14

‘Pajolsk! Pajolsk! Ik wil niet sterven!’

Zich met beide handen aan de rand van vat nummer 3 vastklemmend, zijn lichaam helemaal ondergedompeld in de wodka, smeekte de man die Tatiana had binnengelaten, Igor Baikal om genade. De oligarch had zich intussen aangekleed en stond op de smalle loopbrug rondom de bovenrand van het vat en verpletterde met de hak van zijn voet de rechterhand van zijn slachtoffer. Die zakte half omlaag, met zijn hoofd tot onder het oppervlak. Igor Baikal schopte de andere hand ook los en gromde woedend: ‘Moedak!’

In een laatste poging zocht het slachtoffer naar houvast om zijn hoofd boven de wodka te houden. Zijn mond zat vol alcohol en hij moest hoesten, maar Igor Baikal bukte zich, pakte hem bij zijn haar en hield zijn hoofd onder de vloeistof. Zijn slachtoffer stuiptrekte nog enkele seconden, maar plotseling was ook dat voorbij.

Igor Baikal kwam overeind en keek naar het lichaam dat langzaam op de negenduizend liter wodka wegdreef. Opgelucht liep hij de ladder af. Hij wist heel goed dat zijn portier eigenlijk geen ernstige fout had gemaakt, maar helaas voor hem had Igor Baikal toch iémand nodig om zijn woede op te koelen.


Malko lag languit op bed naar de radio te luisteren, waarop Oekraïense liederen te horen waren. Toen ze hem in het Premier Palace had afgezet, was Tatiana naar vrienden van Vladimir Sevtsjenko gegaan. Malko had een bericht achtergelaten op de telefoonbeantwoorder van Donald Redstone, waarin hij een afspraak voor de volgende ochtend had gemaakt.

Door de wodka en de champagne had hij een zwaar hoofd, maar zijn gedachten waren nog helder.

Zijn gesprek met Igor Baikal had hem één ding duidelijk gemaakt: de daders van het complot tegen Joesjtsjenko waren overtuigd van hun onaantastbaarheid. Een man als Igor Baikal zou nooit zijn positie en fortuin op het spel hebben gezet als hij met zijn daden ook maar enig risico zou hebben gelopen. Maar het was eind december en de verkiezingen naderden, en alle peilingen wezen erop dat Viktor Joesjtsjenko de volgende president van Oekraïne zou worden. En dan werd het tijd voor een grote schoonmaak. Kennelijk hield Igor Baikal geen rekening met deze mogelijkheid. En daar kon maar één verklaring voor zijn: hij was er zeker van dat Viktor Joesjtsjenko geen president zou worden. Er werd dus een nieuwe aanslag op de kandidaat voorbereid. En dat leek onmogelijk, gezien de maatregelen die door zijn veiligheidsdienst waren genomen. Maar Malko wist dat je iemand nooit volledig kon beschermen…

Langzaam viel hij in slaap met deze verontrustende gedachten.


‘Oleg Budynok! Weet u dat zeker?’

Donald Redstone keek Malko vol ongeloof aan. Die kon niets anders doen dan knikken. ‘Die naam heeft Igor Baikal genoemd. Dat was toen hij er nog van overtuigd was dat ik niet levend uit zijn datsja zou komen. Hij had dus geen reden om te liegen. Waarom bent u zo verrast?’

‘Oleg Budynok is het hoofd van het presidentiële bestuursapparaat van Leonid Koetsjma,’ zei de Amerikaan. ‘Een van de machtigste mannen van Oekraïne. Hij schijnt nauwe banden met Rusland te hebben.’

Er viel een korte stilte. Toen herinnerde Malko zich plotseling dat de telefoon van de Oekraïner werd afgeluisterd.

‘Ik denk dat Igor Baikal direct na mijn vertrek Oleg Budynok zal hebben opgebeld.’

‘Dat zullen we gauw genoeg weten,’ zei het districtshoofd. ‘Ik verwacht elk moment een verslag van de gesprekken van gisteravond. Natuurlijk hebben we alleen de nummers, niet de inhoud van de gesprekken. Neem intussen koffie.’

Gedurende een halfuur doodden ze de tijd door over koetjes en kalfjes te praten. Totdat John Muffin, de adjudant van Donald Redstone, met een triomfantelijke glimlach de deur openduwde. Hij legde een dossier op tafel en zei: ‘Donald, dit is zeer interessant.’

Hij sloeg het dossier open en pakte een pagina vol met nummers en aantekeningen. ‘Kijk, gisteren om 21:42 uur heeft Igor Baikal het nummer 0665 495 1106 gebeld. Het gesprek duurde nog geen dertig seconden. Waarschijnlijk heeft hij een boodschap achtergelaten. Een halfuur later belde het nummer hem terug. Nu duurde het gesprek 17 minuten en 34 seconden. Intussen had onze afluisterdienst dat nummer ook afgetapt. Het blijkt dat daarvandaan een Russische mobiel is gebeld, nummer 903 562 8734. Helaas kunnen wie die mobiel niet lokaliseren.’

Malko’s hart bonkte in zijn keel. Dit was een reusachtige stap vooruit. Het Russische nummer was ongetwijfeld van degene die deze hele operatie organiseerde. Natuurlijk moest het belangrijkste nog gebeuren: hem identificeren.

‘We moeten hoe dan ook uitzoeken of het nummer 0665 495 1106 van Oleg Budynok is,’ zei hij.

‘Wacht, dat is nog niet alles,’ vervolgde John Muffin. ‘0665 495 1106 heeft meteen na zijn gesprek met Igor Baikal een andere Oekraïense mobiel gebeld: 044 539 2109.’

Donald Redstone zat op hete kolen. ‘Alleen Evgueni Tsjervanienko kan, dankzij zijn connecties bij Kievstar, erachter komen van wie die nummers zijn. Ik zal hem meteen een bericht sturen.’

‘Goed,’ besloot Malko. ‘Ik ga terug naar het hotel.’


Malko staarde naar buiten, waar een miezerige regen langzaam maar zeker overging in natte sneeuw. Op dat moment ging zijn telefoon. Hij herkende meteen de lage stem van Evgueni Tsjervanienko, de veiligheidsman van Viktor Joesjtsjenko.

‘Kunt u bij me langskomen?’ vroeg hij.

‘Natuurlijk,’ antwoordde Malko. ‘Meteen.’

‘Tak.’

Malko keek op zijn horloge. Tsjervanienko had snel gewerkt, het was net drie uur. Hij belde Tatiana, die op haar kamer op instructies zat te wachten. Ze was een uitstekende ‘babysitter’. De vorige dag had ze laten zien hoe vastberaden ze kon handelen. Ze troffen elkaar in de lobby en Tatiana stapte achter het stuur van de SLK.

Twintig minuten later kwamen ze het hoofdkwartier van de oranjerevolutie binnen. Het wemelde er van de vrijwilligers en leden van ‘Zonen van een vrij Oekraïne’, met hun oranje armbanden. Malko stelde Tatiana voor aan Evgueni Tsjervanienko, die er geen gras over liet groeien en voorlas van een vel papier dat op zijn bureau lag: ‘Het eerste nummer is van Oleg Budynok, hoofd van het presidentiële bestuursapparaat. Hij onderhoudt inderdaad nauwe banden met Igor Baikal, dus het is niet verwonderlijk dat hij hem belt.’

Malko zweeg, hij wilde in dit stadium nog niet vertellen over de link Baikal-Budynok-Oswacim. ‘En het tweede nummer, dat door Budynok is gebeld?’ vroeg hij.

‘Dat is van een zekere Anatoly Girka, een voormalig lid van de speciale eenheid van de SBU, de “Jachtluipaarden”. Hij is al heel lang een lijfwacht van Igor Baikal.’

‘Wat vindt u van dit telefoontje?’

Evgueni Tsjervanienko’s gezicht betrok. ‘Ik weet het niet. Misschien heeft die Anatoly Girka zijn baan aan Budynok te danken en fungeert hij als informant. Dat zijn alleen maar veronderstellingen. Budynok en Baikal trekken al heel lang samen op.’

‘Dank u,’ zei Malko. ‘Ik ga verder met mijn onderzoek en ik houd u op de hoogte.’

Pas toen hij terugreed naar de Amerikaanse ambassade ging er bij Malko een lichtje op. Alles paste precies in elkaar. Hij pakte zijn telefoon en koos snel het nummer van Igor Baikal. De Oekraïner nam vrijwel direct op.

‘Igor,’ zei Malko, nadat hij zich bekend had gemaakt, ‘ik ben niet rancuneus, maar ik denk dat ik je een zeer grote dienst kan bewijzen. Ik wil je spreken. Heel snel, het is in je eigen belang.’

Igor Baikal slaakte een soort geërgerd, sceptisch gebrul. ‘Waarvoor?’

‘Het is in jóúw belang,’ drong Malko aan. ‘Een razborka, zo je wilt…’

‘Goed,’ verzuchtte de Oekraïner.

‘Kom over een uur naar het Premier Palace,’ opperde Malko. ‘Nee, ik kom mijn huis niet uit. Kom maar hier, als je wilt.’ Zijn stem klonk beslist en Malko begreep dat hij hem niet van mening zou kunnen doen veranderen. ‘Goed dan, ik kom naar Osogorki,’ zei hij.

Even later zei hij tegen Tatiana. ‘We gaan terug naar Igor Baikal.’ Ze liet niets blijken. ‘Goed, we hadden hem gisteren moeten ombrengen, dat had ons een rit bespaard.’

‘Ik ga hem niet ombrengen,’ legde Malko uit, ‘maar we moeten wel op onze hoede zijn.’

‘Gaan er nog meer mensen mee?’ vroeg de Russin.

‘Nee.’

‘Goed.’

Ze stopte, stapte uit, deed de kofferbak open en kwam terug met een groot, in een deken gewikkeld voorwerp, dat ze op de achterbank legde.

‘Wat is dat?’ vroeg Malko.

‘Een Pulemyot. Die heb ik geleend.’

Het was een mitrailleur van het Rode Leger met een magazijn voor 52 patronen. Daarbij vergeleken leek de Glock van Malko kinderspeelgoed. Terwijl ze langs de Dnjepr reden, belde Malko Donald Redstone en hij bevestigde in bedekte bewoordingen de identiteit van de eigenaar van de telefoon die door Igor Baikal was gebeld. Daarna vertelde hij de Amerikaan dat ze onderweg waren naar zijn datsja en dat de Oekraïner ervan op de hoogte was.

‘Waarom waag je je opnieuw in het hol van de leeuw?’ vroeg het districtshoofd verbaasd. ‘Gisteravond wilde die vent je vermoorden. Hij zal vandaag toch niet van gedachten zijn veranderd.’

‘Vandaag ben ik erop voorbereid,’ zei Malko. ‘En ik heb een ernstige reden om erheen te gaan, maar daarover kan ik het niet over de telefoon hebben. Bovendien is Tatiana bij me.’

‘Wees voorzichtig,’ zei de Amerikaan.

Malko was achter het stuur van de SLK gaan zitten toen ze nog zo’n drie kilometer van de datsja van Igor Baikal verwijderd waren. Tatiana had de Pulemyot van de achterbank gepakt, het wapen doorgeladen en nu wachtte ze met de mitrailleur dwars op haar knieën kalm af. Malko stopte bij het blauwe hek en toeterde twee keer. Achter de muur was het groenige, platte dak van de datsja en de bovenrand van de okergele muren te zien.

Het hek begon open te schuiven. Meteen stapte Tatiana uit, de Pulemyot tegen haar heup gedrukt, en ze liep achter de auto mee. Malko stopte midden op de parkeerplaats. Niemand te zien, behalve de bewaker in zijn hokje. Het was niet dezelfde als de vorige dag… Tatiana tuurde gespannen de omgeving af. De bewaker kwam uit zijn hokje en zei tegen Malko: ‘Dobredin. Pan Baikal verwacht u. Gaat u naar binnen en loopt u de gang in.’

Malko volgde de instructies op en legde dezelfde weg af als de vorige dag. Tatiana kwam vlak achter hem aan, haar vinger op de trekker van de Pulemyot. Aan het einde van de lange gang kwamen ze in een ronde kamer uit. De kroonluchter aan het vijftien meter hoge plafond brandde en deed het goud op de namaak-Louis-XV-fauteuils glanzen.

Malko duwde de deur naar de salon open. De kamer was leeg. Plotseling ging er achterin een deur open en kwam Anatoly binnen, de man die de vorige avond had geprobeerd Malko in een vat wodka te verdrinken. Hij bleef meteen staan. Tatiana had de Pulemyot al op hem gericht.

‘Waar is Igor Baikal?’ vroeg Malko. ‘Ik heb een afspraak met hem.’ Anatoly keek naar de Pulemyot, toen naar Malko. ‘In zijn slaapkamer,’ zei hij met een matte stem. ‘Hij houdt siësta.’

‘Dan moeten we hem wakker maken. Davai.’

Zonder een woord te zeggen, draaide Anatoly zich om en ging hen voor door een met lila stof beklede gang met prachtige, enigszins erotische gravures uit de achttiende eeuw aan de muren. Hij klopte op een deur van bewerkt hout, maar er kwam geen reactie. Even later draaide zich om. ‘Hij reageert niet, hij zal wel slapen.’

Verbaasd duwde Malko hem opzij en draaide de kruk van de deur om, die openging. Anatoly reageerde geschokt. Met onzekere stem stamelde hij: ‘Hij is altijd woedend wanneer we hem wakker maken.’

‘Toch ga ik dat doen,’ verzekerde Malko hem.

Tatiana draaide iets om haar as en hield haar Pulemyot op de lijfwacht gericht. ‘Achteruit,’ zei ze op droge toon. Doodsbang gleed de Rus langs de muur. Het kleinste salvo van de Pulemyot zou hem al doormidden scheuren.

Het schemerde in de slaapkamer, maar Malko kon een gedaante op het bed zien liggen. Hij liep ernaartoe en bleef toen stokstijf staan. Niemand zou Igor Baikal meer wakker maken. Een kogel in zijn rechteroor had zijn hoofd doorboord. Het kussen lag vol met bloed en hersenweefsel.


Malko streek met zijn hand over het gezicht van de dode. Hij was nog warm. Hij zag een groot pistool op de lakens liggen, waarschijnlijk een Tokarev. Igor Baikal hield hem nog in zijn hand geklemd. Zijn gezicht stond heel kalm, zoals meestal het geval was met doden.

Naast hem op een nachtkastje lag een vergulde telefoon. Malko stak hem in zijn zak voordat hij terugliep naar Tatiana. Die hield Anatoly nog steeds onder schot. De Rus sloeg zijn blik neer toen Malko hem aankeek. ‘Je wist al dat hij dood was?’ vroeg hij.

Anatoly knikte en stamelde: ‘Ik wilde hem waarschuwen dat u er was en toen vond ik hem zo. Hij heeft zelfmoord gepleegd.’

Malko dacht er het zijne van. Igor Baikal was niet iemand die zelfmoord zou plegen. ‘Kom mee de slaapkamer in,’ zei hij.

Anatoly volgde hem, op de hielen gevolgd door Tatiana. Malko pakte zijn telefoon, keek op een stukje papier dat hij uit zijn zak had gehaald en toetste een nummer in. Meteen klonk er een schel muziekje bij Anatoly vandaan, die opschrok, maar zijn telefoon niet pakte.

‘Vooruit, neem op, Anatoly,’ zei Malko op vriendelijke toon.

De lijfwacht deed wat hem werd gevraagd en drukte de telefoon tegen zijn oor. Alleen om de stem van Malko te horen, die twee meter bij hem vandaan stond.

‘Je heet toch Anatoly Girka?’

‘Ja, ja,’ antwoordde de lijfwacht.

‘Je bent gewapend?’

‘Ja.’

‘Haal dat wapen voorzichtig tevoorschijn.’

De lijfwacht gehoorzaamde en haalde een Makarov achter zijn riem vandaan. Hij legde hem op de grond, zonder Malko uit het oog te verliezen.

‘Goed, Anatoly,’ zei hij. ‘Geef me nu je telefoon.’

De lijfwacht gaf hem en Malko stak hem weg, waarna hij naar hem toe liep. ‘Anatoly,’ zei hij, ‘jij hebt je baas, Igor Baikal, “zelfmoord” laten plegen, in opdracht van Oleg Budynok. Ik had Igor laten weten dat ik naar hem toe kwam. Ik denk dat hij de fout heeft gemaakt Budynok te bellen, die daarna onmiddellijk jou weer heeft gebeld, net als gisteravond. Hij had door dat Igor Baikal een risicofactor was geworden, dus gaf hij jou de opdracht hem te doden. Dat heb je gedaan, waarschijnlijk met je eigen pistool. Hij koesterde geen achterdocht jegens jou.’

Anatoly Girka was iets zelfverzekerder geworden. Hij keek Malko met een sluwe blik aan. ‘Dat is allemaal onzin. Ik heb niets gedaan.’

‘Tatiana,’ zei Malko, ‘schiet hem neer.’

De loop van de Pulemyot draaide zijn kant op. Binnen een fractie van een seconde verslapte Anatoly Girka’s gezicht en stamelde hij: ‘Nee, nee, alstublieft!’

‘Goed,’ zei Malko, terwijl hij zijn hand naar Tatiana ophief, ‘dan bel je nu Budynok en zeg je hem dat je zijn opdracht hebt uitgevoerd.’

Hij gaf hem zijn telefoon. Doodsbang toetste Anatoly Girka met een trillende vinger het nummer in. Zodra de verbinding was gemaakt, herhaalde hij wat Malko hem had opgedragen en verbrak de verbinding weer.

‘Zie je,’ merkte Malko op, ‘je kent het nummer van Budynok uit je hoofd.’

Anatoly Girka had het niet meer en hij begreep dat hij in de, val was gelopen. Malko stak zijn hand uit. ‘Geef je telefoon terug.’

De ander gehoorzaamde gelaten. Malko keek hem strak aan. ‘Goed, Anatoly, nu kun je kiezen tussen twee oplossingen: ik’ ga weg en jij blijft hier. Je waarschuwt de milicija en vertelt dat je baas zelfmoord heeft gepleegd. Maar dan zou ik nog’ geen kopeke voor je leven willen geven. Al snel zal iemand, jou op jouw beurt “zelfmoord” laten plegen. Er is in deze zaak geen ruimte voor getuigen.’

Anatoly Girka bleef als verlamd staan.

‘Er is nog een andere oplossing,’ vervolgde Malko. ‘Je gaat met ons mee en helpt ons verder. Ik denk dat dat de enige manier is om het er levend van af te brengen.’

Hij maakte een teken naar Tatiana en ze vertrokken uit de slaapkamer. Ze waren nog niet halverwege of ze hoorden haastige voetstappen in de gang achter zich. Anatoly Girka kwam naar hen toe rennen.

Malko kon wel juichen. Voor het eerst sinds hij in Kiev was, boekte hij een overwinning. De tegenaanval begon goed.

Ze stapten gedrieën in de SLK, Anatoly Girka achterin, en ze zeiden geen woord meer tot ze bij de Amerikaanse ambassade waren, waar ze regelrecht naar het kantoor van Donald Redstone gingen. Het districtshoofd reageerde verbaasd toen hij Anatoly Girka zag. ‘Wie is dat?’

‘Anatoly Girka was een van de lijfwachten van Igor Baikal. Hij heeft hem een uur geleden een kogel door het hoofd geschoten, in opdracht van Oleg Budynok. Hij zal het u allemaal wel uitleggen.’

Загрузка...