4

Malko bleef even staan om naar de zee van met oranje vlaggen versierde tenten te kijken, die het wegdek van de Khrestjatik tot aan het Onafhankelijkheidsplein bedekten. Alsof de Champs-Elysées was geblokkeerd.

Op de stoepen waren barakken neergezet waarin eten en drinken voor de tienduizend partizanen van de ‘oranjerevolutie’ te krijgen waren. Ze kampeerden er al sinds november. De majestueuze, natuurstenen gebouwen vormden een vreemd decor. Hij zag de zwarte leren jas van Irina Murray in een klein zijstraatje verdwijnen: de Passage. En kalm ging hij achter haar aan, er alle tijd voor nemend, zodat de vrouw van de CIA de tijd had plaats te nemen en hem zijn slachtoffer aan te wijzen.

Vijf minuten later duwde hij de deur van het Maison du Café open en meteen zag hij op een bankje rechts van de ingang Irina Murray zitten. Voor haar stond een kop koffie en ze zat de Ukrainia Pravda te lezen.

De vrouw die naast haar zat, was ook blond en ze droeg haar haar in vlechten die ze om haar hoofd had gewikkeld, zoals de boerinnen op het Oekraïense platteland. Ze droeg een zonnebril en haar overdreven lange nagels waren groen en bruin gelakt. Ze at met delicate gebaren een gebakje. Zij was dus de vriendin van de arme Evguena Bogdanov.

Malko nam op een ander, L-vormig bankje plaats en bestelde ook koffie. Een kwartier lang gebeurde er niets. Toen vouwde Irina haar krant op, betaalde en stond op, waarbij Malko haar opwindende billen kon bewonderen, voordat die onder de lange jas van zwart leer verdwenen. Zo nu en dan wierp hij een schuine blik op het meisje met de zonnebril, zoals elke man zou doen wanneer hij een mooie vrouw zag. Toch moest hij wachten tot ze haar gebakje op had, waarna ze haar zonnebril afzette en hij haar prachtige, blauwe ogen kon bewonderen. Ze draaide haar hoofd zijn kant op, glimlachte hem discreet toe en vroeg in het Russisch: ‘Ken ik u niet ergens van?’

Bingo. Malko glimlachte terug. ‘O, misschien. Ik kom hier wel vaker. Het bevalt me hier wel. Bent u ook een vaste gast?’

‘Ik vind hun gebak lekker. Ik kom vaak ’s ochtends.’

‘Ik woon niet in Kiev,’ legde Malko uit. ‘Ik ben Oostenrijker, waarnemer van de OSCE voor de verkiezingen. Ik was even terug naar Wenen, maar nu ben ik er weer. Eerlijk gezegd had ik hier een heel mooi meisje ontmoet, Evguena, en ik hoop haar opnieuw te treffen.’

‘Evguena?’ herhaalde de blondine duidelijk verrast. ‘Evguena Bogdanov?’

‘Ja, ik geloof het wel. Kent u haar?’

‘Ik ken haar. Ze is dood. Haar vriend haar in een vlaag van jaloezie uit het raam gegooid en daarna zelfmoord gepleegd.’

‘Himmel! Dat is vreselijk,’ zei Malko vol medeleven. ‘Ze was zo aardig. Wilt u misschien nog een gebakje?’

‘Nee, ik wil niet te dik worden, maar een glas champagne zou er wel in gaan. Komt u hier aan mijn tafel zitten, dat praat wat gemakkelijker.’

Malko verhuisde en riep de ober. ‘Hebt u Franse champagne?’

‘Natuurlijk.’

‘Brengt u ons een fles.’

In de blauwe ogen van de vriendin van Evguena viel grote verbazing te lezen. Malko maakte meteen van de gelegenheid gebruik: ‘Ik heet Malko Linge. En u?’

‘Viktoria Posnyaki.’

De champagne werd gebracht. Een fles Taittinger Comtes de Champagne in een metalen emmer op een voet. De ober maakte hem voorzichtig open en vulde twee flûtes. Viktoria hief de hare. ‘Op de oranjerevolutie.’

Malko had zelden om elf uur ’s ochtends champagne gedronken, maar erg onplezierig was het niet. Nadat Viktoria haar glas had geleegd, knorde ze van genoegen. ‘Dit is nog eens wat anders dan Krimchampagne,’ verzuchtte ze. ‘Maar zo duur…’

Malko maakte een nonchalant gebaar om aan te geven dat geld geen rol speelde wanneer je ergens van hield. Drie indrukwekkend gebouwde mannen in leren jacks en met kaalgeschoren hoofden kwamen binnen. Ze zagen er dreigend uit. Viktoria liet haar stem dalen en fluisterde: ‘Dat zijn afpersers. Ze komen meisjes halen.’

Een van de afpersers gluurde naar de fles Taittinger en om duidelijk te maken dat hij niet de minste was, bestelde hij er meteen ook een. Malko vulde de flûte van Viktoria Posnyaki al bij.

Nu het ijs gebroken was, zou het hem niet veel moeite meer kosten haar vertrouwen te winnen.


De fles Taittinger was leeg, maar Viktoria was gesmolten. Haar toch ietwat harde blik was nu zacht en onderdanig, en haar hand streek regelmatig langs die van Malko. Zogenaamd per ongeluk. Ze was opgestaan om naar het toilet gegaan, waardoor hij haar lange benen met strakke laarzen met naaldhakken kon bewonderen. Toen ze terugkwam, had ze twee knoopjes van haar truitje losgemaakt, waardoor een zwarte, kanten beha zichtbaar werd. Als een erotische knipoog. Plotseling zei ze met een zucht: ‘Ik moet nu gaan, ik ga winkelen aan de overkant, in het Novim Rokom.’

‘Zal ik met u meegaan?’ stelde Malko voor. ‘Ik heb nu toch niets te doen.’

‘Ja, leuk,’ antwoordde Viktoria aanhalig.

Hij hielp haar in haar lange jas van namaakbont en ze vertrokken. Op de parfumafdeling van het Novim Rokom viel ze onmiddellijk op alle producten aan, als een kind in een speelgoedwinkel. Toen ze bij de kassa kwamen, was het natuurlijk Malko die zijn creditcard pakte… Na een kort protest, voor de vorm, liet Viktoria hem begaan. Toen ze naar buiten kwamen, stak ze haar arm door die van Malko en zei zacht: ‘U bent een echte heer. Franse cosmetica kost hier een vermogen.’

‘Ik help graag u nóg mooier te maken,’ zei Malko. ‘Ik ben trouwens alleen in Kiev en ik zou graag de avond met u willen doorbrengen. Bent u vrij?’

‘Ik kan wel iets regelen,’ antwoordde Viktoria. ‘Kent u het Egoïste?’

‘Nee.’

‘Daar eet president Poetin wanneer hij in Kiev is. Het is heel goed. Ik kan u om negen uur in uw hotel ophalen. Waar logeert u?’

‘In het Premier Palace.’

Ze namen afscheid op de Tarass-Sevtsjenkoboulevard. Malko hield een auto aan, die hem voor de bescheiden som van vijftien hrivna, ongeveer tweeënhalve euro, naar de Amerikaanse ambassade bracht. Net als in Moskou boden alle automobilisten, om iets bij te verdienen, hun diensten aan als taxi.


‘Gefeliciteerd met uw eerste contact,’ zei Donald Redstone. ‘Nu moet u haar nog aan het praten krijgen.’

Malko temperde snel zijn optimisme. ‘Hopelijk heeft ze iets te vertellen. Die Viktoria is gewoon een dure prostituee, geen politiek activiste. Ik weet niet of ze wel zo’n goede vriendin van Evguena Bogdanov was. Bovendien zal ze niet gauw over die kwestie praten met een onbekende die ze eerder als klant ziet…’

‘Het is aan u daar iets aan te doen,’ zei de Amerikaan. ‘Over één ding weten we nog niets: de rekrutering van Roman Martsjoek. Wie heeft hem gevraagd gif in het eten van Viktor Joesjtsjenko te doen? Waarschijnlijk is dat niet Vladimir Satsyuk geweest, ook al was hij erbij betrokken.’

‘Dat de Mister Snack zo dicht bij het kantoor van de SBU ligt, zal zeker geen toeval zijn,’ merkte Malko op. ‘Talloze agenten van de SBU zullen er wel komen, denk ik. Helaas verwacht ik niet dat Viktoria ons veel wijzer zal kunnen maken. Tenzij zij degene is die Evguena met Roman Martsjoek in contact heeft gebracht. Laten we vanavond samen gaan eten,’ stelde Malko ten slotte voor.

‘Uitstekend. Intussen heb ik een ontmoeting met Evgueni Tsjervanienko geregeld, de man die over de beveiliging van Viktor Joesjtsjenko gaat. Hij is om drie uur in café Non Stop, Peremogy Prospekt 6. Naast de circustent.’

Het Non Stop stelde weinig voor: lawaaiig, rokerig en aan de muur hing een groot televisietoestel, waarvan het geluid uit stond. Er hing een sterke baklucht. Malko zat al een halfuur te wachten toen er een grote man in een donker streepjespak met een kaal hoofd en een pafferig gezicht binnenkwam. Nadat hij de zaal rond had gekeken, kwam hij op Malko af. ‘Meneer Linge?’

Hij had een baritonstem die de ramen deed trillen. ‘Ja,’ antwoordde Malko.

‘Ik ben Evgueni Tsjervanienko.’

Hij ging op het bankje tegenover Malko zitten en deed zijn jasje open, waaronder hij een automatisch pistool droeg. Malko was ook gewapend. De 9 millimeter Makarov die het districtshoofd hem had gegeven, droeg hij onder zijn broekriem op zijn rug. Evgueni Tsjervanienko keek hem met een sluwe, kille blik aan. Hij bestelde een Defender en zei vervolgens: ‘Ik vind dat meneer Redstone zijn tijd verdoet.’

‘Waarom?’

De Oekraïner boog zich over de tafel. ‘Wat maakte het uit wie Roman Martsjoek heeft vermoord? Hij zou trouwens toch nooit zijn gearresteerd. De procureur-generaal, Vassiliev, blokkeert het onderzoek in opdracht van de presidentiële regering. Ze vonden het waarschijnlijk goedkoper hem het raam uit te gooien dan hem een ticket naar Moskou te geven. Daar zouden ze hem trouwens alsnog hebben vermoord. Tsjekisten nemen geen risico.’

‘Denkt u dat Vladimir Satsyuk er iets mee te maken heeft?’ vroeg Malko.

‘Ik weet het wel zeker, ja,’ gromde de Oekraïner. ‘Maar ik kan niets bewijzen. Ze zijn vrijwel onaantastbaar. Ze hebben een heleboel geld en beschikken over tientallen voormalige huurmoordenaars die bereid zijn voor een habbekrats iemand om te brengen.’

Wat moeten we dan doen?’

‘Voorkomen dat ze het nog een keer doen.’

‘Zouden ze dat wagen?’ vroeg Malko verbaasd.

Evgueni Tsjervanienko boog over de tafel heen en zei in een walm van uien: ‘Daar ben ik zeker van. Er staat te veel op het spel. Om te beginnen die lui in Moskou. Tsaar Poetin kan zich niet voorstellen dat mensen hem tegenwerken. Die bende van Koetsjma, die al jaren steelt wat hij stelen kan, zal worden geruïneerd, misschien zelfs gearresteerd. Viktor Joesjtsjenko is vastbesloten grote schoonmaak te houden. Herinnert u zich minister-president Djinjic, in Servië, nog? Hem hebben ze vermoord toen hij gevaarlijk begon te worden. En Joesjtsjenko is heel gevaarlijk. Ik heb een bron hoog in de Russische hiërarchie en in de kringen van de president. Zij heeft me verteld dat ze vastbesloten zijn het opnieuw te proberen.’

‘Hoe dan?’

De Oekraïner sloeg zijn enorme handen ineen. ‘Er zijn zoveel manieren,’ verzuchtte hij. ‘Een Kamaz die zijn auto te pletter rijdt, iemand die hem aanvalt, een aanslag met een telescoopgeweer, een nieuwe vergiftigingspoging… Ik denk niet dat ze dat laatste nog eens zullen proberen, maar je weet maar nooit. Ze zijn zo zelfverzekerd.’

‘Wat kunnen we dan doen?’

Evgueni Tsjervanienko schudde zijn hoofd. ‘De man ontmaskeren die uit Moskou is gekomen om alles hier te organiseren. Zo iemand móét er zijn. Als ze op zichzelf zijn aangewezen, durven de Oekraïners niets te doen. Daar is hulp van buitenaf bij nodig. We moeten overal op voorbereid zijn. Viktor Joesjtsjenko gaat de verkiezingen winnen, dat is zeker, behalve wanneer ze hem eerst vermoorden.’

Malko wilde hem bijna over Viktoria vertellen, maar hij hield zich in. Het spoor was nog te mager. ‘Hoe kan ik met u in contact komen?’ vroeg hij.

De Oekraïner pakte zijn visitekaartje en schreef er een mobiel nummer op. ‘Op dit nummer kunt u me dag en nacht bereiken. Wees voorzichtig, ze houden u vast al in de gaten.’

‘Aan welke kant staat de SBU?’ vroeg Malko toen Tsjervanienko opstond.

‘Aan alle kanten,’ antwoordde de Oekraïner gelaten. ‘Ze zijn verdeeld. Degenen die banden met de maffia hebben, zijn voor het huidige regime. Zij willen alles houden zoals het is.

De anderen willen veranderingen zien.’

Zijn telefoon ging over en hij antwoordde kort; kwaad dat hij werd gestoord. Hij sprak Oekraïens en Malko begreep alleen dat ze hem nodig hadden. Tsjervanienko klapte zijn telefoon dicht. ‘Goed, komt u mee. Ik zal u een dossier geven dat ik heb samengesteld. Daarin staan alle adressen en een paar ideeën.’

Malko volgde hem naar een zwarte Mercedes 600 die werd geëscorteerd door twee motorrijders. Het hoofd van de veiligheidsdienst van Joesjtsjenko was voorzichtig. Terwijl ze vol gas wegreden, vroeg Malko: ‘Hebt u Donald Redstone over Roman Martsjoek verteld?’

‘Ja.’

‘Weet u hoe hij is gerekruteerd?’

De Oekraïner wreef met zijn duim tegen zijn wijsvinger. ‘Hij was een arme donder. Ze zullen hem wel een paar honderd dollar hebben betaald. Waarschijnlijk wist hij niet eens wat hij deed.’

‘Nee, maar wie dan wel?’

‘Dat weten we niet. Waarschijnlijk iemand van de SBU die regelmatig in die tent kwam eten. Maar dat zijn er een heleboel…’

‘En Evguena Bogdanov?’

‘Zij speelde pas aan het einde een bijrolletje, maar dat was genoeg om haar uit de weg te ruimen Het devies van de tsjekisten is: geen risico’s.’

‘Kent u Vladimir Sevtsjenko?’ vroeg Malko plotseling. ‘De Bleke? Ja, waarom?’

Hij leek verrast te zijn die naam te horen. ‘Hij heeft me vroeger weleens geholpen,’ zei Malko. ‘Maar hij woont niet meer in Kiev.’

Evgueni Tsjervanienko glimlachte. ‘Hij heeft alle afrekeningen tussen de SBU en de maffia overleefd. Hij had heel goede contacten.’

De auto stopte voor een klein gebouw waaromheen bewakers stonden met oranje sjerpen, die werden belaagd door massa’s journalisten. Malko ging achter Evgueni Tsjervanienko aan naar binnen. Ze passeerden een magneetpoortje dat heftig begon te zoemen toen de twee mannen naderden. Evgueni Tsjervanienko keek om: ‘Bent u gewapend?’

‘Ja.’

‘Gelijk hebt u.’

Ze liepen een drukke hal door, vol met wimpels, en namen vervolgens een gang die uitkwam bij het kantoor van het hoofd Beveiligingen. Vlak ernaast was het kantoor van de persdienst. Journalisten stonden in de rij om oranje sjerpen en mutsen te krijgen die door een vrijwilligster werden uitgedeeld. Malko bleef verbaasd staan: het was de vrouw met de kapotte koffer uit de vlucht uit Moskou.


Hun blikken kruisten elkaar en even keken ze elkaar aan. Ze waren allebei even verbaasd. Evgueni Tsjervanienko keek om en vroeg aan Malko: ‘Kent u Svetlana?’

‘Kennen is te veel gezegd. We hebben elkaar op het vliegveld ontmoet. Ze had problemen met haar koffer en ik heb haar geholpen.’

Svetlana bleef als verstijfd staan, haar sjerp in haar hand. Eindelijk lachte ze verkrampt en zei: ‘Dobredin.’

Evgueni Tsjervanienko glimlachte tevreden. ‘Svetlana is een van onze actiefste vrijwilligers. Van mensen als zij kun je er niet genoeg hebben. Komt u mee.’

‘Ze is niet erg spraakzaam,’ merkte Malko op.

De mooie Svetlana ging door met het uitdelen van mutsen en sjerpen, zonder zich verder om Malko te bekommeren. Terwijl de beveiligingsman zijn kluis opende, zei Malko tegen zichzelf dat het wel heel toevallig was haar hier aan te treffen. Maar de kans was groot dat hij haar nu vaker zou ontmoeten, en uiteindelijk zou ze wel ontdooien…


‘Bij de receptie wacht een vrouw op u,’ zei de man van het Premier Palace.

‘Ik kom naar beneden,’ zei Malko, zich afvragend of de mooie Viktoria hem werkelijk verder zou kunnen helpen.

Hij had de avond liever doorgebracht met de geheimzinnige Svetlana, of met Irina Murray, die een fascinerend seksueel aura uitstraalde.

In elk geval deed het Premier Palace niets om losbandigheid aan te moedigen. De veiligheidsmaatregelen waren draconisch en zonder de magneetsleutel van een kamer kon je geen lift nemen. Niet-gasten die in het restaurant op de achtste verdieping kwamen eten, werden begeleid door een piccolo. De grote angst van de directie was dat het hotel zou worden overstroomd door prostituees, zoals het Dnjepro, waar het ervan wemelde. Malko trok zijn jas aan en ging naar beneden. In de piepkleine lobby wachtte Viktoria Posnyaki op hem, gekleed in een lange mantel van wit bont. Met haar gevlochten haar zag ze eruit als een beschermheilige.

‘Davai,’ zei ze. ‘Ik sterf van de honger. Ik heb een taxi genomen.’

Toen ze ging zitten, gleed de jas opzij en zag Malko een lang, in zwart gehuld dijbeen.

Het Egoïste lag op de Moskva Ulitza, in de wijk Pechersk, die er slecht verlicht en vrijwel verlaten bij lag. Toen Viktoria Posnyaki haar witte jas uittrok, zag Malko dat ze een zwarte knoopjestrui droeg, die haar grote borsten omspande, en een super-minirok met zijsplit. Ze had haar gevechtskleding aangetrokken…

Het zo populaire restaurant was op een vreemde, Marokkaanse manier ingericht. En het was leeg! Op de begane grond, tenminste, want in de kelder lagen nog meer zalen. Ze kregen een tafel achter in een langwerpige ruimte, in een iets hoger geplaatste box. Trots zei Viktoria Posnyaki: ‘Hier eet president Poetin wanneer hij in de stad is.’

De prijzen waren monsterlijk hoog, voor Oekraïne. Toch bestelde Malko kaviaar en een fles Taittinger Comtes de Champagne Blanc de Blancs millésime 1995. Viktoria Posnyaki, die in een goede stemming was gebracht door de schoonheidsproducten die hij haar had gegeven, was duidelijk van plan hem te verleiden. Zodra hij haar aankeek, werd hij met een veelbelovende blik beantwoord. Na de kaviaar vroeg ze plotseling: ‘Kende u Evguena goed?’

‘Nee, niet echt,’ moest Malko bekennen.

‘Ze was een goede vriendin,’ zei ze peinzend. ‘Maar, nitsjevo… Ze is er niet meer en het leven gaat door.’

Plotseling boog ze zich naar voren en kuste hem zacht op zijn mond. ‘U ziet er erg verleidelijk uit,’ verzuchtte ze, ‘en u bent erg gul.’

Naar hem toe gedraaid, keek ze hem met een uitdagende glimlach aan. Ze zag hem kennelijk aan voor een rijke vangst en wilde daarvan profiteren. Haar rok was nog verder opgekropen, maar dat leek haar niet te storen. Zoals de meeste mensen in de voormalige communistische landen was ze helemaal op overleven gericht, zonder al te veel scrupules. Na de kaviaar kwam gerookte zalm. Die was niet slecht. En er volgde een tweede fles Taittinger Comtes de Champagne. Viktoria Posnyaki fleurde steeds verder op en werd almaar verleidelijker. In hun verhoogde box waren ze onzichtbaar vanaf het pad dat naar de tafels liep. Ze rekte zich uit en stelde voor: ‘Zullen we beneden gaan dansen?’

De kelder van het Egoïste was heel anders ingericht, moderner, met in beide zalen het onvermijdelijke platte beeldscherm. Uit onzichtbare luidsprekers klonk zachte muziek. Viktoria drukte zich tegen Malko aan en keek hem aan met haar prachtige blauwe ogen. ‘Ik ben zo blij dat ik u heb ontmoet.’

‘Ik ook,’ bezwoer Malko haar.

Met het warme lichaam dat tegen het zijne drukte, opgezweept door de champagne, raakte hij in een euforische stemming Maar het feitelijke probleem had hij natuurlijk nog niet aangesneden.

‘Ik heb zin om plezier te maken,’ zei Viktoria. ‘Misschien komt het door de champagne. Die was erg lekker.’

Ze dansten nog even en gingen toen terug naar boven. ‘Zullen we gaan?’ stelde Viktoria voor.

Malko pakte een dikke stapel bankbiljetten en ze gingen naar buiten, waar natte sneeuw viel. Viktoria hield een oude Volga aan en Malko hoorde dat ze vroeg hoeveel het zou kosten hen naar het Premier Palace te brengen. Ze kwamen een bedrag van twintig hrivna overeen.

In de auto liet ze haar hoofd op Malko’s schouder rusten en bij het hotel stapte ze als eerste uit. Zonder enige aarzeling liep ze de trap naar de receptie op. Wanneer Malko nog twijfels had gehad over haar bedoelingen, verdwenen die in de lift als sneeuw voor de zon. Zodra de deur zich achter hen sloot, drukte Viktoria zich tegen hem aan om hem te kussen. Malko kon zich niet inhouden en liet een hand onder haar minirok glijden, om vervolgens omhoog te gaan, terwijl de tong van Viktoria als een waanzinnige in zijn mond tekeerging.

Ze renden bijna over het blauwe tapijt in de gang van de lift naar zijn kamer. Malko kreeg nauwelijks de tijd zijn kamerdeur te openen. Viktoria trok haar witte jas al uit en knoopte die van Malko open, waarna ze hem heftig omhelsde. Even stonden ze zo in de kleine hal tegen elkaar aan gedrukt, tot de jonge vrouw plotseling verstrakte. Het duurde enkele tellen voordat Malko begreep waarom.

De jonge Oekraïense had de kolf van de Makarov gevoeld, die op zijn rug achter zijn broekriem zat geklemd.

Ze sprong met wijd opengesperde ogen achteruit. Om haar gerust te stellen, pakte Malko het pistool, met de bedoeling het weg te leggen, maar daar kreeg hij de tijd niet voor. Met een ruk trok Viktoria het weg, zo ruw, dat het op de grond viel. Toen hij zich bukte om het te pakken, duwde ze hem weg en pakte het als eerste.

‘Viktoria,’ begon hij.

Met een van angst vertrokken gezicht richtte ze het wapen op hem en riep: ‘Schoft! Je wilde met mij hetzelfde doen als met Evguena! Maar nu zal ik jou eens overhoopschieten!’

Met gestrekte arm richtte ze het grote pistool op hem. Haar hand trilde licht, maar op deze afstond kon ze niet missen. Hij zag dat de wijsvinger van de jonge vrouw zich om de trekker kromde en die langzaam naar achteren trok.

Загрузка...