‘Ik begrijp werkelijk niet waar dit voor nodig is. Nota bene aan het begin van de avond. Dit is een ramp voor ons bedrijf: het hele avondprogramma moet gecoördineerd worden. Waarom kunnen we niet gewoon morgenochtend komen?’ Vera de Lange is furieus.
De twee geüniformeerde agenten die haar en haar assistent hebben opgehaald en afgeleverd vertrekken met een korte groet. Zijlstra en Graanoogst verwelkomen hun gasten vriendelijk. Esterik trekt zich snel terug in het observatiekamertje tussen de twee verhoorkamers.
‘Het spijt me, maar dit is noodzakelijk,’ zegt Graanoogst sussend. ‘Er zijn nieuwe ontwikkelingen in de zaak-Christie Zeilmaker die we echt nú met u beiden moeten doorpraten.’
‘Ik vind het stijlloos en volkomen onnodig dat de politie op deze manier voorbijgaat aan de belangen van Fleurs de Lys,’ briest de vrouw. ‘Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. Ik heb contacten die ik hierover beslist zal aanspreken!’
‘Heel goed,’ zegt Graanoogst rustig. ‘Zullen we dan maar meteen beginnen? Komtu maar mee, mevrouw De Lange.’ Hij maakt een uitnodigend gebaar richting Verhoorkamer 1.
Enigszins onwillig gaat ze naar binnen.
Haar assistent maakt aanstalten om achter haar aan te gaan, maar Zijlstra pakt hem bij zijn arm. ‘Nee, Günther, wij tweeën gaan daarheen.’ En hij wijst naar Verhoorkamer 2.
De jongeman kijkt even onzeker van Zijlstra naar zijn cheffin, die net gaat zitten, en laat zich dan meevoeren.