem niet-begrijpend aan.

‘Gabriëlle de Poortere?’ herhaalde hij onthutst.

De Cock knikte.

‘Zij informeerde de moordenaar. Zij gaf de naam van Richard de Boer door aan haar geliefde.’

‘Stephan van den Berg.’

‘Precies.’

Vledder grinnikte vreugdeloos.

‘Hoe… eh, hoe wist je dat zij dat zou doen… dat zij connecties met de moordenaar had?’

De Cock zuchtte.

‘Ik zal je dat proberen uit te leggen.’

De oude rechercheur boog zich weer naar voren.

‘Marinus Kleijn meldde zich bij ons als vriend van de vermoorde Jeanne van Ark. Hij vertelde heel openhartig en gedetailleerd… en zonder enige terughouding… hoe hij haar tijdens een lift had leren kennen… hoe hij liefde voor die vrouw had opgevat. Nadat Gabriëlle en jij Marinus Kleijn hadden gearresteerd, bleef hij hardnekkig ontkennen. Dat verbaasde mij. Als hij werkelijk de moordenaar van Jeanne van Ark en Benny Lefeberus was, dan had ik van hem een snelle bekentenis verwacht.’

Vledder spreidde zijn handen in verwarring.

‘Die panty’s… die panty’s in zijn nachtkastje.’

De Cock klemde zijn lippen op elkaar.

‘Precies… de panty’s in zijn nachtkastje. Hoe kwamen ze daar? Volgens de theorie van Gabriëlle de Poortere had Marinus Kleijn toen hij, na haar ontsnapping uit de gevangenis in Breda, kleding voor Jeanne van Ark kocht, meerdere panty’s meegenomen. En die panty’s zou hij voor de moorden hebben gebruikt.

Marinus Kleijn zei, dat hij niet wist hoe die panty’s in zijn nachtkastje waren gekomen. Op basis van die ontkenning bekeek ik de kleding van Jeanne van Ark, zoals wij die in haar kamertje op de Wallen hadden aangetroffen. En toen ontdekte ik iets vreemds… De maat van de panty die Jeanne van Ark had gedragen, week aanzienlijk af van de panty’s die wij om de nek van de slachtoffers hadden aangetroffen.’

Vledder zwaaide.

‘De maat van de panty’s uit het nachtkastje klopten daar wel mee. Ik heb dat nagegaan.’

De Cock keek hem vragend aan.

‘Toen Gabriëlle de Poortere de panty’s vond, was jij daar bij?’

Vledder schudde zijn hoofd.

‘Ik was op dat moment in een andere kamer.’

De Cock zweeg even, kauwde op zijn onderlip.

‘Jij nam aan dat het de waarheid was. Dat de panty’s inderdaad uit het nachtkastje van Marinus Kleijn kwamen. Van een toekomstige collega verwacht je ook niet anders dan dat men de waarheid spreekt. Maar ik kreeg argwaan… argwaan jegens Gabriëlle de Poortere… en overwoog de mogelijkheid, dat wellicht zij die panty’s in het nachtkastje van Marinus Kleijn had gelegd… of valselijk beweerde dat zij ze daar had gevonden.’

Appie Keizer reageerde geschokt.

‘Een rotstreek.’

De Cock knikte.

‘Het vinden van die panty’s in het nachtkastje van Marinus Kleijn was de basis van zijn arrestatie en de reden dat hij opgesloten bleef.’

Vledder schudde ongelovig zijn hoofd.

‘Daarom beweerde jij dat hij onschuldig was.’

De Cock zuchtte diep.

‘Mijn argwaan jegens Gabriëlle de Poortere deed een belangrijke vraag opborrelen: waarom bracht zij bewust de verdenking op Marinus Kleijn?

Het enige antwoord dat ik op die vraag kon vinden, was dat zij de ware moordenaar kende en wist welke panty’s hij bij zijn acties gebruikte. Ze wilde de aandacht van hem afleiden.’

De Cock nipte nog eens aan zijn cognac.

‘Ik kreeg de absolute overtuiging van haar ontrouw aan ons vak… aan ons werk… toen zij Marinus Kleijn ook beschuldigde van de moord op Johnny van Maasdam en mij verantwoordelijk achtte voor zijn dood, omdat op mijn aanraden Marinus Kleijn in vrijheid was gesteld. Dat was een kardinale fout van haar. Op het moment dat Johnny van Maasdam werd vermoord, zat Marinus Kleijn nog in zijn cel aan de Warmoesstraat.’

Fred Prins boog zich naar voren.

‘Maar waarom dat alles?’ riep hij vol onbegrip. ‘Wat bezielde Gabriëlle de Poortere en die Stephan van den Berg?’

De Cock streek met beide handen over zijn grijze haren.

‘Gerechtigheid.’

Vledder trok zijn neus omhoog.

‘Gerechtigheid?’ herhaalde hij vol onbegrip.

De Cock knikte.

‘Wij… de politie, justitie, de rechterlijke macht… wij doen het niet zo best meer. Men kan die geluiden zelfs in onze eigen gelederen horen. Het is ook de mening van velen buiten ons korps. De wijze waarop wij werken… de geringe resultaten die wij bereiken… wekken wrevel. Het feit dat vele moordenaars en dieven onbestraft blijven, schept onvrede.

‘Die onvrede heeft gevaarlijke kanten. De roep van jonge mensen: jullie gerechtigheid is de onze niet, klinkt steeds luider. Er zijn jongeren, die een hardere aanpak noodzakelijk vinden om de steeds stijgende criminaliteit het hoofd te bieden. Stephan van den Berg was daar een extreem voorbeeld van. Het feit dat Jeanne van Ark vrij gemakkelijk uit de gevangenis kon ontsnappen en de rest van haar bende onbestraft bleef, deed hem besluiten om een eigen vorm van gerechtigheid te bedrijven.’

Appie Keizer snoof.

‘Hij besloot hen uit te moorden.’

De Cock knikte.

‘Gabriëlle de Poortere was het volkomen met hem eens. Ze hield van de wat onstuimige Stephan van den Berg… Een liefde die tijdens hun opleiding op de rechercheschool was gegroeid. Stephan van den Berg zocht en vond de vriendschap van Benny Lefeberus en raakte via hem bekend met de andere leden van de bende. Hij kende ook Richard de Boer… van gezicht… maar wist niet dat hij in feite de stimulerende kracht was.’

Vledder grijnsde.

‘Dat hoorde hij later van Gabriëlle.’

De Cock glimlachte.

‘Ik heb vanmorgen een tijdlang met Gabriëlle in haar cel zitten praten. Toen Stephan van den Berg vernam dat ik het onderzoek naar de moord op Jeanne van Ark zou leiden, gaf hij Gabriëlle de opdracht om te proberen haar stageperiode aan de Warmoesstraat bij Vledder en mij door te brengen.’

Fred Prins keek hem aan.

‘Waarom?’

‘Om ons tegen te werken.’

Vledder gniffelde.

‘Dat is haar aardig gelukt.’

Appie Keizer vroeg om aandacht.

‘Waarom wilde jij per se dat na de zelfmoord van Stephan van den Berg van mij, Vledder en Fred Prins onmiddellijk een schiethand werd gemaakt?’

‘Om jullie te beschermen.’

Appie Keizer schudde zijn hoofd.

‘Dat vat ik niet. Wij hadden niet geschoten.’

De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi.

‘Er zijn heel veel mensen,’ sprak hij somber, ‘die denken zoals Stephan van den Berg dacht. Misschien wil men later wel een martelaar van die jongen maken. Zulke dingen gebeuren. Daar zijn voorbeelden genoeg van. Het is niet ondenkbaar, dat er een dezer dagen in ons land een groepering opstaat, die beweert dat Stephan van den Berg niet de hand aan zichzelf sloeg, maar door ons werd geëxecuteerd… omwille van zijn ideeën.’

Fred Prins grinnikte.

‘Onzin.’

De Cock keek hem strak aan.

‘Soms is het zinnig om zelfs met onzin rekening te houden.’

De oude rechercheur wreef met duim en wijsvinger in zijn ooghoeken. De uitgebreide uiteenzetting had hem vermoeid. Na minuten van stilte, waarin eenieder het gebeurde overdacht, werd het gesprek algemener. De Cock liet de fles cognac rondgaan en zijn vrouw kwam uit de keuken met nieuwe schalen. De lekkernijen vonden gretig aftrek.

Het was al vrij laat in de avond toen de laatste gasten vertrokken. De Cock liet zich onderuitzakken en schonk zichzelf nog eens in. Zijn vrouw schoof een poef bij en kwam bij hem zitten.

‘Jij bent het niet met de ideeën van Stephan van den Berg eens?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Om misdaad te bestrijden zelf misdadiger worden… daartegen komt mijn geweten in opstand. Het is een heilloze weg, die onherroepelijk leidt naar het oprichten van zogeheten eskaders des doods en alle onrecht en ellende die daaraan is verbonden.’

Mevrouw De Cock schoof nog iets dichterbij.

‘Ze hebben het vanavond niet gevraagd… maar waarom werden alle slachtoffers ontkleed en kregen ze een panty om hun nek?’

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

‘Wanneer ik alerter was geweest, dan had ik dit mysterie veel eerder kunnen ontrafelen. Gabriëlle de Poortere gaf mij de oplossing als het ware op een presenteerblaadje. Terwijl ik voor de klas stond en Stephan van den Berg mijn aandeel in de bestrijding van de misdaad ter discussie stelde, declameerde zij een versregel van Joost van den Vondel: Men smoore ’t wassend quaet bij tijds in zijn geboorte.’

De oude rechercheur zweeg even, peinzend.

‘Stephan van den Berg,’ mompelde hij, ‘liet zich door de bendeleden zelfs Joost noemen. Cynisch.’

De grijze speurder schudde zuchtend zijn hoofd.

‘Ik had de symbolen,’ ging hij verder, ‘onmiddellijk moeten onderkennen. Naakt… voor geboorte.’

‘En de panty’s?’

De Cock grijnsde.

‘Joost van den Vondel dreef in de Warmoesstraat een kousenwinkel.’

Er viel een korte stilte. Mevrouw De Cock keek naar haar man op.

‘Is Gabriëlle de Poortere werkelijk een mooie vrouw?’

‘Heel mooi.’

‘Nooit een moment verliefd op haar geweest?’

De Cock plukte aan het puntje van zijn neus. De accolades rond zijn mond dartelden in een glimlach.

Een schone vrouw en zoete wijn,

die zijn vol heimelijk venijn.’

Mevrouw De Cock lachte.

‘Een kreet van je oude moeder?’

De grijze speurder schudde zijn hoofd.

‘Vader Cats.’

Загрузка...