19

Alexander Peremogy liep gehaast naar de Frunzestraat, waar hij een taxi kon nemen. Op deze zondag, tweede kerstdag, waren de straten verlaten en hij moest enkele minuten wachten tot er een auto stopte. Hij voelde zich uitstekend op zijn gemak, hoewel het vandaag de dag was. Vooral omdat hij geheel achter de zaak stond. Bovendien had het hem goed gedaan Nikolai Zabotine terug te zien.

Hij was nog even opgetogen toen hij bij het Premier Palace uitstapte. De portier, die zijn gezicht kende, groette hem met een knik van zijn hoofd en Alexander Peremogy liep regelrecht naar de eerste verdieping. Zijn plan was eenvoudig: hij zou, net als elke dag, eerst naar de fitnessclub gaan, daarna naar het restaurant op de achtste verdieping, vervolgens de bar op de eerste, en hij zou zijn gezicht ook nog eens bij de kleine receptie laten zien. Niemand maakte er nog een probleem van wanneer de lift voor hem moest worden geopend om naar de achtste verdieping te gaan. Wanneer hij eenmaal in de lift was, kon hij eenvoudig een andere knop indrukken en naar een andere verdieping gaan.

De volgende stap was simpel: hij zou aankloppen op de deur van de kamer van zijn slachtoffer. Als die niet opendeed, zou hij zich verbergen en op zijn terugkomst wachten. Als hij wel opendeed, zou het binnen enkele tellen voorbij zijn. Dan zou hij naar beneden gaan en vertrekken, zonder ooit nog in het hotel terug te komen.

De man van de fitnessclub gaf hem een handdoek en maakte een praatje met hem. Hij was de eerste klant van de dag. Alexander Peremogy ging aan de rand van het grote zwembad zitten, nadat hij zijn spullen in een kastje had opgeborgen.

Hij besefte dat hij voorlopig niet meer zo’n luxe zou meemaken.


Malko had de avond ervoor met Irina Murray in een levendig, lawaaiig Oekraïens restaurant gegeten. Ze waren heel laat naar bed gegaan, zelfs zonder de liefde to bedrijven. Hij werd als eerste wakker en zag in het halfduister de gedaante van de nog slapende, jonge vrouw. Ze lag met haar rug naar hem toe. Hij streelde haar heup en ze bewoog iets, zonder wakker to worden. Hij drukte zich tegen haar aan om warm to blijven en algauw voelde hij zijn verlangen ontwaken. Tot laat die middag had hij toch niets to doen, zodat hij het er in alle rust van kon nemen. Langzaam maar zeker groeide zijn verlangen, en dat merkte Irina. Traag, nog half in slaap, draaide ze zich om en nam voorzichtig zijn erectie in haar mond, zoals een baby een speen pakt. Bijna zonder haar hoofd to bewegen maakte ze spelende bewegingen met haar tong. Algauw begon Malko to kreunen en verlangde hij naar iets anders: haar nemen. Toen hij zich losmaakte, knielde ze uit zichzelf voor hem neer op de lakens, met opgeheven billen. Het was duidelijk wat ze wilde.

Toen Malko in haar kwam, was het of ze met kokende honing gevuld was. Hij nam Irina met één stoot tot diep in haar buik en haar bij haar heupen vasthoudend, begon hij been en weer to bewegen. Tot hij met een kreet, die hij niet kon onderdrukken, klaarkwam, meteen daarna gevolgd door de jonge vrouw.

Zullen we boven ontbijten en daarna naar de jacuzzi gaan?’ stelde Irina voor. ‘Je hebt vandaag toch nets to doen?’

‘Vanmorgen niet,’ antwoordde Malko.

Hij wachtte nog op nieuws van zijn informant, maar daarvoor kon hij in het hotel blijven. De ontbijtzaal was vrijwel leeg en ze waren gauw klaar. In de fitnessclub ging Malko meteen naar de zaal met het zwembad en de jacuzzi, die hij aanzette, terwijl Irina naar de dameskleedkamer ging om haar bikini aan to trekken.

De club was bijna leeg, op een oudere man na die op de rand van het zwembad zat. Malko liet zich loom in het warme water glijden en genoot met gesloten ogen van de massage door de waterstralen van de jacuzzi.


Alexander Peremogy’s hart ging sneller kloppen toen hij de man die hij moest doden, het zwembad zag binnenkomen. Hij had nooit gedacht dat hij zo veel geluk zou hebben! Hij bleef doodstil zitten en bekeek zijn slachtoffer vanuit zijn ooghoek. De agent van de CIA zat met zijn rug naar hem toe in de jacuzzi. Zijn hoofd stak net boven de rand uit.

Hij zou nooit zo’n mooie kans krijgen. Kalm stond hij op, sloeg een handdoek om en liep kalm naar de herenkleedkamer. Zijn slachtoffer zag hem niet eens. Bij zijn kastje aangekomen, maakte Alexander Peremogy het zakje open en haalde er het voorwerp uit dat Nikolai Zabotine hem had gegeven: een grote vulpen, een namaak-Montblanc, een model dat was gekozen omdat het vrij dik was. Voorzichtig draaide de Oekraïner de dop los, waaronder een klein gat van ongeveer vier millimeter doorsnede zat.

Hij hoefde maar op de klem te drukken, waarna het gas uit een patroon, die in de pen verborgen zat, met grote kracht het cyaankalipoeder naar buiten zou spuiten. Dit zou meteen door de huid heen dringen en vrijwel direct de ademhalingsorganen verlammen. Natuurlijk mocht de afstand tot het doelwit niet meer dan enkele centimeters zijn. De geheime diensten in de Sovjet-Unie hadden dit gif vaak gebruikt.

Omdat het zou opvallen om met een vulpen het zwembad binnen te gaan, pakte Alexander Peremogy een boek, waaraan hij de valse pen hing, en zo keerde hij terug uit de herenkleedkamer. Nu heel wat gespannener.

De man die hij moest doden, zat nog steeds in de jacuzzi, nu met zijn gezicht naar hem toe gericht.

Hij liep zijn kant op, alsof hij terugkeerde naar zijn plaats aan de rand van het zwembad. De man in het bubbelbad schonk geen enkele aandacht aan hem. Alexander Peremogy nam het boek in zijn linkerhand en hield de pen met zijn rechter vast. Hij was nog maar enkele meters van de jacuzzi en boog iets af om aan de linkerkant te passeren, zodat, wanneer hij zijn rechterarm uitstak, de pen zich op enkele centimeters van het gezicht van zijn slachtoffer zou bevinden.

‘Heb jij de sleutel?’

Een vrouwenstem schetterde in zijn oren! Alexander Peremogy was zo geconcentreerd, dat hij opschrok als een schichtig paard. Hij keek om. De vrouw met het lange, blonde Naar stond vlak achter hem, gekleed in een turkooizen deux-pieces, die weinig van haar prachtige lichaam verborgen liet.

Alexander Peremogy had haar niet uit de dameskleedkamer horen komen. Gedurende een fractie van een seconde staarde hij haar aan, toen draaide hij zich om. De man in de jacuzzi keek de vrouw glimlachend aan, zonder acht op hem to slaan.

‘Die zit in mijn badjas,’ antwoordde hij.

Als verlamd liep Alexander Peremogy door, langs de jacuzzi, zonder er zelfs maar aan to denken de pen in zijn rechterhand to nemen. Zonder verder nog om to kijken, keerde hij terug naar zijn plaats. Het was een volmaakt wapen, maar met een groot nadeel: je kon er slechts één persoon mee doden. Met knikkende knieën ging hij op een ligstoel zitten. Woedend. Het was maar net goed gegaan; bijna had hij zijn slachtoffer in aanwezigheid van een getuige gedood. Zonder wapen om zich van haar to ontdoen.


Irina Murray liet zich tegenover Malko in de jacuzzi zakken en stak haar benen tussen de zijne. ‘Zag je die rare man?’ vroeg ze. ‘Toen ik je riep, schok hij alsof hij door een wesp was gestoken.’

‘O? Weet je het zeker?’ vroeg Malko.

‘Ja, hij leek trouwens kwaad to zijn toen hij me zag. Volgens mij probeerde hij iets to verbergen wat hij in zijn hand had. Het leek wel een vulpen.’

‘Een vulpen!’

Een straal adrenaline spoot door Malko’s aderen. Een vulpenpistool was vroeger een van de gespecialiseerde wapens van de KGB. Hij keek om. De man op wie Irina doelde, lag enkele meters bij hem vandaan op een ligstoel bij de rand van het zwembad. Plotseling besefte hij dat zij de enigen in de club waren. Hij had de man al eerder gezien. Irina’s opmerking verontrustte hem. Hier wilde hij meer van weten. Blijf zitten,’ zei hij tegen de jonge vrouw.

Loom stapte hij uit de jacuzzi, sloeg een handdoek om zijn middel en liep naar de man. Die draaide zijn hoofd naar hem om toen hij hem aan zag komen. Malko glimlachte hem ontspannen toe. ‘Dobredin, gospodine. Ma ik uw pen even lenen? U krijgt hem dadelijk terug.’

De pen lag naast een Russisch boek van Tolstoi op een klein tafeltje. De man keek hem aan of hij hem niet had verstaan en zweeg. Malko herhaalde zijn vraag in het Engels, hoewel hij ervan overtuigd was dat de man Russisch verstond. Deze bleef hem met een vreemde blik aankijken. Kalm stak Malko zijn hand naar de pen uit.

Nu reageerde de onbekende man bliksemsnel. Hij pakte de pen en richtte hem als een wapen op Malko. Die pakte instinctief zijn pols beet en draaide hem weg.

De ander probeerde wanhopig overeind te komen. Plotseling kwam zijn hoofd naar voren en beet hij Malko in zijn arm! Die moest de pen met een kreet van pijn loslaten en deinsde achteruit. Stomverbaasd door deze idiote reactie. Tegelijkertijd viel zijn blik op de punt van de pen en direct schoot zijn hartslag omhoog. Er zat geen schrijfpen aan het uiteinde, alleen een klein, zwart gat. Zonder na te denken, dook Malko boven op de man, die nog op zijn stoel lag, en het lukte hem diens rechterpols met zijn linkerhand beet te pakken. De ander probeerde zijn bedoelingen niet meer te verbergen en deed zijn uiterste best om de pen op het gezicht van Malko te richten. Gelukkig was hij niet zo sterk en het lukte Malko zijn arm weg te buigen en de punt van de pen op het gezicht van zijn tegenstander te richten.

Malko zag de opeengeperste lippen, de starre blik en zijn krampachtig samengeklemde kaken. Hij probeerde zijn pols te verdraaien, om de man zo te dwingen zijn pen los te laten. Plotseling klonk er een klik, gevolgd door een zacht sissen. Het lichaam van de onbekende man schokte en enkele tellen later bood hij geen weerstand meer. Zijn mond hing open en zijn blik werd al troebel, terwijl zijn benen onbeheerst begonnen to schokken.

Zijn vingers lieten de pen los en Malko rook een vage geur van bittere mandelen: cyaankali.

Met bonkend hart kwam hij overeind. De man bewoog niet meer. De pen was op de grond gevallen. Malko bleef er wijselijk met zijn vingers vanaf. Hij liep terug naar de jacuzzi en zie tegen Irina: ‘Kom, we gaan naar boven.’

Ze keek hem verbaasd aan. ‘Maar we zijn er net. Ga jij maar. Ik wil nog even blijven lezen.’

‘jij gaat ook,’ zei Malko op besliste toon. Ik leg het dadelijk wel uit.’

Mokkend kwam Irina eindelijk de jacuzzi uit en liep naar de kleedkamers. Voor de lift troffen ze elkaar weer, maar pas in de cabine legde Malko uit wat er was gebeurd.

‘De man die met ons in de club was, was daar om mij te doden. Als jij er niet was geweest, was hem dat nog gelukt ook.’

‘Hoe dan? Hij was niet gewapend.’

‘Jawel, met een valse vulpen, in werkelijkheid een apparaat om iemand mee to vergiftigen.’

Irina trok bleek weg. ‘Mijn god, dat is vreselijk. Wat is er met hem gebeurd? Heb je hem daar achtergelaten?’

‘Hij is dood. Ik wilde hem ontwapenen en per ongeluk heeft hij zelf het mechanisme in werking gesteld om het gif te laten vrijkomen.’

In zijn kamer belde Malko meteen Donald Redstone en stelde hem op de hoogte. ‘Ik heb hem er laten liggen,’ zei hij. ‘Ik denk dat ze zullen denken dat hij aan een hartaanval is overleden. De geur van cyaankali vervliegt snel. Ik denk niet dat er problemen van zullen komen. Maar toch heb ik mijn vraagtekens. Die man was ik al eerder in het hotel tegengekomen en toen hee8 hij nets geprobeerd. Waarom pas vandaag?’

‘Hebt u geen idee?’

‘Nee,’ moest Malko toegeven. ‘Maar kennelijk vertegenwoordig ik nog een risico in de ogen van degenen die Viktor Joesjtsjenko willen vermoorden. Toch betekent deze moordaanslag dat ze nog steeds proberen de presidentskandidaat uit de weg te ruimen en het bevestigt ook datgene wat Alexei Danilovitsj me heeft verteld. Bovendien weten onze tegenstanders kennelijk niet dat ze zijn verraden en we overal van op de hoogte zijn.’

Nikolai Zabotine was sinds die ochtend nog niet zijn kantoor uit geweest. De ambassade was op zondag gesloten en hij maakte van de rust gebruik door alles nog eens op een rijtje te zetten. Als alles goed ging, zou hij vannacht uit Kiev vertrekken, nadat zijn opdracht was afgerond. Anderen mochten de overwinning vieren. Hij was niet op complimentjes uit en bovendien miste hij Moskou.

Hij keek op de klok, die tegenover hem hing. Twaalf uur. Alexander Peremogy had al iets van zich moeten laten horen. Hij zou bellen om een afspraak te maken om de pen terug te geven en verslag van zijn actie te doen.

Misschien was er iets tussen gekomen? Nikolai Zabotine maakte zich niet ongerust. Hij besloot eerst een hapje te eten en hij liep naar de koelkast waar hij haring en aardappelen uit haalde. Toen schonk hij een glas wodka in en trok hij een biertje open.

Om één uur had Alexander Peremogy nog steeds niet gebeld. Nikolai Zabotine besloot dat hij zijn werkwijze iets moest aanpassen. Er was een eenvoudige manier om zeker te weten of het voormalige lid van de SBU zijn opdracht had uitgevoerd. Hij pakte een Oekraïense telefoon en belde een van zijn handlangers.


Malko’s telefoon ging over. Hij zat naar CNN te kijken en Irina zat in bad. Zijn hartslag schoot omhoog toen hij een mannenstem hoorde zeggen: ‘Alexei Danilovitsj, 29.’

Het was zijn contactpersoon van de SBU’.

‘Hebt u nieuws?’ vroeg Malko.

‘Straks, ik wilde alleen weten of het nummer juist was,’ zei de ander.

‘Goed,’ antwoordde Malko. ‘Wanneer u weer belt, is het nummer 108.’

‘Goed, 108,’ herhaalde de man.

Malko richtte zijn aandacht weer op CNN, maar er bleef toch een vraag in zijn hoofd rondspoken. Waarom had de agent van de SBU hem gebeld, zonder iets te zeggen? Dat was hoogst ongewoon…


‘Ik heb gedaan wat u vroeg,’ zei de Oekraïner tegen Nikolai Zabotine. ‘Hij heeft een nieuwe code gegeven om hem terug te bellen.’

‘Bedankt,’ zei de Rus.

Hij stond perplex. Als de agent van de CIA nog leefde, betekende dat, dat Alexander Peremogy zijn opdracht nog niet had uitgevoerd. Het was bijna twee uur. Het had uiterlijk om één uur achter de rug moeten zijn. Bezorgd stond de Rus op, trok zijn leren jas aan en zette zijn pet op. Hij moest weten wat er was gebeurd. En vooral moest hij de vulpen in handen zien te krijgen. Die zou een gevaarlijke aanwijzing kunnen zijn.

Achter het stuur van zijn onopvallende Lada reed Nikolai Zabotine naar de flat van Alexander Peremogy. Hij klopte en belde aan, maar niemand deed open. Steeds verbaasder stapte hij in zijn auto, die aan de overkant van de weg stond, en wachtte. Een uur later besefte hij dat Alexander Peremogy niet meer zou terugkomen. Voor de zekerheid reed Nikolai Zabotine naar de Tarass-Sevtsjenkoboulevard.

Bij het Premier Palace aangekomen, schrok hij. Er stond een ambulance met blauwe zwaailichten voor de deur.

Hij wachtte even en stapte toen gerustgesteld uit. Het was Alexander Peremogy eindelijk gelukt zijn opdracht uit te voeren. Hij liep naar de ingang van het hotel en vroeg aan de portier: ‘Wat is er gebeurd? Een ongeluk?’

De opgetuigde portier knikte. ‘Ja, een man heeft aan de rand van het zwembad een hartaanval gekregen.’

‘Ernstig?’

‘Ja, hij is dood. Kijk, daar is het lichaam.’

Twee verplegers kwamen de trap af met een brancard waarop een menselijk lichaam lag. Nikolai Zabotine sloeg, als goed orthodox, een kruisteken en vroeg aan een van de verplegers: ‘Ik heb hier een afspraak met een vriend. Mag ik kijken of hij het wel of niet is?’

Onverschillig trok de verpleger een hoek van het laken opzij. Nikolai Zabotine voelde de grond onder zijn voeten wegzakken. Alexander Peremogy leek te slapen.

Het lukte hem nog tegen de verpleger te glimlachen en hem te bedanken. ‘Dank u wel, hij is het.’


Alles was oranje! Wimpels aan de gevels, talloze sjerpen, mutsen en allerlei soorten badges. Op de begane grond stonden de mensen in de rij voor de garderobe. Dit was de avond. De chauffeur van de taxi die Malko en Irina erheen bracht, vroeg nieuwsgierig: ‘Weet u de uitslag al?’

Het leek of heel Kiev op de uitslag van de presidentsverkiezingen zat te wachten. Op het Onafhankelijkheidsplein stonden duizenden aanhangers van de oranjerevolutie voor de reusachtige televisieschermen, waarop afwisselend felle debatten en volksmuziek te zien en te horen waren. Toen hij de trappen naar het kantoor van Viktor Joesjtsjenko op was gelopen, zag Malko de enorme gedaante van Evgueni Tsjervanienko, die hij telefonisch van zijn komst op de hoogte had gebracht. Hij droeg ook een oranje sjerp om zijn stierenschouders. Hij liet Malko en Irina om het magneetpoortje heen binnenkomen en vroeg meteen: ‘Hebt u nieuws?’

‘Ik ben gebeld met de mededeling dat dat nog komt,’ zei Malko.

Ze lieten hun jassen achter in het kantoor. Irina droeg een zwart mantelpakje met vergulde revers waarop een oranje badge pronkte. Zodra ze zich bewoog, was te zien dat haar ronde borsten uit haar beha van zwart kant puilden. Met haar zwarte naadkousen en haar lange, blonde haar, bleef ze niet onopgemerkt. Misschien was dat de reden waarom Tatiana Mikhailova liever in het hotel was gebleven.

Op de eerste verdieping was het een drukte van belang. Behalve van volgelingen van Joesjtsjenko, die dronken waren van de Krimchampagne, bier en hoop voor de toekomst, wemelde het er van de journalisten. Alle stoelen voor het podium waren bezet en veel volgelingen zaten op de grond. Op een podium stonden tientallen camera’s op de held van de dag te wachten. Een enorme kerstboom met oranje ballen stond rechts van het podium te knipperen. Ernaast stonden reusachtige portretten van Viktor Joesjtsjenko, voordat hij was vergiftigd, met eronder de tekst: MIRBAM, ‘vrede zij met jullie’. Een vrouw die eruitzag als een Oekraïense boerin, in een geborduurde jurk en het haar met blonde vlekken om haar hoofd gewikkeld, stond achter de microfoon te schreeuwen. ‘Dat is Yoelia Tymotsjenko, de “Gasprinsess”,’ legde Irina uit, ‘een van de belangrijkste volgelingen van Joesjtsjenko, zijn toekomstige minister-president.’

Yoelia Tymotsjenko had een reusachtig fortuin verdiend met aardgas, al was ze niet altijd even legaal te werk gegaan. Daarvoor had ze in de gevangenis gezeten. Haar partner zat daar nog. Ze was een knappe, donkere vrouw die wist wat ze wilde. Ze had haar haar geblondeerd en droeg het als een boerin.

Toen ze haar toespraak afsloot, volgde er een donderend applaus.

Aan de vele flessen te zien die op de grond lagen, was er al flink op de overwinning gedronken. Een man pakte de microfoon om te zeggen dat Joesjtsjenko in de stad Lviv 73 procent van de stemmen had gekregen, wat opnieuw een donderend applaus tot gevolg had.

Er hing een besef in de lucht dat hier geschiedenis werd gemaakt, net als in november 1989 in Berlijn, tijdens de val van de Muur. Iedereen besefte dat de echte onafhankelijkheid van hun land binnen handbereik lag, nadat ze tachtig jaar onder communistisch en Russisch juk hadden gezucht en veertien jaar theoretische afhankelijkheid.

Irina boog zich naar Malko’s oor en riep: ‘De cijfers zijn nep, alleen om het publiek op te warmen. De tellingen zijn nog lang niet afgerond.’

Het kabaal was zo hevig, dat Malko bijna zijn telefoon niet hoorde gaan. Hij moest de zaal uit en de trap op lopen om de ander te kunnen verstaan.


‘Alexei 108,’ zei de stem van Alexei Danilovitsj.

‘Hebt u nieuws?’ vroeg Malko.

‘Ja. De mannen over wie ik heb verteld, zijn onderweg. Het zijn er vier en ze zijn gewapend. Het nummer van hun auto is 900 15 DN. Ze zullen niet ver meer zijn.’

‘Hoe willen ze binnenkomen?’

‘Ze worden van binnenuit geholpen door een lid van de Zonen van vrij Oekraïne, die een deur achter het podium voor hen zal opendoen.’

‘Weet u hoe hij heet?’

‘Nee. Hij draagt een rood T-shirt met een afbeelding van Viktor Joesjtsjenko op zijn borst.’

‘Is dat alles?’

‘Ja. Ik bel weer wanneer ik meer weet.’

Malko klapte zijn telefoon dicht en liep naar het kantoor van Evgueni Tsjervanienko.

Загрузка...