Graanoogst komt met een bezorgd gezicht terug aan de tafel en legt de prints naast zijn notitieboekje.
‘Ik moet u waarschuwen, mevrouw De Lange, dit gaat niet goed.’
Ze neemt hem lichtelijk ongerust op. ‘Hoe bedoelt u? Wat is er aan de hand?’
‘Uw eh… assistent heeft mijn collega het een en ander verteld. En ik weet eerlijk gezegd niet zeker wat ik daarvan moet denken.’
‘Wat dan?’
Graanoogst kijkt haar ernstig aan. ‘Hij zegt dat u Missy Christie een lesje wilde leren. Omdat ze langzamerhand meer voor zichzelf aan het werk was dan voor u.’
‘Dat is pure onzin!’
Zwijgend schuift Graanoogst de papieren naar haar toe en hij observeert haar terwijl ze die bekijkt.
‘Wat is dit?’ vraagt ze geïrriteerd.
‘Dat zijn prints van bestanden van Christie Zeilmaker. Die hebben we zojuist van uw assistent gekregen. Ik hoef u niet te zeggen wat die termen erop willen zeggen.’
‘Sommige van haar klanten hielden kennelijk van bondage en straf, andere waren voetfetisjisten, daar hebben we het toch al over gehad? Waarom geeft u me dit?’
‘Alleen al vanwege die laatste kolom.’ Hij wijst ernaar. ‘Daar staat precies wat ze voor u in loondienst deed en wat niet. En blijkbaar zijn er ook twijfelgevallen.’
Er bewegen spieren in de wangen van Vera de Lange. Dan schuift ze de papieren met een beslist gebaar terug naar Graanoogst.
‘Nou en? Wat bewijst dit?’
‘Dit bewijst dat u reden genoeg had om kwaad te zijn op Christie Zeilmaker. Ik begrijp heel goed dat u haar in het gareel wilde proberen te houden. Maar ik snap niet zo goed waarom u dat alléén hebt gedaan.’
Ze kijkt hem stomverbaasd aan. ‘Wat?’
‘Uw assistent zegt dat hij u er nog van probeerde te weerhouden. Maar dat u die middag toch in uw auto gestapt bent, geparkeerd hebt op de Gerard Dou en toen een bezoekje hebt gebracht aan Christie Zeilmaker. Dat de boel daar toen een beetje uit de hand is gelopen. En dat het allemaal heel anders zou zijn gelopen als hij erbij was geweest om u tegen te houden.’
‘Ach, wat lult die eikel!’ roept ze kwaad. ‘Als hij er dan zogenaamd niet bij was, hoe kan hij dan weten dat we geparkeerd stonden op de Gerard Doustraat?’
Aan de andere kant van de doorkijkspiegel balt Esterik in triomf zijn vuist en zegt: ‘Bingo! Goed zo, Oscar!’