8

Rechercheur De Cock staakte zijn rondloop door de recherchekamer. Hij slenterde terug naar zijn bureau en liet zich in zijn stoel zakken. 'Colette nooit gebaard,' zei hij toonloos. 'Colette nooit gebaard.' Het was alsof hij het voor zichzelf repeteerde. Hij keek naar zijn jonge collega. 'Heeft hij er nog iets over gezegd?'

Vledder schudde het hoofd. 'Ik had de indruk, dat hij het gemakkelijk kon vaststellen. Zoals gebruikelijk had ik voor het begin van de sectie een kort gesprekje met dokter Rusteloos over de omstandigheden waaronder wij het lijk van Colette Maesen hadden aangetroffen. Ik liet hem een paar foto's zien van het kamertje, de matras en vertelde hem ook dat we geconfronteerd werden met een kind in een kast, het kind van Colette.' De jonge rechercheur maakte een verontschuldigend gebaartje. 'Je weet hoe dokter Rusteloos is. Tijdens zijn werk is hij niet te storen. Hij noemt monotoon alles op wat hij tegenkomt. Ongeveer halverwege de sectie zei hij plotseling — tussen een reeks andere opmerkingen door — ze heeft nooit gebaard. Ik vroeg of hij het wilde herhalen. En dat deed hij. Ik was te verbaasd om verdere bijzonderheden te vragen. Het is eigenlijk gek dat ik het vergat. Pas toen jij weer over het kind begon…' Hij maakte zijn zin niet af. 'Sorry De Cock, ik… eh,ik…'

De grijze speurder wuifde de verontschuldiging weg. 'Ik begrijp het,' zei hij gelaten. 'Het is in feite mijn eigen schuld. Ik had je die vraag over het baren aan dokter Rusteloos moeten laten voorleggen.'

De jonge Vledder keek verrast op. 'Waarom?' vroeg hij verbaasd. 'Dat is toch nooit een punt geweest. We hebben er toch nooit aan getwijfeld dat Bonny een kind van Colette was?'

De Cock antwoordde niet direct. Hij zette zijn ellebogen op het bureau en liet zijn hoofd in zijn handen rusten. 'Ik had wel een paar bedenkingen,' zei hij na een poosje. 'Bijvoorbeeld, die vergaande verslaving aan heroïne. Bij moeders die nog een jong kind hebben te verzorgen, komt dat niet vaak voor. Maar het kon. Ik moest met die mogelijkheid rekening houden. Toen de ouders van Colette mij vertelden, dat ze niet wisten dat er een kind was, dat Colette nooit over een kind had gesproken, groeide mijn argwaan. Dat is ook de reden waarom ik een volledige classificatie van haar bloedgroep vroeg.'

De ogen van Vledder werden groot. Hij likte aan zijn lippen. 'Je wilde het laten vergelijken met de bloedgroep van het kind.'

De Cock knikte traag. 'Voor de zekerheid. Ik wilde de twijfels die ik had, wegnemen.'

Vledder keek hem aan. 'Dat is dan gebeurd,' sprak hij ernstig. 'Dokter Rusteloos heeft een duidelijk antwoord gegeven.'

De Cock schoof zijn stoel wat naar achteren. 'Als Colette het kind niet zelf heeft gebaard, hoe kwam ze dan aan de kleine Bonny? Waar had ze het kind vandaan?'

De jonge rechercheur reageerde spontaan. 'Gestolen?' opperde hij luid.

De Cock trok een bedenkelijk gezicht. 'Dat neem ik niet direct aan,' antwoordde hij bedachtzaam. 'Je moet bedenken dat Colette Maesen het kind al geruime tijd in haar bezit had. Toen Marianne van Buuren haar begin mei van dit jaar op de weg bij Hoevelaken ontmoette, had ze Bonny al. Voor zover ik heb kunnen nagaan, zijn er omstreeks die tijd ook geen meldingen van vermiste kinderen, in die leeftijd.'

Vledder gebaarde voor zich uit. 'Misschien had ze het kind van iemand in bewaring, tijdelijk, om het te verzorgen.'

De Cock streek over het grijze haar. 'Wie geeft zijn kind aan een verslaafde hippie?'

'Een andere verslaafde?'

De grijze speurder beet op zijn onderlip en schudde daarna het hoofd. 'Colette Maesen handelde alsof Bonny haar eigen kind was. Denk maar eens aan de publieke vrouwen uit de buurt en aan de man die zij naar het cafeetje van…' Plotseling stokte hij. Wat wild kwam hij uit zijn stoel overeind en beende naar de kapstok.

Vledder volgde zijn bewegingen. 'Waar ga je heen?' vroeg hij verbaasd.

De Cock zette zijn oude hoedje achter op het hoofd en liep de kamer af. Nog voor de deur draaide hij zich half om. 'Naar Marianne,' riep hij in het voortgaan, 'vragen wat zij van de afspraak wist.'

Vledder volgde in galop.


'Alles.' Marianne van Buuren zwaaide het lange haar uit haar gezicht. 'Ik wist er alles van. Ik heb het haar aangeraden. Het was in feite mijn plan om die vent te laten komen.'

'Bij Smalle Lowietje?'

Ze knikte langzaam voor zich uit. 'Dat leek ons het beste. Het leek ons in ieder geval beter dan hem ons adres in de Keizersstraat te geven. We wilden hem niet de kans geven om informaties in te winnen.'

'Waarom niet?'

Ze trok wat onwillig haar schouders op. 'Een kraakpand… feitelijk onbewoonbaar. We waren bang dat hij dan niet zou komen.'

'Hij kwam?'

Ze gebaarde met beide handen. 'Dat neem ik aan. Anders was Colette niet gestorven.'

De Cock fronste zijn wenkbrauwen. 'Niet gestorven?' herhaalde hij verbaasd.

Ze keek wat vertoornd naar hem op. 'Ik zei het u al eerder… hij is de moordenaar. Hij nam Bonny's koalabeertje mee.'

'Jij hebt hem gezien?'

Ze kneep haar lippen op elkaar en schudde het hoofd. 'Colette wilde niet dat ik er bij was. Ze wilde hem alleen ontvangen. Het waren haar privé-zaken, zei ze. Daarom stuurde ze mij weg om boodschappen te doen. Daarom had ik ook de brief niet mogen zien die ze hem zond.'

'Je hebt hem dus nooit ontmoet?'

'Nee.'

'Je weet niet wie hij is… waar hij woont?'

Ze zuchtte omstandig. 'Nee.' Het klonk geërgerd. 'Ik weet alleen dat de man bestaat. Meer niet.' Ze keek De Cock aan, lief, het hoofd een beetje schuin. 'Als ik meer van hem wist, dan had ik het u toch allang verteld. Ik wil toch net zo graag dat de moordenaar van Colette gepakt wordt, als u.'

De rechercheur blikte naar het meisje terug en weer overviel hem dat gevoel van verwarring. 'Waarom liet Colette hem komen?'

Ze gebaarde voor zich uit, een vreugdeloze lach rond de mond. 'Om het geld. Het was toch te gek, dat wij met het kind in een ellendig krot woonden, terwijl die vent bulkte van het geld.'

De Cock grinnikte wat verdwaasd. 'Maar waarom zou die man geld moeten afstaan?'

Ze streek het haar uit haar gezicht en wierp het hoofd in de nek. 'Hij was de vader van Bonny.'

De Cock keek haar secondelang aan. De vriendelijke accolades om zijn mond bewogen speels. 'Bonny heeft geen vader,' imiteerde hij spottend haar stem. 'Bonny heeft alleen een verwekker.'

Ze leek even verward door het sarcasme. 'Dat was ook zo,' reageerde ze ineens fel.

'Die man?'

Ze sloot de ogen, verbaasd over zoveel onbegrip. 'Dat liet ze hem denken, ja,' sprak ze geduldig. 'Ze was een paar maal met hem uit geweest. Dat vertelde ze mij. Een rijke kerel met onnoemlijk veel geld, volgens Colette dan.' Ze pauzeerde even en speelde met haar vingers door het lange haar. 'Ik vroeg of ze ook met hem had geslapen.'

De Cock grijnsde breed. 'En toen Colette dat bevestigde, had jij direct een mooi plannetje klaar.'

Marianne van Buuren boog het hoofd. Het haar viel als een gordijn voor haar gezicht. Nerveus plukten haar vingers aan de veelkleurige rok. 'Ik zei… eh, ik zei: stuur hem een foto van Bonny en vraag of hij wat te missen heeft.'

De Cock boog zich naar haar toe. 'Terwijl jullie wisten dat de man getrouwd was?'

'Ja.'

'Chantage.'

Ze sprong van haar stoel op. Haar ogen flikkerden. 'Ja,' schreeuwde ze fel en verbeten, 'chantage. En waarom niet? De hele wereld is vol chantage, intrige, bedrog. Hoe denkt u dat die rijke vent aan zijn geld is gekomen. Met eerlijke arbeid?'

De Cock streek met zijn pink over de rug van zijn neus. 'Je bent verbitterd,' stelde hij somber. 'Je moet het leven wat positiever benaderen. Als je in een spiegel kijkt, moet je niet zoeken naar een negatief.' Hij pakte haar zachtjes bij de arm vast en drukte haar op de stoel terug. 'Colette Maesen stuurde de rijke man dus een foto van Bonny?'

'Dat zal wel. Ik heb het niet gezien.'

'Waar heeft Colette die foto laten maken?'

Ze tilde wat nonchalant haar schouders op. 'Die had ze al, dacht ik.'

'En het koalabeertje?'

'Ook.' Er gleed een glans van vertedering over haar lief gezicht. 'Bonny speelde er altijd mee. Het was zijn kameraad. Hij was stapel op zijn beertje. Hij ging ermee slapen in zijn doos.'

'Heeft Colette jou nooit iets verteld van vroeger? Ik bedoel… of het een moeilijke bevalling was… of ze Bonny als baby zelf had gevoed?'

Marianne van Buuren schudde het hoofd. Onderwijl keek ze hem aan, onderzoekend, waakzaam. 'Daar… eh, daar heeft ze het nooit over gehad.'

De Cock glimlachte beminnelijk. Hij bracht zijn gezicht dichterbij. 'Dat kon ook niet, Marianne,' zei hij hoofdschuddend. 'Want Bonny was haar kind niet. Colette heeft nooit een kind gebaard.'

De uitdrukking op haar ovale gezichtje veranderde. 'Nooit gebaard?' stamelde ze verschrikt. Haar onderlip trilde.

De Cock keek haar aan. 'De sectie op haar lichaam heeft het bewezen.'

Ze zag ineens bleek. Intens bleek. Alle kleur was uit haar gezicht getrokken. De blik in haar blauwe ogen vervaagde, staarde ver weg, in het niets. Langzaam gleed ze opzij.

Vledder schoot haastig toe. Hij kwam te laat. Voor hij haar had bereikt, zakte ze bewusteloos op de vloer.

Загрузка...