13

Igor Baikal stond log op en liep naar de jacuzzi, zijn arm om het middel van Ioulia geslagen. Alsof Malko’s vraag geheel onbelangrijk was. Alyona keek Malko met een vochtige blik aan en stelde voor: ‘Zullen we ook gaan?’

Ze nam een aangebroken fles Taittinger en twee flûtes mee en stapte als eerste in het borrelende water. Met gesloten ogen liet Igor Baikal zich door Ioulia masseren. Het heerlijk warme water en de champagne deden Malko de precaire situatie even vergeten. Hij vroeg zich af hoe zijn gastheer hem uit de weg zou ruimen. De twee ‘masseuses’ boden hem voorlopig nog enige mate van bescherming. Hij probeerde te bedenken hoe hij uit deze val moest ontsnappen. De twee gorilla’s die hem hadden binnengelaten, stonden vast en zeker buiten op wacht en het uiterlijk ontspannen gedrag van Igor Baikal moest slechts schijn zijn. Hij had deze slag voorbereid en genoot nu ten koste van Malko. En God mocht weten waar Tatiana was… Een schaterend lachen deed hem opkijken. Ioulia speelde duikbootje en had haar gezicht in de zijden onderbroek van de Oekraïner gestoken, die dat heel grappig vond. Gedachteloos dronk Malko van de flûte Taittinger die Alyona hem gaf. In deze warme omgeving, overgoten door de champagne, kostte het Malko moeite zijn gedachten bij de realiteit te houden. De schorre stem van Igor Baikal deed hem opschrikken.

‘Heb je me verder niets te vragen?’ vroeg hij op geïnteresseerde toon.

Malko glimlachte geforceerd. ‘Nee, het belangrijkste weet ik nu. En ik vermaak me hier uitstekend. Kan je chauffeur me straks trouwens terug naar de stad brengen, wanneer we deze heerlijke Iraanse kaviaar op hebben?’

Aan de blik van Igor Baikal zag Malko dat deze vraag hem verraste, maar hij herstelde zich snel en zei ruw tegen de twee meisjes: ‘Goed, we moeten praten. Wegwezen, jullie.’

Dat lieten ze zich geen twee keer zeggen en ze sprongen letterlijk uit de jacuzzi en verdwenen de kamer uit.

Zodra ze alleen waren, rekte Igor Baikal zich uit en zei op een bijna speelse toon tegen Malko: ‘We eten kaviaar, drinken champagne en wodka, en dan…’

Hij maakte een vaag gebaar waar hij van alles mee zou kunnen bedoelen. Malko hield hem strak in de gaten. ‘En wat dan, Igor?’

Het gezicht van de Oekraïner betrok. ‘Ne pizdi! Dat weet je heel goed.’

‘Vermoord je me?’

‘Laten we zeggen dat je niet naar de stad terugkeert,’ zei Igor Baikal.

Met zijn armen op de rand van de jacuzzi leunend, zijn behaarde borst half uit het water, keek hij Malko zelfverzekerd aan.

‘Igor,’ merkte Malko op, ‘je weet heel goed wié ik ben en voor wié ik werk.’

‘Ameriki.’

‘Inderdaad,’ beaamde Malko. ‘Hun vertegenwoordiger in Kiev weet dat ik hier bij jou ben. Als ik niet terugkom, kan dat veel stof doen opwaaien. Heel veel stof.’

Igor Baikal veegde zijn argumenten met een handbeweging weg en glimlachend zei hij: Nitsjevo, niemand weet dat je hier bent. Want niemand heeft je kunnen volgen. En als er problemen van komen, regelen mijn vrienden dat wel. Zij zullen nog heel lang aan de macht blijven.’

Hij geloofde kennelijk niet in een overwinning van Viktor Joesjtsjenko.

Malko vroeg zich af of dat bluf was of dat hij meer wist. Hij liet zich niet van de wijs brengen door dit bijna amicale gebabbel, dat een realiteit verborg die heel wat harder was. Igor Baikal had hem in de val gelokt om hem uit de weg te ruimen en niet om hem informatie te geven. Toch ging hij op dezelfde luchtige toon verder en zei: ‘Zelfs als je vrienden aan de macht blijven en je beschermen, zal de organisatie waartoe ik behoor, mijn verdwijning niet zomaar op zich laten zitten. George W. Bush is zojuist herkozen en je weet dat ze hun methoden alleen maar hebben aangescherpt. Het zou heel goed kunnen dat je op een dag de deur uit gaat en voor een heel lange tijd in Guantánamo terechtkomt.’

Die bedreiging leek geen indruk te maken op de Oekraïner. Hij nam een enorme hap kaviaar, gevolgd door een slok whisky, voordat hij antwoordde. ‘Al mijn belangrijke besprekingen houd ik hier,’ legde hij uit, ‘en hier heb ik niets te vrezen. Bovendien kom ik nooit het land uit, in tegenstelling tot onze vriend Volodia. En in Oekraïne zal niemand een vinger naar me uitsteken. Weet je, tijdens zijn laatste bezoek had ik de eer samen met Vladimir Poetin te dineren. En generaal Ratko Mladic wordt al ácht jaar door de Ameriki gezocht. En die idioot Bin Laden kunnen ze al négen jaar niet te pakken krijgen. Kom, waar zou ik me ongerust over moeten maken?’ Hij moest stalen zenuwen hebben. Malko moest tijd zien te winnen. Zolang hij niet lag te weken op de bodem van een vat wodka, was er nog hoop. Hij hief zijn glas en zei op uitdagende toon tegen Igor Baikal: ‘Na zdarovié! Op Volodia, die het mogelijk heeft gemaakt dat we elkaar hebben ontmoet.’

De Oekraïner leek deze zwarte humor wel te kunnen waarderen en barstte in lachen uit. ‘Bravo,’ riep hij uit. ‘Je bent een echte vriend van Volodia.’

‘Igor,’ vroeg Malko, ‘waarom laat een man als jij zich met deze kwestie in? Je weet heel goed dat Stephan Oswacim een onbelangrijk moordenaartje was.’

De Oekraïner kneep zijn ogen iets samen en antwoordde: ‘Dat interesseert me niet. Wanneer een vriend me om een gunst vraagt, doe ik dat. Kijk, Volodia heeft gevraagd je te ontvangen, en ik ontvang je als een prins: mijn beste wodka, mijn beste champagne, mijn beste kaviaar en wanneer je zin hebt in de lieve Alyona, kan ze je pijpen en kun je haar aan alle kanten nemen die je maar wilt.’

Zelf kon hij ook uit de voeten met zwarte humor.

‘Je ziet, ik had je meteen kunnen doden voordat je een voet in deze ruimte zou zetten, maar ik respecteer Volodia. Dat zou niet netjes zijn geweest.’

‘Toch vermoord je me,’ bracht Malko daartegenin.

De Oekraïner maakte een spijtig gebaar. ‘Ja, want een andere vriend heeft me daarom gevraagd. Een heel machtige vriend die ik niets kan weigeren. Ik weet niet wat hij tegen je heeft, dat is zijn probleem. Kom, laten we het daar niet langer over hebben, laten we van het leven genieten.’


Met opeengeklemde kaken reed Tatiana Mikhailova langzaam de Sadovaboulevard af, die kaarsrecht door Osogorki liep. Hier hadden alle oligarchen hun datsja. Maar er stonden er tientallen, allemaal omgeven door hoge muren met hekken die werden bewaakt met schijnwerpers en camera’s. Nergens stonden namen en er waren geen intercoms of ingangen voor voetgangers.

Nadat Tatiana was afgeschud door de auto die Malko had opgehaald, had de jonge Russin snel haar conclusies getrokken: als het op deze manier ging, betekende dat, dat Malko in gevaar was. Ze had Vladimir Sevtsjenko gebeld en hem de situatie uitgelegd. Die had haar meteen naar het kantoortje gestuurd dat hij nog in een vleugel van Hotel Ukrainia had. Daar had Tatiana een koffer gekregen met alles wat ze nodig had om zich te verdedigen en de sleutel van een Mercedes SLK die in de parkeergarage van het hotel stond.

Toen had het haar een tiental telefoontjes gekost om erachter te komen dat Igor Baikal een datsja ergens in Osogorki had, op de Sadovaboulevard.

Meer niet.

Nadat ze enkele kilometers had gereden, zonder dat ze de datsja van Igor Baikal tussen de andere, die allemaal op elkaar leken, had gevonden, kwam ze aan bij het zuidelijke uiteinde van de Sadovaboulevard. Ze wilde al keren, toen ze een lichtje zag. Het eerste teken van leven sinds het begin van haar reis. Iets bij de weg vandaan lag een kruidenierswinkel. Tatiana stopte voor de deur en ging de piepkleine winkel binnen. De oude, knorrig uitziende man achter de kassa, met een oude, zwarte pet op zijn hoofd, bekeek vol bewondering de jas van sabelbont.

‘Dobrevece,’ zei Tatiana. ‘Ik word bij Igor Baikal verwacht, maar ik kan zijn datsja niet vinden. Kun jij me zeggen waar het is?’

De blik van de oude man werd achterdochtig. ‘Heb je zijn telefoonnummer niet?’

‘Nee.’

Hij pakte een schrift en begon het mompelend door te bladeren. ‘Wacht, kindje, hier heb ik het ergens staan. Ik lever al zijn groenten. Ze komen je wel halen. Ah, hier is het.’

Hij had zijn hand al op zijn telefoon toen Tatiana met een kalme stem zei: ‘Niet bellen. Zeg alleen waar zijn datsja is.’

De oude man met de pet aarzelde en bekeek de bezoekster. Tatiana haalde een biljet van vijftig hrivna uit een zak van de bontjas en legde dat glimlachend op de toonbank. ‘Je hoeft me alleen maar te zéggen waar de datsja is. Ik ga er alleen heen.’

De kruidenier keek naar het biljet, stak zijn hand uit, maar stopte toen. ‘Je mag hem niet zeggen dat ik het je heb verteld,’ zei hij op smekende toon. ‘Hij houdt niet van indiscrete mensen.’

‘Ik zal hem niets zeggen,’ beloofde Tatiana.

De kruidenier pakte het biljet en zei heel snel, alsof het een staatsgeheim was: ‘Op nummer 123-127 aan de Sadova, vijf kilometer verderop. Rechts, wanneer je naar het noorden rijdt. Een blauw hek. Als ze je verwachten, moet je twee keer toeteren. Dat is het teken om het open te laten gaan. Zo doe ik het wanneer ik iets ga afleveren.’

‘Spassiba,’ zei Tatiana en ze liep de winkel uit.

Binnen enkele stappen was ze bij de SLK, en ze wilde al achter het stuur stappen, toen ze in een opwelling omkeek.

Door het raam van de deur van de kruidenier zag ze de oude man met zijn telefoon in zijn hand staan. Hij toetste een nummer in. Hij kreeg de tijd niet het af te maken. Tatiana stormde naar binnen, trok een pistool uit de zak van haar bontjas en met gestrekte arm richtte ze op het hoofd van de kruidenier en haalde de trekker over, net op het moment dat hij opkeek. De kogel drong vlak onder zijn linkeroog binnen. Gedurende een fractie van een seconde bleef hij doodstil staan, toen liet hij de telefoon vallen en zakte hij achter zijn kassa in elkaar.

Tatiana Mikhailova boog voorover en schoot, opnieuw met vrijwel gestrekte arm, nog een kogel in het hoofd.

Toen keerde ze terug naar de SLK, blij dat ze had voorzien wat die idiote winkelier van plan was. Om in een goed blaadje bij Igor Baikal te komen, was hij zo dom geweest zijn leven te verspelen. Tatiana had geen spijt van wat ze had gedaan. Haar enige kans om Malko te hulp te komen, als hij nog leefde, was het element van verrassing. Wanneer Igor Baikal van haar komst op de hoogte zou zijn, zou hij haar geen schijn van kans geven. Ze zou niet eens de datsja binnenkomen. Ze keerde en reed langzaam over de Sadovaboulevard terug, tot ze in haar koplampen een blauw bordje langs de kant van de weg zag met ‘123-127’. Tien meter verderop zag ze een hek, eveneens blauw, in een muur van grote betonplaten. Het viel niet echt op. Aan beide kanten stonden camera’s op masten op de muur, zodat te zien was wie er voor het hek stond. Tatiana minderde geen vaart en reed door in de richting van Kiev. Twee kilometer verderop keerde ze en reed opnieuw de Sadovaboulevard in zuidelijke richting af. Wanneer ze voor de datsja van Igor Baikal stopte, zou ze beslist door de camera’s worden bekeken. Dan was het verstandiger dat het leek of ze uit Kiev kwam.

Enkele minuten later beschenen haar koplampen het blauwe hek. Ze remde af, stopte en toeterde twee keer, haar voet weifelend boven het gaspedaal. Wanneer het hek niet werd opengedaan, zou ze proberen het te forceren. Ze had geen tijd om in Kiev hulp te gaan halen.

Tatiana telde de seconden af. Bij zes begon het hek geruisloos open te schuiven. Ze moest zichzelf dwingen heel langzaam het terrein op te rijden en ze parkeerde naast enkele andere auto’s Links zag ze een wachthokje met een raam, waar zeker de bewaker zat die voor haar had opengedaan. Kalm kwam hij naar buiten en vroeg: ‘Hoe heet u?’

Tatiana liep naar hem toe. ‘Tatiana Mikhailova,’ zei ze. ‘Breng me naar Igor Baikal.’

‘Ik moet hem eerst waarschuwen,’ antwoordde de bewaker. Hij keerde zich om om terug naar zijn wachthokje te gaan, toen Tatiana de loop van haar pistool in zijn rug drukte. ‘Ik ga hem verrassen,’ zei ze. ‘Breng me naar hem toe.’


‘Anatoly! Niko! Za rabote!’

Twee krachtpatsers kwamen de kamer binnen. Igor Baikal, nog steeds in zijn badjas, glimlachte niet meer.

Malko was de jacuzzi uit gekomen en had ook zijn badjas weer aangetrokken. Hij voelde zich koud als graniet, scherp, met slechts een zweem van paniek, die hij hoopte tot op het laatste moment te kunnen verhullen. Igor Baikal had niet verteld hoe hij zich van hem wilde ontdoen, maar de door Vladimir Sevtsjenko beschreven methode klonk heel aannemelijk. Ze zouden hem verdrinken in een vat whisky. Voor iemand die zo gesteld was op deze drank, was dat de ironie van het lot. De gedachten tolden door zijn hoofd. Hij probeerde zich voor te houden dat hij een goed leven had gehad en dat er aan alles een einde kwam, maar het lukte hem niet zichzelf te overtuigen. De twee krachtpatsers kwamen naar hem toe.

‘Do svidania,’ zei Igor Baikal. ‘Ik zal tegen Volodia zeggen dat je een goede Kozak zou zijn geweest.’

Zijn stem klonk onaangedaan, onverschillig. Toen hij de twee beulen een teken had gegeven, liep hij met logge passen naar de deur die in de gang uitkwam.

Gedurende enkele seconden bleef Malko als verstijfd staan, wanhopig op zoek naar een manier om aan zijn lot te ontkomen.

Tevergeefs.

Anatoly en Niko namen hem tussen zich in en pakten hem elk bij een pols beet, waarna ze zijn armen op zijn rug draaiden en hem daar vervolgens aan optilden. Een methode die ze bij de KGB of aanverwante diensten moesten hebben geleerd en bekendstond onder de naam ‘standje kippenvleugels’. Dubbelgevouwen, met zijn gezicht naar de grond gericht, viel Malko bijna flauw van de pijn in zijn gemartelde schouderspieren.

De twee mannen waren geen gewone klusjesmannen: ze moesten een gespecialiseerde opleiding hebben gevolgd bij een van de afdelingen van de KGB. Het lukte Malko iets overeind te komen. Hij werd door een ijskoude gang gesleurd, die eindeloos lang leek te zijn, naar een groen geschilderde, ijzeren deur. Een van de mannen schopte hem met zijn voet open en duwde Malko naar binnen.

Ze kwamen uit in een reusachtige ruimte van wel honderd meter lang, die werd verlicht door schijnwerpers die aan de plafondbalken hingen. Langs de linkermuur stonden rijen vaten van wel tienduizend liter elk, met elkaar verbonden via buizen. Eromheen liepen zinken goten. De twee mannen trokken hem mee naar het derde vat en lieten zijn armen zakken, maar zijn polsen lieten ze niet los. Malko kon een bordje lezen dat op de zijkant van het vat zat. Er zat wodka in, het vat was gevuld op 14 februari 2004 en de inhoud was 9800 liter.

Via een metalen ladder kon je boven op het vat komen. ‘Vooruit, uittrekken,’ zei Anatoly.

Hij trok ruw aan de kraag van Malko’s badjas en binnen een oogwenk droeg die alleen nog een slipje. De tweede beul zei toen: Of je klimt braaf de ladder op en we doen het zachtjes, of we slaan je neer.’

Hij had een groot, automatisch pistool gepakt dat hij bij de loop beet hield Malko’s instinct om te overleven zei hij dat elke seconde extra telde. Hij rilde, de temperatuur moest er slechts enkele graden boven nul zijn. Hij pakte de ladder beet en begon tegen het vat omhoog te klimmen.

‘Mooi,’ gromde Anatoly, die klaarstond om achter hem aan te komen.

Malko was ongeveer halverwege toen er hard een deur dichtsloeg. Hij keek om en wat hij zag deed zijn hartslag binnen een fractie van een seconde naar de 200 schieten.

Igor Baikal was de ruimte binnengekomen en het was of hij met tegenzin naar hen toe liep.

De verklaring voor dit vreemde gedrag was duidelijk: Tatiana Mikhailova drukte met gestrekte arm de loop van een automatisch pistool tegen zijn hoofd en dwong hem door te lopen.


Igor Baikal stikte van woede. Hij was machteloos. Hij was in de gang naar zijn slaapkamer oog in oog komen te staan met Tatiana Mikhailova. Ontsnappen was onmogelijk. De opzijgeschoven veiligheidspal en de ijzige blik in de ogen van de prachtige Russin zeiden genoeg. Hoe hij zijn hersenen ook pijnigde, hij begreep niet hoe ze zijn datsja was binnengekomen.

Vanuit zijn ooghoek nam hij de situatie in zich op en hij onderdrukte een zucht van opluchting: zijn ‘gast’ leefde nog. Zo niet, dan was hij ervan overtuigd dat de vrouw die hem bedreigde ter plekke een kogel door zijn hoofd zou hebben geschoten. Gedurende enkele seconden bleef iedereen stokstijf staan. Malko, die zich vasthield aan de ladder, de twee lijfwachten en het stel Igor Baikal-Tatiana. Toen zei de Russin droog: ‘Zeg tegen die kerels dat ze opzij moeten gaan en op hun buik gaan liggen. En gauw!’

Met een scherpe stem riep Igor Baikal: ‘Anatoly! Niko! Doe wat ze zegt.’

Gehoorzaam stapten de twee mannen bij Malko vandaan en gingen op de grond liggen. Malko kwam de ladder af, trok de badjas aan en liep naar Tatiana, die de loop van het pistool nog steeds tegen Igor Baikals hoofd gedrukt hield. Malko zag dat de Russin haar vinger om de trekker van het wapen kromde. ‘Wacht,’ zei hij.

Tatiana draaide haar hoofd iets naar hem toe. Wil je het zelf doen?’

Igor Baikal wachtte lijkbleek af, als aan de grond genageld. ‘Nee,’ zei Malko, ‘we gaan naar buiten.’

Vol onbegrip keek Tatiana hem aan, maar ze sprak hem niet tegen. ‘Goed dan.’

Ze stapte opzij, liep om Igor Baikal heen, maar hield de loop van het pistool tegen zijn nek gedrukt. Een lichte druk en de Oekraïner begon als een automaat te lopen. Anatoly en Niko bleven op de grond liggen en durfden geen vinger uit te steken, bang dat hun baas dan zou worden vermoord. Toen ze in de kamer met de jacuzzi kwamen, kleedde Malko zich aan. Hij zag de Glock liggen en borg hem op, nadat hij de patroonhouder in het wapen had geschoven.

Toen liep Malko naar Igor Baikal toe, die woedend had toegekeken. Vreemd, hij voelde geen haat jegens hem, terwijl hij Malko had willen dwingen in het vat met wodka te springen of hem anders gewoon een kogel door zijn hoofd zou hebben laten schieten. ‘Igor,’ zei hij, ‘bedankt voor je gastvrijheid. Je hebt me de informatie gegeven waarnaar ik op zoek was. En de kaviaar was uitstekend.’

Igor Baikal keek hem vol ongeloof aan. Ne pizdi! Schiet een kogel door mijn hoofd en maak een einde aan dit spelletje.’ Hij geloofde duidelijk geen moment dat Malko hem zou sparen. Stevig op zijn benen staand, met iets hangende schouders, maar met een heldere stem en een zelfverzekerde blik wachtte hij op de dood.

‘Davai,’ besloot Malko. ‘Laat ons uit.’


Pas toen ze enkele honderden meters gereden hadden, kon Malko weer normaal denken. Hij keek op zijn Breitling: bijna negen uur. Hij voelde zich volkomen leeg. ‘Hoe ben je binnengekomen?’ vroeg hij aan Tatiana.

Ze legde het hem uit.

‘Ik zal tegen Volodia zeggen dat je fantastisch werk hebt geleverd,’ zei hij, onder de indruk van de moed van de jonge vrouw.

Eindelijk begon hij zich te ontspannen. Igor Baikal zou meteen na hun vertrek wel naar de telefoon zijn gerend. Malko vroeg zich af hoe hij Oleg Budynok zou uitleggen dat hij zijn naam aan de CIA had gegeven.

Hoewel hij zich leeg voelde, had hij geen spijt van deze avond, die zonder Tatiana slecht zou zijn afgelopen. ‘Je was net op tijd,’ zei hij tegen de jonge vrouw.

‘Wanneer ik te laat zou zijn gekomen,’ zei ze zonder enige emotie, ‘zou Volodia het me ernstig kwalijk hebben genomen.’

Загрузка...