11

Donald Redstone liet openlijk zijn ergernis blijken. Hij zei tegen Malko. ‘Het heeft maar weinig gescheeld of Irina had er het leven bij ingeschoten. U zou haar beschermen.’

‘Dat heb ik gedaan,’ merkte Malko op. ‘We hadden er niet op gerekend dat er nog meer moordenaars zouden zijn.’

‘U moet het Malko niet kwalijk nemen,’ verzekerde Irina Murray. ‘Hij heeft gedaan wat hij moest doen.’

De Amerikaan telde met een ernstig gezicht langzaam tot tien. Irina Murray zat op een stoel, zonder dat ze haar zwarte, leren jas had uitgetrokken, en de gebeurtenissen hadden sporen op haar gezicht nagelaten.

‘Roman Martsjoek, Evguena Bogdanov, Stephan de Pool en, als ze de kans hadden gekregen, Irina,’ somde Donald Redstone op. ‘En dan u nog. Die mensen deinzen nergens voor terug. En dat allemaal alleen maar om een mislukte operatie te verdoezelen. Dat betekent dat er grote belangen op het spel staan. Heeft die Pool u nog niets kunnen vertellen?’ vroeg hij na een korte stilte aan Irina Murray.

‘Nee, hij was doodsbang. Ik zal zijn ogen mijn leven lang niet meer vergeten.’

‘Huil maar niet te hard om hem,’ merkte de Amerikaan op. ‘Hij was een moordenaar.’

Er viel een stilte. Malko kookte van woede. ‘Ik had die andere moordenaar ook moeten neerschieten en moeten voorkomen dat de Pool uit de kerk zou vluchten.’

De Amerikaan glimlachte ontnuchterd. ‘U hebt Irina gered, dat is al heel wat. Deze gebeurtenissen zullen wel het nodige stof doen opwaaien. Ik hoop dat het spoor niet naar ons toe leidt. Ik denk dat Igor Smesjko morgen wel zal bellen. We zijn in elk geval in een impasse beland. Tenzij het Evgueni Tsjervanienko lukt de eigenaar van de telefoon van die Stephan te vinden.’

‘Ik heb iets naast zijn lichaam gevonden,’ zei Malko, en hij haalde het voorwerp uit zijn zak en legde een telefoon op het bureau van het districtshoofd.

‘Hoe weet u zeker dat die van hem is?’ vroeg de Amerikaan meteen.

‘Omdat ik het toestel heb gebeld,’ legde Malko uit. ‘Nu moeten we het alleen nog aan de praat krijgen.’

‘We zullen proberen de eigenaar aan de hand van het serienummer te vinden,’ zei de Amerikaan. ‘Maar dan moet de provider wel meewerken, en dat is voorlopig uitgesloten. Goed, dat was het voor vandaag. O, Malko, geef me uw Makarov terug. Ik zal u een andere geven. Je weet maar nooit.’

Hij trok een lade open en gaf Malko een gloednieuwe Glock. Die vond dat het nu hoog tijd werd voor ontspanning. Glimlachend keek Malko Irina aan. ‘Irina, ik nodig u uit mee te gaan eten in het beste restaurant van de stad. Om deze ellende even te vergeten.’

De jonge vrouw glimlachte bleek. ‘Dank u. Ik ben heel bang geweest.’


Nikolai Zabotine had van kolonel Gorodnaja een verslag van de gebeurtenissen gekregen. Het belangrijkste was gebeurd. Stephan Oswacim zou zijn mond niet meer opendoen. Onderzoek van zijn lichaam zou nergens toe leiden. Hij had zijn eigen paspoort, wat zou opleveren dat hij een crimineel op de vlucht was. Meer niet. En het lichaam van Bohdan Vokzalna, de berkut die door de agent van de CIA was neergeschoten, zou ook niets prijsgeven. Hij had voor Jan en alleman gewerkt, voor de maffia, voor nachtclubs, van alles had hij gedaan. Hij was door zijn vorige chef, kolonel Gorodnaja, gerekruteerd, maar daar was geen spoor meer van te vinden. Tevreden legde Nikolai Zabotine zijn verslag voor Moskou neer, om vrijwel meteen overeind te schieten. Toen hij de opdracht had gegeven Stephan Oswacim uit de weg te ruimen, had hij erop aangedrongen dat zijn telefoon ook zou worden meegenomen. Maar daarover had kolonel Gorodnaja niets in zijn verslag staan. Meteen belde hij hem op. Het gesprek was kort en de officier van de SBU beloofde het na te gaan. Een halfuur later belde hij Nikolai Zabotine terug. De berkut die de Pool had neergestoken, was vergeten zijn telefoon te pakken. Het was nu te laat om die fout te herstellen. Maar het was van secundair belang. Stephan had hem nooit gebeld en zelf had hij Stephan altijd vanaf nummers gebeld die niet terug te vinden waren. Als de milicija het toestel had gevonden, zouden ze een diepgaand onderzoek moeten doen naar de herkomst ervan, voordat ze zouden ontdekken dat het toestel bij de Russische ambassade vandaan kwam.

Gelukkig was de kans slechts heel klein dat de milicija tot een dergelijk onderzoek zou besluiten. Bovendien had degene die de telefoon had gevonden hem waarschijnlijk zelf gehouden.

Nikolai Zabotine keek naar de kalender die op zijn bureau stond. Nog zes dagen moest hij het volhouden. Tot nu toe was hij zijn tegenstanders telkens een stap voor gebleven, maar de komst van de agent van de CIA verontrustte hem. Hij kende de reputatie van deze agent. Hij had nog nooit een tegenstander onderschat, maar vanwege de politieke impact van deze missie kon hij geen al te directe methodes hanteren.


Irina Murray zag er stralend uit, met licht golvend haar, gekleed in een zwart mantelpakje en in de halsopening van het jasje was een kleurige topje te zien, die haar fantastische borsten als op een presenteerblaadje aanboden. Malko staarde naar de volle, rode mond van de jonge Oekraïense, die bijna te fel was, en hij hief zijn glas champagne. ‘Na zdarovié. We staan quitte.’

‘Quitte? Waarom?’ vroeg ze lachend.

‘Eergisteren heb je, zonder het te weten, mijn leven gered. Vandaag was het mijn beurt. En ik neem het me zelf nog steeds kwalijk dat ik je zo’n risico heb laten lopen.’

Hij schoof het nog nauwelijks aangebroken blik Beluga naar haar toe. De gerant van het Tsarkoié Selo had verbaasd gereageerd toen hij een blik van vijfhonderd gram kaviaar had besteld. Niemand kreeg meer dan honderdvijftig gram op. Maar vanavond wilde Malko grenzeloos genieten. Hij pakte de fles Taittinger Comtes de Champagne Rosé millésimé 1999 en schonk hun flûtes opnieuw vol. Een zachte, folkloristische Oekraïense muziek dreef door de zaal, die halfleeg was. Malko voelde zich heerlijk.

Irina sloeg haar benen over elkaar en alleen al het ritselen van haar kousen deed de adrenaline in zijn aderen spuiten. Ze at voorzichtig van de kaviaar, als een kat. In een plotselinge opwelling van verlangen liet hij een hand onder tafel glijden en legde die op haar door zwart nylon omspannen knie. ‘Ik verlang naar je,’ zei hij.

Irina glimlachte. ‘Dat is lief van je.’

Tot aan het einde van de maaltijd zei ze er verder niets over. Toen ze onder de bewonderende blikken van de Afrikaan in de garderobe uit het Tsarkoié Selo vertrokken, was het blik kaviaar voor twee derde leeg en in de fles Taittinger zat geen druppel meer. Buiten sneeuwde het. Zodra ze in de taxi zaten, duwde Malko haar leren jas open en trok de rok van het mantelpakje omhoog. Tot zijn vingers de naakte huid boven haar kousen vonden.

Irina had gevoel voor erotiek en droeg échte kousen.

Toen ze uitstapten, keek Malko toch uit voorzorg om zich heen. De Glock die hij van Donald Redstone had gekregen, stak achter zijn broekriem, doorgeladen en wel. Zodra ze in zijn kamer waren, pakte Irina de kolf van het pistool met twee vingers beet en gooide het op een stoel. Daarna begon ze Malko uit te kleden, terwijl ze zelf het topje en haar rok aan hield.

Met haar buik naar voren geduwd, tegen de muur geleund, liet ze Malko begaan. Hij pakte haar borsten en schoof het topje omlaag. Toen begon hij ze zacht te masseren. Ze liet zich omlaag glijden en nam hem in haar mond, terwijl ze met omhoog gestoken armen zijn borst streelde. Tot hij een einde maakte aan het voorspel en haar mee naar het bed trok. Al gauw droeg ze niets anders meer dan haar lange kousen, die werden opgehouden door een zwarte jarretelgordel. Ze keek Malko glimlachend aan en zei: ‘Zodra ik je op het vliegveld zag, wist ik dat we in bed zouden belanden.’

Toen hij in haar drong, klauwden Irina’s vingers in de lakens. Malko had zich de hele avond zo moeten inhouden, dat het hem nu moeite kostte niet meteen klaar te komen. Plotseling duwde Irina hem met een vage glimlach van zich af en draaide zich om, haar billen met gekromde rug omhoog stekend. De uitnodiging was overduidelijk. Hij nam haar opnieuw en bij elke stoot kreunde ze. Ze trilde en haar vingers klemden zich in de lakens. Hij nam er de tijd voor en trok zich elke keer bijna geheel uit Irina’s onderbuik terug, om daarna opnieuw in haar te stoten. Na elke stoot pauzeerde hij even en genoot hij van haar prachtige billen, vol en welvend.

Diep in haar begraven, fluisterde hij: ‘Weet je waar ik zin in heb?’

Irina Murray lachte zacht. ‘Niets zeggen, doen.’

Hij trok zich voorzichtig terug en drukte zijn penis tegen de opening tussen haar billen, zo lang mogelijk genietend van dit hemelse moment, denkend aan wat hij binnen enkele seconden ging doen. Toen duwde hij, steeds harder, uit alle macht, tot zijn gespannen penis enkele centimeters in Irina’s billen drong. Het was heerlijk nauw. De ademhaling van de jonge vrouw versnelde slechts iets. Hij stopte, maar met een heel zacht wiegen van haar bekken maakte Irina hem duidelijk dat ze wilde dat hij doorging. Langzaam maar zeker nam hij geheel bezit van haar. Hij kon nauwelijks bewegen, zo nauw was ze. Toen werd haar kringspier soepeler en kon hij vrij in haar bewegen. Ze was plat op haar buik gaan liggen en hij nam haar verticaal, telkens met zijn volle gewicht in haar stotend. Irina begon onder hem te bewegen en te kreunen, tot ze hem telkens met steeds heftigere stoten opving.

Ze baadden beiden in het zweet. Malko hield zich niet langer in en wist niet meer wat hij deed. En toen gilde Irina het uit, haar nagels klauwend door de lakens, en ze kreunde: ‘Ik kom klaar!’

Dat was te veel voor Malko. Hij explodeerde diep in haar billen, haar verpletterend met zijn volle gewicht. Toen bleef ze doodstil liggen, volkomen versuft, bevangen door genot. Morgen was een nieuwe dag.


Donald Redstone gaf Malko de Ukrainia Pravda van die dag. De foto van de in de Heilige-Andreaskathedraal vermoorde priester besloeg de hele breedte van de voorpagina. Die van de moordenaar stond, veel kleiner, onder aan de pagina. Op pagina twee zag hij het lijk van Stephan, dat op de stoep onder aan de helling lag.

‘Hij heette Stephan Oswacim,’ zei het districtshoofd van de CIA. ‘Pool, clandestien Oekraïne binnengekomen. Gezocht in zijn land voor minstens één moord, waarschijnlijk meer.’

‘En hier in Kiev?’

De Amerikaan maakte een cirkel van zijn wijsvinger en duim. ‘Niets. Noppes. Ze weten zelfs niet waar hij woonde. De milicija had nog nooit van hem gehoord. Ze denken dat hij door de maffia is opgevangen. Nergens staat iets over Evguena Bogdanov. Ze schijnen niets te weten over zijn bemoeienis met haar dood. Hij was niet gewapend en hij had maar heel weinig geld bij zich.’

‘Iemand had hem dus het pistool gegeven waarmee hij op mij heeft geschoten en heeft het erna teruggevraagd.’

‘Natuurlijk.’

‘En de telefoon die ik bij hem heb gevonden?’

‘Het geheugen is leeg. We zijn van Kievstar afhankelijk of ze ons de lijst met gevoerde gesprekken willen geven. Voorlopig kan daar geen sprake van zijn.’

‘Ik heb hem in een groene Skoda zien aankomen. Waar is die?’

‘Daar heeft niemand het over. Waarschijnlijk staat hij er nog. Ga er maar eens kijken zodra het donker is…’

‘En de man die ik in de kerk heb neergeschoten?’

‘Een ex-berkut. Die levert ook niets op. Hij woonde alleen in een krot in het oosten van de stad. Dit soort mensen wordt voor van alles en nog wat gebruikt.’

Het klonk allemaal niet erg bemoedigend. ‘Hebben ze het in de krant niet over mij?’ vroeg hij.

‘Ja, natuurlijk. Gelukkig is het signalement dat ze van u geven nogal vaag. De politie denkt dat het om een afrekening tussen criminelen ging.’

‘Heeft Igor Smesjko u niet gebeld?’

‘Nee, maar dat verbaast me niets. Stephan Oswacim was een Poolse crimineel op de vlucht en de ex-berkut gewoon een huurmoordenaar. Op het eerste gezicht hebben ze niets met de zaak-Joesjtsjenko te maken.’

‘We zijn op een dood punt beland,’ concludeerde Malko. ‘De Pool was ons laatste spoor om degenen te vinden die achter het complot tegen Joesjtsjenko zitten. Het zal nu wel rustiger worden. Tenzij ze nog iets proberen te doen vóór de verkiezingen van 26 december.’

‘Wij zijn degenen die een eventuele nieuwe aanslag tegen Viktor Joesjtsjenko moeten zien te voorkomen,’ merkte Donald Redstone op. ‘Evgueni Tsjervanienko zorgt alleen voor zijn persoonlijke veiligheid.’

‘Natuurlijk,’ gaf Malko toe. ‘Maar behalve de auto van Stephan Oswacim en het nummer van de eigenaar van zijn telefoon, hebben we niets, en…’

Het zoemen van zijn eigen telefoon onderbrak hem. Het was de baritonstem van Evgueni Tsjervanienko. ‘Ik heb de kranten gezien,’ zei hij zonder verder commentaar. ‘We moeten praten.’

‘Heeft het u op een idee gebracht?’ vroeg Malko.

‘Niet echt, maar we moeten elkaar spreken. Deze gebeurtenissen zijn niet de reden waarom ik u bel. Bent u absoluut zeker van het nummer van de telefoon dat u me laatst hebt gegeven?’

‘Zo zeker als ik maar kan zijn,’ zei Malko. ‘Waarom?’

‘Ik heb de eigenaar gevonden,’ zei de Oekraïner. ‘Nogal een verrassing. Wanneer u hierheen komt, zal ik het u vertellen.’ Opgetogen verbrak Malko de verbinding. Net op het moment dat alles verloren leek te zijn, gloorde er weer hoop. ‘Ik ga naar Tsjervanienko,’ zei hij tegen Donald Redstone. ‘Misschien is het nog niet afgelopen.’

Загрузка...