Sansa

Een nieuwe japon?’ zei ze, even argwanend als verbaasd. ‘Mooier dan u ooit hebt gedragen, jonkvrouwe,’ beloofde de oude vrouw. Ze mat Sansa’s heupen met een stuk touw met knopen. ‘Helemaal van zijde en Myrische kant en afgebiesd met satijn. Hij zal u prachtig staan. De koningin zelf heeft er opdracht toe gegeven.’

‘Welke koningin?’ Marjolij was nog niet Joffs koningin maar ze was wel die van Renling geweest. Of bedoelde ze de Doornenkoningin? Of…

‘De regentes, natuurlijk.’

‘Koningin Cersei?’

‘Hoogstpersoonlijk. Zij vereert mij al menig jaar met haar klandizie.’ De oude vrouw spande haar touw langs de binnenkant van Sansa’s been. ‘Hare genade zei tegen mij dat u nu een vrouw bent en u niet meer als een klein meisje moest kleden. Steekt u even uw arm uit.’

Sansa tilde haar arm op. Ze had inderdaad een nieuwe japon nodig. Het afgelopen jaar was ze drie duim gegroeid, en haar oude garderobe was grotendeels bedorven door de rook toen ze op de dag van haar ontbloeiing had geprobeerd haar matras te verbranden.

‘U krijgt net zo’n mooie boezem als de koningin,’ zei de oude vrouw, terwijl ze haar touw om Sansa’s borst sloeg. ‘Die moet u niet zo wegstoppen.’

Die opmerking deed haar blozen. Maar de laatste keer dat ze uit rijden was gegaan had ze haar buis niet helemaal tot bovenaan kunnen dichtrijgen, en de staljongen had haar aangegaapt toen hij haar had helpen opstijgen. Soms betrapte ze ook volwassen mannen erop dat ze naar haar borst staarden, en sommige van haar tunieken zaten zo strak dat ze er bijna geen adem in kreeg.

‘Welke kleur krijgt die japon?’ vroeg ze aan de naaister.

‘Laat u de kleuren maar aan mij over, jonkvrouwe. Ik weet zeker dat het resultaat u zal bevallen. U krijgt ook kleingoed en kousen, overrokken, jakjes en mantels, en al het andere wat past bij een… een lieftallige jonkvrouwe van edele geboorte.’

‘Zijn ze op tijd klaar voor de bruiloft van de koning?’

‘O, eerder, veel eerder, daar staat hare genade op. Ik heb zes naaisters en twaalf leerling-naaistertjes, en hiervoor hebben we al ons andere werk opzij gelegd. Veel dames zullen boos op ons zijn, maar de koningin heeft het zo bevolen.’

‘Wilt u hare genade vriendelijk bedanken voor haar goede zorgen?’ zei Sansa beleefd. ‘Ze is al te goed voor me.’

‘Hare genade is heel royaal,’ beaamde de naaister. Ze verzamelde haar spullen en vertrok.

Maar waarom? vroeg Sansa zich af toen ze alleen was. Ze werd er zenuwachtig van. Ik wed dat Marjolij achter die japon steekt, of haar grootmoeder.

Marjolij was onveranderlijk aardig gebleven en haar aanwezigheid veranderde alles. Bij haar jonkvrouwen was Sansa ook welkom. Het was al zo lang geleden dat haar het gezelschap van andere vrouwen vergund was dat ze bijna was vergeten hoe leuk dat kon zijn. Vrouwe Leonette gaf haar les op de hoge harp en vrouwe Janna maakte haar deelgenoot van alle verrukkelijke roddels. Merij eraan wist altijd wel een grappig verhaal te vertellen en de kleine jonkvrouwe Bolver deed haar aan Arya denken, al was ze minder wild.

Het dichtst bij Sansa’s eigen leeftijd kwamen de nichtjes Elinor, Alla en Megga, Tyrels uit de jongere takken van het huis. ‘Rozen die lager aan de struik groeien,’ grapte Elinor, die gevat en elegant was. Megga was rond en luidruchtig, Alla verlegen en leuk om te zien, maar Elinor,in haar hoedanigheid van volwassene, was de baas. Zij was al ontbloeid, terwijl Megga en Alla nog maar kinderen waren.

De nichtjes namen Sansa in hun gezelschap op alsof ze haar al hun hele leven kenden. Middagen lang zaten ze samen te borduren en te kletsen bij de citroenkoeken en de honingwijn, ze speelden ’s avonds een schijvenspel, zongen samen in de kasteelsept… en dikwijls werden ze, alleen of getweeën, uitverkoren om bij Marjolij in bed te slapen, waar ze dan de halve nacht lagen te fluisteren. Alla had een mooie stem en was na enige aandrang wel bereid op de houtharp te spelen en liedjes over ridderlijkheid en verloren liefdes te zingen. Megga kon niet zingen maar werd wel dolgraag gekust. Zij en Alla speelden soms samen een kusspelletje, bekende ze, maar dat was niet hetzelfde als een man kussen, laat staan een koning. Sansa vroeg zich af wat Megga ervan zou hebben gevonden om de Jachthond te moeten kussen, zoals zij. Hij was in de nacht van de slag bij haar gekomen, stinkend naar wijn en bloed. Hij kuste me en dreigde me te vermoorden en dwong me een lied voor hem te zingen.

‘Koning Joffry heeft zulke prachtige lippen,’ ratelde Megga, die niets in de gaten had, ‘ach, arme Sansa, je hart moet wel gebroken zijn toen je hem verloor. Wat zul je gehuild hebben.’

Joffry heeft me vaker aan het huilen gebracht dan jij weet, had ze het liefst gezegd, maar Boterbobbel was niet bij de hand om haar te overstemmen, dus klemde ze haar kaken op elkaar en hield haar mond.

Wat Elinor betrof, die was aan een jonge schildknaap beloofd, een zoon van heer Ambroos. Ze zouden trouwen zodra hij zijn sporen had verdiend. In de slag van het Zwartewater, waarin hij een kruisboogman uit Myr en een wapenknecht van de Muildoors had gedood, had hij haar gunstbewijs gedragen. ‘Alyn zegt dat haar gunstbewijs hem onbevreesd maakte,’ zei Megga. ‘Hij zegt dat hij haar naam als oorlogskreet heeft geschreeuwd, is dat niet hoofs? Ik wil te zijner tijd ook een kampioen die mijn gunstbewijs bij zich draagt en dan honderd man doodt.’ Elinor zei dat ze haar mond moest houden, maar ze leek het toch wel leuk te vinden.

Het zijn kinderen, dacht Sansa. Dwaze kleine meisjes, zelfs Elinor. Zij hebben nooit een veldslag gezien, ze hebben nooit een man zien sterven, ze weten niets. Hun dromen waren vervuld van liederen en verhalen, zoals de hare waren geweest voordat Joffry haar vaders hoofd liet afslaan. Sansa had met hen te doen. Sansa benijdde hen.

Maar Marjolij was anders. Ze was lief en vriendelijk, maar ze had toch ook iets van haar grootmoeder. Eergisteren had ze Sansa mee op valkenjacht genomen. Het was de eerste keer sinds de veldslag dat ze de stad uit was geweest. De doden waren verbrand of begraven, maar op de Modderpoort zaten nog de krassen en splinters van de stormrammen van heer Stannis en langs allebei de oevers van het Zwartewater waren de rompen van verbrijzelde schepen te zien, met geblakerde masten die als knokige zwarte vingers uit de ondiepten opstaken. Het enige wat nog voer was de platte veerschuit die hen over de rivier zette, en toen ze het koningswoud bereikten troffen ze daar een woestenij van as, houtskool en dode bomen aan. Maar in de moerassen langs de baai wemelde het van de watervogels en Sansa’s smelleken sloeg drie eenden, terwijl Marjolij’s slechtvalk een reiger in de vlucht verschalkte.

‘Willas heeft de beste vogels van de Zeven Koninkrijken,’ zei Marjolij toen ze even met z’n tweeën waren. ‘Soms jaagt hij met een adelaar. Je zult het nog wel zien, Sansa.’ Ze greep haar hand en gaf er een kneepje in. ‘Zuster.’

Zuster. Eens had Sansa ervan gedroomd een zus als Marjolij te hebben, mooi en aardig, met alle aangenaamheden ter wereld binnen handbereik. Arya was als zuster volkomen onbevredigend geweest. Hoe kan ik mijn zuster met Joffry laten trouwen? dacht ze, en ineens had ze tranen in haar ogen. ‘Marjolij, alsjeblieft,’ zei ze, ‘doe het niet.’ Ze kreeg het maar moeilijk over haar lippen. ‘Trouw niet met hem. Hij is anders dan hij lijkt. Hij zal je pijn doen.’

‘Dat denk ik niet.’ Marjolij glimlachte zelfverzekerd. ‘Het is dapper van je om me te waarschuwen, maar je hoeft niet bang te zijn. Joff is verwend en ijdel en hij is ongetwijfeld precies zo wreed als jij zegt, maar voordat hij met het huwelijk instemde heeft vader hem gedwongen, Loras in zijn Koningsgarde op te nemen. Ik zal dag en nacht beschermd worden door de beste ridder van de Zeven Koninkrijken, zoals prins Aemon Naerys beschermde. Dus ons kleine leeuwtje kan zich maar beter gedragen, nietwaar?’ Ze lachte en zei: ‘Kom, lieve zuster, we galopperen naar de rivier terug. Dan krijgen onze wachten de zenuwen.’ En zonder op antwoord te wachten drukte ze haar hakken in de flanken van haar paard en stoof weg.

Wat is ze toch dapper, dacht Sansa, terwijl ze erachteraan galoppeerde… en toch bleef de twijfel knagen. Ser Loras was een groot ridder, helemaal waar. Maar Joffry’s Koningsgarde had nog meer leden, en bovendien had hij goudmantels en roodmantels, en als hij ouder was zou hij zijn eigen legers bevelen. Aegon de Onwaardige had koning Naerys nooit een haar gekrenkt, misschien uit angst voor hun broer de Drakenridder… maar toen een ander lid van zijn Koningsgarde verliefd werd op een van zijn maîtresses had de koning allebei hun hoofden laten afslaan.

Ser Loras is een Tyrel, hield Sansa zichzelf voor. Die andere ridder was maar een Toyn. Zijn broers hadden geen legers, geen ander middel om hem te wreken dan hun zwaarden. Maar hoe meer ze erover nadacht, hoe meer ze twijfelde. Joff zal zich misschien een paar manen inhouden, misschien zelfs een heel jaar, maar vroeg of laat zal hij zijn klauwen laten zien, en dan… Het rijk zou een tweede Koningsmoordenaar kunnen krijgen, en er zou oorlog kunnen komen In de stad, waarbij de mannen van de leeuwen de mannen van de roos de goten rood zouden kleuren.

Het verbaasde Sansa dat Marjolij dat niet ook voorzag. Ze is ouder dan ik, dan zal ze ook wel wijzer zijn. En haar vader, heer Tyrel, die weet vast wel wat hij doet. Ik stel me gewoon aan als een dwaas.

Toen ze ser Dontos vertelde dat ze naar Hooggaarde zou gaan om met Willas Tyrel te trouwen dacht ze dat hij opgelucht zou zijn, en blij voor haar. In plaats daarvan greep hij haar arm en zei: ‘Dat kunt u niet doen!’ met een stem die even schor was van ontzetting als van de wijn. ‘Ik zeg u, die Tyrels zijn niets anders dan Lannisters met bloemen. Ik smeek u, vergeet die dwaasheid, geef uw Florian een kus en beloof me dat onze plannen doorgaan. De nacht van Joffry’s bruiloft, dat duurt niet zo lang meer. Draag het zilveren haarnet en doe wat ik u heb gezegd, dan kunnen we na afloop ontsnappen.’ Hij probeerde een kus op haar wang te drukken.

Sansa ontdook zijn greep en deed een stapje achteruit. ‘Dat doe ik niet. Dat kan ik niet. Het zou beslist misgaan. Toen ik wilde vluchten wou je me niet meenemen, en nu hoeft het niet meer.’

Dontos staarde haar dom aan. ‘Maar alles is al geregeld, schatje. Het schip dat u thuisbrengt, de boot die u naar het schip brengt, uw Florian heeft het allemaal al gedaan voor zijn lieve Jonquil.’

‘Het spijt me van alle moeite die ik je heb laten doen,’ zei ze, ‘maar ik heb geen boten en schepen meer nodig.’

‘Maar het dient allemaal om u in veiligheid te brengen.’

‘In Hooggaarde zal ik ook veilig zijn. Willas zal me beschermen.’

‘Maar hij kent u niet,’ hield Dontos aan, ‘en hij zal niet van u houden. Jonquil, Jonquil, open uw lieve ogen, die Tyrels geven niets om u. Ze willen trouwen met uw áánspraken.’

‘Mijn aanspraken?’ Even kon Sansa het niet volgen.

‘Schatje,’ zei hij, ‘u bent erfgename van Winterfel.’ Hij greep haar weer beet, smeekte haar om het niet te doen. Sansa rukte zich los en liet hem onder de hartboom staan, zwaaiend op zijn benen. Sindsdien was ze niet meer naar het godenwoud gegaan.

Maar evenmin was ze zijn woorden vergeten. Erfgename van Winterfel, dacht ze als ze ’s nachts in bed lag. Ze willen met uw aanspraken trouwen. Sansa was met drie broers opgegroeid. Ze had nooit verwacht dat ze ooit ergens aanspraken op zou hebben, maar nu Bran en Rickon dood waren… Het doet er niet toe, Robb is er nog, hij is nu een volwassen man, en hij zal binnenkort wel trouwen en een zoon krijgen. En Willas erft trouwens Hooggaarde, wat moet hij met Winterfel?

Soms fluisterde ze zijn naam in haar kussen, alleen maar om de klank te horen. ‘Willas, Willas, Willas.’ Eigenlijk was Willas net zo’n goede naam als Loras, bedacht ze. Ze klonken zelfs een beetje hetzelfde. Wat maakte dat been van hem nou uit? Willas zou heer van Hooggaarde worden, en zij zou zijn vrouwe zijn.

Ze stelde zich voor hoe ze samen in een tuin zaten met kleine hondjes op ‘schoot, of hoe ze luisterden naar een zanger die op een luit tokkelde, terwijl zij in een plezierbootje de Mander af voeren. Als ik hem zoons geef gaat hij misschien wel van me houden. Ze zou ze Eddard, Brandon en Rickon noemen en ze tot net zulke dappere mannen als ser Loras opvoeden. En ze de Lannisters leren haten, dat ook. In Sansa’s dromen leken haar kinderen sprekend op de broertjes die ze had verloren. Soms was er zelfs een meisje bij dat op Arya leek.

Maar ze kon haar beeld van Willas nooit lang vasthouden; voor haar geestesoog bleef hij in ser Loras veranderen, jong, gracieus en mooi. Je moet zo niet aan hem denken, vermaande ze zichzelf. Anders ziet hij straks misschien de teleurstelling in je ogen als jullie elkaar ontmoeten, en hoe zou hij dan nog met je kunnen trouwen, wetend dat je van zijn broer hield? Willas Tyrel was twee keer zo oud als zij, hield ze zichzelf voortdurend voor, en bovendien verlamd, en misschien zelfs dik en rood van gezicht, zoals zijn vader. Maar knap of niet, hij zou weleens de enige kampioen kunnen zijn die ze ooit zou krijgen.

Op een nacht droomde ze dat zij nog steeds degene was die met Joff trouwde, niet Marjolij, en in hun huwelijksnacht veranderde hij in de scherprechter Ilyn Peyn. Bevend werd ze wakker. Ze wilde niet dat Marjolij hetzelfde zou moeten doormaken als zij, maar de gedachte dat de Tyrels zouden weigeren de bruiloft doorgang te laten vinden beangstigde haar. Ik heb haar gewaarschuwd, ik heb haar de waarheid over hem verteld. Misschien geloofde Marjolij haar niet. Tegenover haar hing Joff altijd de volmaakte ridder uit, zoals vroeger tegenover Sansa. Ze zal zijn ware aard snel genoeg leren kennen. Na de bruiloft, op zijn laatst. Sansa besloot bij haar eerstvolgende bezoek aan de sept een kaars voor de Moeder in den Hoge aan te steken en tot haar te bidden of ze Marjolij tegen Joffs wreedheid wilde beschermen. En misschien ook een kaars voor de Krijgsman, omwille van Loras.

Tijdens de ceremonie in de Grote Sept zou ze haar nieuwe japon dragen, besloot ze toen de naaister haar voor het laatst de maat nam. Dat moet de reden zijn waarom Cersei hem voor me laat maken, dan zie ik er op de bruiloft niet zo armoedig uit. Voor het feest na afloop zou ze eigenlijk nog een japon moeten hebben, maar ze moest maar genoegen nemen met een van haar oude. Ze wilde niet het risico lopen om eten of drinken op de nieuwe te morsen. Die moet mee naar Hooggaarde. Voor Willas Tyrel wilde ze er mooi uitzien. Zelfs al heeft Dontos gelijk en wil hij eigenlijk Winterfel, niet mij, dan kan hij heus nog wel van me gaan houden omwille van mezelf. Sansa sloeg haar armen stevig om zich heen en vroeg zich af wanneer de japon klaar zou zijn. Ze kon bijna niet wachten om hem te dragen.

Загрузка...